1
ANATOMIE THORAXWAND
1. BOTTEN EN GEWRICHTEN
De borstkast omsluit de borstholte (Cavitas Thoracis)
-> Heeft een bovenste en onderste opening (Apertura throacis
superior en inferior)
-> De vorm vertoont naast individuele ook sterke leeftijd- en
geslacht specifieke verschillen
Een zuigeling zijn ribben hebben nog meer een heel kleine
hoek: Staan bijna horizontaal
Met toenemende leeftijd zakken ze omlaag en vlakt de
borstkast af in sagittale richting
Gelijktijdig w de onderste thoraxapertuur kleiner
De vrouwelijke thorax is in het algemeen smaller en korter
-> De benige thorax en zijn musculaire wandstructuren vormen
een vast-stabiel omhulsel dat adembewegingen mogelijk
maakt
Bij zware thorax-verwondingen (vb. meervoudige
ribfracturen) kan de instabiliteit vd thoraxwand een
paradoxale ademhaling veroorzaken: Inspiratoir inwaartse
en expiratoir uitwaartse bewegingen
Hierdoor kan de lucht gaan pendelen tussen beide longen
(Aangedane en niet aangedane long) en wordt de dode
ruimte vergroot
De benige thoraxwand wordt gevormd door:
o De borstwervelkolom
-> De wervelkolom kan opgedeeld worden in verschillende algemene gebieden:
o Occipitale regio
-> Opgenomen in de basisstructuur van de schedel
-> Achterhoofdsbeen: Os occipitale
-> Bestaat uit 4 wervels
o Cervicale regio
-> Hals regio
-> Bevat de gespecialiseerde atlas en axis
Respectievelijk eerste en tweede wervels
Verbinden de wervelkolom met de schedel
-> C1 = atlas ; C2 = axis
-> Bestaat uit 7 wervels
o De thoracale regio
-> Borst regio
-> Hieruit ontstaan de ribben
-> Bestaat uit 12 wervels waarop aan weerzijden 12 ribben aanhechten
o Lumbale regio
-> Lenden regio
-> Bestaat uit 5 wervels
o Sacrale regio
-> Heiligebeen wervel
-> Vijf wervels zijn gefuseerd tot 1 wervelbeen: Sacrum
o Caudale regio
-> Staartbeen: Coccyx
-> Bestaat uit 4 wervels
, 2
o De 12 paar ribben (Costae)
-> Elke rib heeft aan de onderzijde een groef (Sulcus cosae) waarin de
intercostale bloedvaten en zenuwen lopen
-> Vd 12 paar ribben is elk ribbenpaar bilateraal symmetrisch
o Ware ribben (Costae verae)
-> De eerste zeven ribben (I-VII)
-> Lopen rechtstreeks naar het borstbeen, Sternum
o Valse ribben (Castae spuriae)
-> De volgende drie ribben (VIII-X)
-> Staan indirect in contact met het sternum: Hun ribkraakbeen
ligt tegen naastgelegen rib aan
Draagt zo bij aan de structuur van de ribboog (Arcus costalis)
o Zwevende ribben (Costae fluitantes)
-> De laatste 2 paar (XI-XII)
-> Eindigen vrij tussen de spieren van de laterale buikwand
o Het borstbeen/Sternum
-> Is een afgeplat, licht naar voren gewelfd bot
-> De zijwaartse randen vertonen meerdere kerven (Incisurae costales)
-> Bestaat bij volwassenen uit 3 benige delen:
o De handgreep (Manubrium sterni)
-> Bevat aan zijn craniale rand een insnijding (Incicura jugularis) die makkelijk de palperen is
Opzij van de incisura jugularis ligt een verdieping voor de articulatie met de
desbetreffende clavicula (Incisura clavicularis)
-> Op de overgang tussen manubrium en corpus sterni ligt het gewrichtsvlak voor de 2 de rib
(Incisura costalis II): Op deze plaats is het manubrium tov het corpus vaak iets naar achter
geknikt (Borstbeenhoek = Angulus sterni)
o Het borstbeenlichaam (Corpus sterni)
o Het zwaardvormige uitsteeksel (Prox. Xiphoideus)
-> Draagt geen ribben
-> Zeer variabel van vorm
-> Vaak ook nog kraakbenig bij volwassenen
Bij jongeren en jongvolwassenen staan manubrium, corpus en prox. Xiphoideus met elkaar in
verbinding via kraakbeenvoegen: Synchondrosis manubriosternalis en synchondrosis xiphosternalis
deze verbenen met de leeftijd
Deze structuren zijn door banden en echte en onechte gewrichten bewegelijk met elkaar verboden en door
tussenribspieren (mm. Intercostales) bevestigd
