Intro tourism
Inhoudsopgave
WEEK 1 – INTRODUCTIE TOERISME...................................................................................................2
WEEK 1 – BESTEMMING IN BEELD.....................................................................................................5
WEEK 2 – TOERISTISCH SYSTEEM.......................................................................................................6
WEEK 2 – DUURZAAMHEID, IMPACTS TOERISME..............................................................................9
WEEK 3 – RECREATIE EN HOSPITALITY.............................................................................................10
WEEK 3 – GASTCOLLEGE..................................................................................................................11
WEEK 4 – DESTINATIONS.................................................................................................................12
WEEK 5 – TRAVEL INDUSTRY...........................................................................................................16
WEEK 5 – AVIATION MANAGEMENT................................................................................................17
1
,Week 1 – introductie toerisme
Algemeen
Literatuur: De wereld van toerisme.
Toerisme: meerdaags met overnachting (langer dan 24 uur) elders dan thuis, vakantie, ver
weg, etc.
Definitie toerisme volgens het UNWTO: activiteiten van personen die reizen en verblijven op
een vreemde locatie wat korter duurt dan een jaar.
Recreatie: dagactiviteit zonder overnachting (korter dan 24 uur), o.a. Efteling, vissen,
zwemmen, etc.. Kan ook verblijfsrecreatie zijn, dat is incl. recreatie overnachting (zoals
Efteling Bosrijk, kampeerterreinen, huisjesterreinen als Landal, Topparken)
Geschiedenis toerisme
Toerisme zoals we het nu kennen is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. In de prehistorie
reizen de mensen om te overleven. Egyptenaren: zeilschepen, cruise. Romeinen: verblijf,
vervoer en vermaak.
Massatoerisme is waar we nu mee te maken krijgen. Waardoor ontstaat massatoerisme?
Industrialisatie en verstedelijking, koopkrachtontwikkeling, steeds meer vrije tijd, transport
(vliegtuig, trein, bus, etc.), voorzieningen en communicatiemiddelen.
Kernaspecten van toerisme
De drie V’s: verblijf (hotel, B&B), vervoer (bus, trein, auto) en vermaak (musea, Efteling,
wandelen, fietstochten) en eventueel een vierde V: vertering (voedsel)
Randvoorwaarden: vrije tijd, geld en informatie & communicatie
Actoren binnen toerisme
Bedrijvigheid: alle organisaties die betrokken zijn bij toerisme. Ondernemers, overheden,
organisaties en onderwijs/onderzoek/ondersteuning.
Bestemming: landen, regio’s en steden, attracties, natuur, cultuur en bezienswaardigheden.
Reiziger: individu, generatie, doelgroep, klantgroep, interessegroep, leefstijlgroep, sociaal
netwerk en gelijkgestemden.
Vormen van toerisme (voorbeeld Nederland)
Domestic tourism: binnenlands toerisme. Nederlanders die in Nederland op vakantie gaan.
Inbound tourism: buitenlanders op vakantie naar Nederland. Bezoek naar land (Nederland)
waar je geen inwoner (Duitser) van bent.
Outbound tourism: Nederlanders op vakantie naar het buitenland. Inwoners van een land
(Nederland) op bezoek naar het buitenland (Duitsland).
2
, Indicatoren
Nodig voor historisch perspectief (hoe was het?), de toekomt (hoe gaat dit zich
ontwikkelen?) en de besluiten die je maakt. Zo kan je kijken naar de vakantieparticipatie
(hoeveel % van de Nederlanders gaat op vakantie?) en de vakantiefrequentie (als je op
vakantie gaat, hoe vaak ga je dan op vakantie?).
Export is een soort van inbound tourism. Export is geld ontvangen, en inbound tourism is dat
ook (bv: Duitser geeft geld uit in Nederlandse strandtenten).
Toeristische actoren
Bedrijvigheid Reiziger Bestemming
Ondernemers Individu Land
Verblijf, attracties, Nederland, Duitsland,
reisbureaus Engeland, etc.
Overheden Generatie Regio
Rijk, provincie, regio, Noord, midden, zuid
gemeente
Organisaties Doelgroep Platteland
Bosbeheer, waterschap
Onderzoek Intresse/tribe Attracties
Hogescholen, universiteiten Efteling, Walibi, Musea
Sociaal netwerk Natuur
Fietsen, wandelen
Community Cultuur
Feestdagen, gewoonten,
etc.
