Evidence-based practice hoorcollege 1
• 5 stappen van EBP in de juiste volgorde
1. De behoefte aan informatie omzetten in een beantwoordbare vraag
2. Zoeken naar het best beschikbare bewijs dat de vraag kan beantwoorden
3. Kritische beoordeling van het bewijs: is het valide en toepasbaar?
4. Met het bewijs een beslissing nemen die past in omstandigheden/behoefte van de patiënt
5. Evalueren: kan dit de volgende keer beter en e ciënter?
• PICO: P: Patient - I: Intervention - C: Comparison - O: Outcome
• Je zoekt naar informatie over heesheid bij kinderen. Wat betekent: dysphonia AND child*?
A. je wilt alleen informatie over heesheid bij kinderen
B. je wilt alle informatie over heesheid, maar ook alle informatie over kinderen
C. je wilt alle informatie over heesheid, maar niet over kinderen;
• Het * achter ‘child’ geeft aan dat
A. synoniemen van het woord ‘child’ ook meegenomen moeten worden
B. er gezocht moet worden op de term ‘child’ met diverse achtervoegsels: zowel in enkelvoud als
meervoud als met andere termen (childhood)
C. je onzeker bent over de juistheid van de zoekterm
• Evidence-based practice
- Is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal
(bewijs en evidence) om beslissingen te nemen met individuele cliënten (en/of hun naasten)
over goede/gewenste zorg/behandeling
• Kernpunten EBP
- Kennis (zowel propositionele, professionele, persoonlijke) van zowel cliënt als paramedicus is
fundamenteel voor besluitvorming
- Onderscheid tussen individuele kennis, evidence en bewijs
- Belangrijkste doel EBP: kwalitatief goede zorg te (blijven) bieden
- EBP ondersteunt gezamenlijke geïnformeerde besluitvorming over vraagstukken mbt zorg en
gezondheid
• De praktijk van EBP impliceert het integreren van
- individuele kennis en ervaring van de behandelaar en de individuele waarden en
ervaringskennis van de cliënt met het beste bewijsmateriaal
• Methodiek van EBP
1. (zorg- of gezondheids)probleem vertalen in een beantwoordbare vraag
2. e ciënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
3. beoordelen van gevonden bewijs op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
4. toepassen van gevonden resultaat in de praktijk
5. regelmatig evalueren van het proces en het resultaat
• 3 bronnen van kennis
- Propositionele kennis: bewijs (literatuur/wetenschap)
- Professionele kennis: opgedaan in de opleiding/werk
- Persoonlijke kennis: ervaringen/routines /gut feeling/tacit
knowledge
ffi ffi
, • Evidence: kennis gebaseerd op verschillende bronnen, getoetst en betrouwbaar is bevonden
- de verschillende bronnen van kennis moeten aanwijsbaar zijn
- de kennis (indien impliciet) expliciet gemaakt worden
- de kennis getoetst worden en betrouwbaar bevonden worden
- de kennis gebaseerd zijn op bronnen
• Bewijs (propositionele kennis): kennis gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek
- hierbij wordt gestreefd naar variëteit in de bewijsvoering (verschillende artikelen/bronnen)
• Soorten wetenschap
• empirisch-analytische (positivisme): kwantitatief/data
• interpretatieve (fenomenologische/hermeneutische,
naturalisme): begrijpen/interpreteren/interviews
afnemen
• kritische
• Benodigde kennis en vaardigheden om EBP toe te
kunnen passen
- Naast computervaardigheden, met name het (e ciënt)
kunnen zoeken op internet
- Formuleren van (relevante) beantwoordbare vragen
- Selecteren van artikelen (op basis van een samenvatting)
- Beoordelen van artikelen
• Gebruik ‘PICO-regel’ om concrete en beantwoordbare vragen te formuleren
- P: Patient - I: Intervention - C: Comparison - O: Outcome
- Is woordvindingstherapie (I) e ectief om de communicatie te verbeteren (O) van ouderen met
afasie (P) als gevolg van een herseninfarct?
• PICO-voorbeeld 1: interventie
- Zijn ouders van kinderen tussen de 0 en 4 jaar, die naar een kinderdagverblijf gaan vaker
verkouden dan ouders waarvan de kinderen niet naar een kinderdagverblijf gaan?
- P: ouders, kinderen 0-4 jaar
- I: kinderdagverblijf
- C: geen kinderdagverblijf
- O: vaker verkouden
• PICO-voorbeeld 2: diagnostiek
- Levert een perceptuele beoordeling van de stemkwaliteit van een cliënt met stembandknobbels
een even accurate diagnose op als een akoestische analyse (bijv. met Praat)?
- P: cliënt met stembandknobbels
- I: perceptuele beoordeling stemkwaliteit
- C: akoestische beoordeling stemkwaliteit
- O: accurate diagnose
• Is dit een juiste vraag?: Wat is de e ectiviteit van vroegtijdige interventie (0-3 jaar) bij kinderen?
- De vraag is niet speci ek genoeg.