ANATOMIE THORAXWAND
1. BOTTEN EN GEWRICHTEN
De borstkast omsluit de borstholte (Cavitas Thoracis)
-> Heeft een bovenste en onderste opening (Apertura throacis
superior en inferior)
-> De vorm vertoont naast individuele ook sterke leeftijd- en
geslacht specifieke verschillen
Een zuigeling zijn ribben hebben nog meer een heel kleine
hoek: Staan bijna horizontaal
Met toenemende leeftijd zakken ze omlaag en vlakt de
borstkast af in sagittale richting
Gelijktijdig w de onderste thoraxapertuur kleiner
De vrouwelijke thorax is in het algemeen smaller en korter
-> De benige thorax en zijn musculaire wandstructuren vormen
een vast-stabiel omhulsel dat adembewegingen mogelijk
maakt
Bij zware thorax-verwondingen (vb. meervoudige
ribfracturen) kan de instabiliteit vd thoraxwand een
paradoxale ademhaling veroorzaken: Inspiratoir inwaartse
en expiratoir uitwaartse bewegingen
Hierdoor kan de lucht gaan pendelen tussen beide longen
(Aangedane en niet aangedane long) en wordt de dode
ruimte vergroot
De benige thoraxwand wordt gevormd door:
o De borstwervelkolom
-> De wervelkolom kan opgedeeld worden in verschillende algemene gebieden:
o Occipitale regio
-> Opgenomen in de basisstructuur van de schedel
-> Achterhoofdsbeen: Os occipitale
-> Bestaat uit 4 wervels
o Cervicale regio
-> Hals regio
-> Bevat de gespecialiseerde atlas en axis
Respectievelijk eerste en tweede wervels
Verbinden de wervelkolom met de schedel
-> C1 = atlas ; C2 = axis
-> Bestaat uit 7 wervels
o De thoracale regio
-> Borst regio
-> Hieruit ontstaan de ribben
-> Bestaat uit 12 wervels waarop aan weerzijden 12 ribben aanhechten
o Lumbale regio
-> Lenden regio
-> Bestaat uit 5 wervels
o Sacrale regio
-> Heiligebeen wervel
-> Vijf wervels zijn gefuseerd tot 1 wervelbeen: Sacrum
o Caudale regio
-> Staartbeen: Coccyx
-> Bestaat uit 4 wervels
, 2
o De 12 paar ribben (Costae)
-> Elke rib heeft aan de onderzijde een groef (Sulcus cosae) waarin de
intercostale bloedvaten en zenuwen lopen
-> Vd 12 paar ribben is elk ribbenpaar bilateraal symmetrisch
o Ware ribben (Costae verae)
-> De eerste zeven ribben (I-VII)
-> Lopen rechtstreeks naar het borstbeen, Sternum
o Valse ribben (Castae spuriae)
-> De volgende drie ribben (VIII-X)
-> Staan indirect in contact met het sternum: Hun ribkraakbeen
ligt tegen naastgelegen rib aan
Draagt zo bij aan de structuur van de ribboog (Arcus costalis)
o Zwevende ribben (Costae fluitantes)
-> De laatste 2 paar (XI-XII)
-> Eindigen vrij tussen de spieren van de laterale buikwand
o Het borstbeen/Sternum
-> Is een afgeplat, licht naar voren gewelfd bot
-> De zijwaartse randen vertonen meerdere kerven (Incisurae costales)
-> Bestaat bij volwassenen uit 3 benige delen:
o De handgreep (Manubrium sterni)
-> Bevat aan zijn craniale rand een insnijding (Incicura jugularis) die makkelijk de palperen is
Opzij van de incisura jugularis ligt een verdieping voor de articulatie met de
desbetreffende clavicula (Incisura clavicularis)
-> Op de overgang tussen manubrium en corpus sterni ligt het gewrichtsvlak voor de 2 de rib
(Incisura costalis II): Op deze plaats is het manubrium tov het corpus vaak iets naar achter
geknikt (Borstbeenhoek = Angulus sterni)
o Het borstbeenlichaam (Corpus sterni)
o Het zwaardvormige uitsteeksel (Prox. Xiphoideus)
-> Draagt geen ribben
-> Zeer variabel van vorm
-> Vaak ook nog kraakbenig bij volwassenen
Bij jongeren en jongvolwassenen staan manubrium, corpus en prox. Xiphoideus met elkaar in
verbinding via kraakbeenvoegen: Synchondrosis manubriosternalis en synchondrosis xiphosternalis
deze verbenen met de leeftijd
Deze structuren zijn door banden en echte en onechte gewrichten bewegelijk met elkaar verboden en door
tussenribspieren (mm. Intercostales) bevestigd