3
Inhoudsopgave
WEEK 1 – INTRODUCTIE TOERISME...................................................................................................2
WEEK 1 – BESTEMMING IN BEELD.....................................................................................................5
WEEK 2 – TOERISTISCH SYSTEEM.......................................................................................................6
WEEK 2 – DUURZAAMHEID, IMPACTS TOERISME..............................................................................9
WEEK 3 – RECREATIE EN HOSPITALITY.............................................................................................10
WEEK 3 – GASTCOLLEGE..................................................................................................................11
WEEK 4 – DESTINATIONS.................................................................................................................12
WEEK 5 – TRAVEL INDUSTRY...........................................................................................................16
WEEK 5 – AVIATION MANAGEMENT................................................................................................17
1
,Week 1 – introductie toerisme
Algemeen
Literatuur: De wereld van toerisme.
Toerisme: meerdaags met overnachting (langer dan 24 uur) elders dan thuis, vakantie, ver
weg, etc.
Definitie toerisme volgens het UNWTO: activiteiten van personen die reizen en verblijven op
een vreemde locatie wat korter duurt dan een jaar.
Recreatie: dagactiviteit zonder overnachting (korter dan 24 uur), o.a. Efteling, vissen,
zwemmen, etc.. Kan ook verblijfsrecreatie zijn, dat is incl. recreatie overnachting (zoals
Efteling Bosrijk, kampeerterreinen, huisjesterreinen als Landal, Topparken)
Geschiedenis toerisme
Toerisme zoals we het nu kennen is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. In de prehistorie
reizen de mensen om te overleven. Egyptenaren: zeilschepen, cruise. Romeinen: verblijf,
vervoer en vermaak.
Massatoerisme is waar we nu mee te maken krijgen. Waardoor ontstaat massatoerisme?
Industrialisatie en verstedelijking, koopkrachtontwikkeling, steeds meer vrije tijd, transport
(vliegtuig, trein, bus, etc.), voorzieningen en communicatiemiddelen.
Kernaspecten van toerisme
De drie V’s: verblijf (hotel, B&B), vervoer (bus, trein, auto) en vermaak (musea, Efteling,
wandelen, fietstochten) en eventueel een vierde V: vertering (voedsel)
Randvoorwaarden: vrije tijd, geld en informatie & communicatie
Actoren binnen toerisme
Bedrijvigheid: alle organisaties die betrokken zijn bij toerisme. Ondernemers, overheden,
organisaties en onderwijs/onderzoek/ondersteuning.
Bestemming: landen, regio’s en steden, attracties, natuur, cultuur en bezienswaardigheden.
Reiziger: individu, generatie, doelgroep, klantgroep, interessegroep, leefstijlgroep, sociaal
netwerk en gelijkgestemden.
Vormen van toerisme (voorbeeld Nederland)
Domestic tourism: binnenlands toerisme. Nederlanders die in Nederland op vakantie gaan.
Inbound tourism: buitenlanders op vakantie naar Nederland. Bezoek naar land (Nederland)
waar je geen inwoner (Duitser) van bent.
Outbound tourism: Nederlanders op vakantie naar het buitenland. Inwoners van een land
(Nederland) op bezoek naar het buitenland (Duitsland).
2
, Indicatoren
Nodig voor historisch perspectief (hoe was het?), de toekomt (hoe gaat dit zich
ontwikkelen?) en de besluiten die je maakt. Zo kan je kijken naar de vakantieparticipatie
(hoeveel % van de Nederlanders gaat op vakantie?) en de vakantiefrequentie (als je op
vakantie gaat, hoe vaak ga je dan op vakantie?).
Export is een soort van inbound tourism. Export is geld ontvangen, en inbound tourism is dat
ook (bv: Duitser geeft geld uit in Nederlandse strandtenten).
Toeristische actoren
Bedrijvigheid Reiziger Bestemming
Ondernemers Individu Land
Verblijf, attracties, Nederland, Duitsland,
reisbureaus Engeland, etc.
Overheden Generatie Regio
Rijk, provincie, regio, Noord, midden, zuid
gemeente
Organisaties Doelgroep Platteland
Bosbeheer, waterschap
Onderzoek Intresse/tribe Attracties
Hogescholen, universiteiten Efteling, Walibi, Musea
Sociaal netwerk Natuur
Fietsen, wandelen
Community Cultuur
Feestdagen, gewoonten,
etc.
3