- P: is onvolledig
- I: is er wel
- C: er is geen C (dit is overigens niet altijd erg)
- O: ontbreekt
- Herziening: Leidt vroegtijdige interventie bij 0-tot 3-jarige kinderen met
taalontwikkelingsstoornissen (P) tot grotere verbetering van taalvaardigheid (O)dan een
afwachtend beleid (C)?
fi ff ff ffi
• 5 stappen van EBP in de juiste volgorde
1. De behoefte aan informatie omzetten in een beantwoordbare vraag
2. Zoeken naar het best beschikbare bewijs dat de vraag kan beantwoorden
3. Kritische beoordeling van het bewijs: is het valide en toepasbaar?
4. Met het bewijs een beslissing nemen die past in omstandigheden/behoefte van de patiënt
5. Evalueren: kan dit de volgende keer beter en e ciënter?
• PICO: P: Patient - I: Intervention - C: Comparison - O: Outcome
• Je zoekt naar informatie over heesheid bij kinderen. Wat betekent: dysphonia AND child*?
A. je wilt alleen informatie over heesheid bij kinderen
B. je wilt alle informatie over heesheid, maar ook alle informatie over kinderen
C. je wilt alle informatie over heesheid, maar niet over kinderen;
• Het * achter ‘child’ geeft aan dat
A. synoniemen van het woord ‘child’ ook meegenomen moeten worden
B. er gezocht moet worden op de term ‘child’ met diverse achtervoegsels: zowel in enkelvoud als
meervoud als met andere termen (childhood)
C. je onzeker bent over de juistheid van de zoekterm
• Evidence-based practice
- Is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal
(bewijs en evidence) om beslissingen te nemen met individuele cliënten (en/of hun naasten)
over goede/gewenste zorg/behandeling
• Kernpunten EBP
- Kennis (zowel propositionele, professionele, persoonlijke) van zowel cliënt als paramedicus is
fundamenteel voor besluitvorming
- Onderscheid tussen individuele kennis, evidence en bewijs
- Belangrijkste doel EBP: kwalitatief goede zorg te (blijven) bieden
- EBP ondersteunt gezamenlijke geïnformeerde besluitvorming over vraagstukken mbt zorg en
gezondheid
• De praktijk van EBP impliceert het integreren van
- individuele kennis en ervaring van de behandelaar en de individuele waarden en
ervaringskennis van de cliënt met het beste bewijsmateriaal
• Methodiek van EBP
1. (zorg- of gezondheids)probleem vertalen in een beantwoordbare vraag
2. e ciënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
3. beoordelen van gevonden bewijs op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
4. toepassen van gevonden resultaat in de praktijk
5. regelmatig evalueren van het proces en het resultaat
• 3 bronnen van kennis
- Propositionele kennis: bewijs (literatuur/wetenschap)
- Professionele kennis: opgedaan in de opleiding/werk
- Persoonlijke kennis: ervaringen/routines /gut feeling/tacit
knowledge
ffi ffi
, • Evidence: kennis gebaseerd op verschillende bronnen, getoetst en betrouwbaar is bevonden
- de verschillende bronnen van kennis moeten aanwijsbaar zijn
- de kennis (indien impliciet) expliciet gemaakt worden
- de kennis getoetst worden en betrouwbaar bevonden worden
- de kennis gebaseerd zijn op bronnen
• Bewijs (propositionele kennis): kennis gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek
- hierbij wordt gestreefd naar variëteit in de bewijsvoering (verschillende artikelen/bronnen)
• Soorten wetenschap
• empirisch-analytische (positivisme): kwantitatief/data
• interpretatieve (fenomenologische/hermeneutische,
naturalisme): begrijpen/interpreteren/interviews
afnemen
• kritische
• Benodigde kennis en vaardigheden om EBP toe te
kunnen passen
- Naast computervaardigheden, met name het (e ciënt)
kunnen zoeken op internet
- Formuleren van (relevante) beantwoordbare vragen
- Selecteren van artikelen (op basis van een samenvatting)
- Beoordelen van artikelen
• Gebruik ‘PICO-regel’ om concrete en beantwoordbare vragen te formuleren
- P: Patient - I: Intervention - C: Comparison - O: Outcome
- Is woordvindingstherapie (I) e ectief om de communicatie te verbeteren (O) van ouderen met
afasie (P) als gevolg van een herseninfarct?
• PICO-voorbeeld 1: interventie
- Zijn ouders van kinderen tussen de 0 en 4 jaar, die naar een kinderdagverblijf gaan vaker
verkouden dan ouders waarvan de kinderen niet naar een kinderdagverblijf gaan?
- P: ouders, kinderen 0-4 jaar
- I: kinderdagverblijf
- C: geen kinderdagverblijf
- O: vaker verkouden
• PICO-voorbeeld 2: diagnostiek
- Levert een perceptuele beoordeling van de stemkwaliteit van een cliënt met stembandknobbels
een even accurate diagnose op als een akoestische analyse (bijv. met Praat)?
- P: cliënt met stembandknobbels
- I: perceptuele beoordeling stemkwaliteit
- C: akoestische beoordeling stemkwaliteit
- O: accurate diagnose
• Is dit een juiste vraag?: Wat is de e ectiviteit van vroegtijdige interventie (0-3 jaar) bij kinderen?
- De vraag is niet speci ek genoeg.
- P: is onvolledig
- I: is er wel
- C: er is geen C (dit is overigens niet altijd erg)
- O: ontbreekt
- Herziening: Leidt vroegtijdige interventie bij 0-tot 3-jarige kinderen met
taalontwikkelingsstoornissen (P) tot grotere verbetering van taalvaardigheid (O)dan een
afwachtend beleid (C)?
fi ff ff ffi