Partnerschap
1. Geef in de volgende gevallen aan of voor de toepassing van de Wet IB 2001
al dan niet sprake is van partners.
a. Peter en Wendy wonen ongehuwd samen op hetzelfde adres. Tot hun
huishouden behoort een dochter van 12 jaar uit een eerdere relatie van
Wendy.
Op grond van art. 5a AWR zijn echtgenoten, geregistreerde partners en
meerderjarigen met een notarieel samenlevingscontract fiscale partners.
Per en Wendy behoren niet tot deze groepen. Dus geen partners op
grond van art. 5a AWR. Kan wel op grond van art. 1.2 Wet IB, want dat
is een uitbreiding van art. 5a AWR. Art. 1.2 lid 1 onderdeel e is hier van
toepassing, dus ze zijn fiscale partners.
b. Wim (45 jaar) en zijn zoon Fred (23 jaar) hebben samen een huis
gekocht dat door hen beiden wordt bewoond.
Ze zijn geen partners op grond van art. 5a AWR, maar ze hebben samen
een eigen woning, dus misschien is art. 1.2 lid 1 sub d van toepassing,
maar Fred is maar 23 jaar. Op grond van art. 1.2 lid 4 sub a mogen ze
dus geen fiscale partners zijn.
c. Chris en Tiny wonen samen op hetzelfde adres in een huurhuis. Zij
hebben een geregistreerd partnerschap.
Ze zijn op grondvan art. 5a AWR partners, omdat er sprake is van
een geregistreerde partnerschap. Art. 2 lid 6 AWR stellen
geregistreerde partners namelijk gelijk met gehuwden.
d. Floris en Lideweij zijn gehuwd. Floris heeft een eigen woning, Lidewij een
huurflat. Zij verblijven ongeveer de helft van de tijd in hun eigen
woonruimte, de andere helft van de tijd brengen zij gezamenlijk door, hetzij
in de woning van Floris, hetzij in de flat van Lideweij.
Ze zijn getrouwd, dus ze zijn partners op grond van art. 5a lid 1 sub a.
AB
2. Victor is getrouwd met Maartje, ze wonen samen en hebben een dochter,
Loesje. Loesje is 22 jaar en woont niet meer in het ouderlijk huis. Victor heeft
3%, Maartje heeft 4% en Loesje 2% van de aandelen in de BV X. De BV X
heeft één soort aandelen, die alle zijn geplaatst. Heeft één van vermelde
personen een AB? Zijn eventuele huwelijkse voorwaarden van betekenis?
Victor en Maartje zijn getrouwd, dus ze zijn partners. Samen hebben ze een
aandelenbelang van 7%, dus ze hebben allebei een ab op grond van art. 4.6. De
2% aandelen van Loesje worden meegetrokken op grond van art. 4.10.
Huwelijkse voorwaarden hebben geen betekenis. Dat zou alleen van betekenis
zijn als een van de twee 0% aandelen had. Als er huwelijkse voorwaarden zijn,
heeft Victor 3% en Maartje 4%. Samen hebben ze alsnog 7%, dus een ab.
3. Lisa houdt voor rekening van Jan 10% van de aandelen in de BV S (één soort
aandelen, alle geplaatst). Lisa en Jan zijn geen familie en geen partners. Heeft
1