Succesvol team
Uitgewerkte leerdoelen:
Leerdoel 1:
Wat houdt het communicatiemodel van Schulz van Thun in?
Het model van Schulz van Thun is een communicatiemodel wat inzicht geeft in het communiceren
van een boodschap van de ene persoon (zender) naar de ander (ontvanger).
Er zijn vier aspecten van communicatie volgens van Thun:
1) Het zakelijk aspect (verbaal) = hiermee wordt de letterlijke boodschap bedoeld, dus wat iemand
woordelijk zegt.
2) Het expressieve aspect (non-verbaal) = dit omvat de informatie die de zender van een boodschap
meezendt over zichzelf als persoon, dus wat zij bijv. zelf van de boodschap vinden of hen gevoel
daarbij.
3) Het relationele aspect (non-verbaal) = dit aspect gaat over de manier waarop de zender tegenover
de ontvanger staat, dus of hij degene sympathiek vindt of wat de hiërarchische verhouding met de
ander is. Dit aspect bepaalt of de ontvanger iets met de boodschap zal doen.
4) Het appellerende aspect (non-verbaal) = hierbij gaat het om wat de zender bij de ontvanger
probeert te bereiken doormiddel van zijn boodschap. Dit aspect bepaalt wat de zender van de
ontvanger wil.
Wat zijn de bijbehorende begrippen bij het model van van Thun?
- Het zakelijk aspect
- Het expressieve aspect
- Façadetechnieken = technieken die mensen gebruiken om te verbergen hoe mensen zich
echt ergens bij voelen door zich te verbergen. Zij verbergen zich achter een façade (letterlijk:
voorgevel van een gebouw).
- Zwijgen: niets zeggen.
- Vermijdingsgedrag: bedenken van argumenten om iets niet te hoeven doen.
- Inbouwen van een gevoelsmatige ontsnappingsroute: een excuus achter de hand
hebben waarom ze iets niet is gelukt/hebben gedaan.
- Uiterlijke onbewogenheid: emoties voor jezelf houden, geen emoties tonen.
- Imponeertechieken = technieken die mensen gebruiken om te verbergen hoe mensen zich
echt ergens bij voelen door het werkelijke gevoel te overschreeuwen.
- Elitair taalgebruik: indruk maken door iemand te overdonderen met, voor de
ontvanger, onbegrijpelijk taalgebruik.
- Zoeken naar een thuiswedstrijd: het gespreksonderwerp herleiden naar een
onderwerp waar ze veel van weten.
- Terloopse positieve opmerkingen over de zender zelf: positieve opmerkingen die de
zender tussen lippen door maakt over zichzelf.
, - Het relationele aspect
- Het appellerende aspect
- Expliciet appel = een openlijk uitgesproken verzoek van de zender naar de ontvanger.
- Verborgen appel = een boodschap van zender naar ontvanger waarin het verzoek niet
openlijk wordt uitgesproken.
- Feedback = evaluatie van iemand gedrag en prestaties over een bepaalde periode.
- Evaluatieve feedback = Feedback waarbij het leereffect centraal staat. Het wordt gegeven
om gedrag bij te stellen en om gewenst gedrag te stimuleren.
- Spontane feedback = Feedback die spontaan gegeven wordt om de communicatie en het
gesprek op gang te houden.
Leerdoel 2:
Wat is het referentiekader?
Het referentiekader is het geheel van normen en waarden waarnaar men zich richt. Iedereen heeft
een ander beeld van de werkelijkheid en kleurt deze vanuit zijn eigen referentiekader, en handelt hier
ook naar in zijn/haar doen en laten.
Welke rol speelt het referentiekader in communicatie tussen mensen?
Aangezien iedereen wel andere normen en waarden heeft handelt iedereen ook op een andere
manier in een bepaalde situatie. Waar de een het heel normaal vindt om fel te reageren op kritiek,
kan een ander de kritiek ook zien als opbouwende kritiek en de kritiek juist tot zich nemen.
Leerdoel 3:
Wat houdt actief luisteren precies in?
Actief luisteren is de techniek die wordt toegepast om betrouwbare informatie te verkrijgen van
anderen.
Actief luisteren doe je door LSD toe te passen: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
- Luisteren = vooral non-verbaal gedrag: houding, oogcontact en signalen dat je luistert (..mmhh,
hummen)
- Samenvatten = het regelmatig in eigen woorden samenvatten van wat de ander heeft verteld.
Hierdoor laat je zien dat je aandacht hebt, kan je merken of je de boodschap snapt en stimuleer je de
ander om meer te vertellen.
- Doorvragen = tijdens het luisteren vragen stellen ter verduidelijking of ter verdieping van de
informatie die je krijgt.
Uitgewerkte leerdoelen:
Leerdoel 1:
Wat houdt het communicatiemodel van Schulz van Thun in?
Het model van Schulz van Thun is een communicatiemodel wat inzicht geeft in het communiceren
van een boodschap van de ene persoon (zender) naar de ander (ontvanger).
Er zijn vier aspecten van communicatie volgens van Thun:
1) Het zakelijk aspect (verbaal) = hiermee wordt de letterlijke boodschap bedoeld, dus wat iemand
woordelijk zegt.
2) Het expressieve aspect (non-verbaal) = dit omvat de informatie die de zender van een boodschap
meezendt over zichzelf als persoon, dus wat zij bijv. zelf van de boodschap vinden of hen gevoel
daarbij.
3) Het relationele aspect (non-verbaal) = dit aspect gaat over de manier waarop de zender tegenover
de ontvanger staat, dus of hij degene sympathiek vindt of wat de hiërarchische verhouding met de
ander is. Dit aspect bepaalt of de ontvanger iets met de boodschap zal doen.
4) Het appellerende aspect (non-verbaal) = hierbij gaat het om wat de zender bij de ontvanger
probeert te bereiken doormiddel van zijn boodschap. Dit aspect bepaalt wat de zender van de
ontvanger wil.
Wat zijn de bijbehorende begrippen bij het model van van Thun?
- Het zakelijk aspect
- Het expressieve aspect
- Façadetechnieken = technieken die mensen gebruiken om te verbergen hoe mensen zich
echt ergens bij voelen door zich te verbergen. Zij verbergen zich achter een façade (letterlijk:
voorgevel van een gebouw).
- Zwijgen: niets zeggen.
- Vermijdingsgedrag: bedenken van argumenten om iets niet te hoeven doen.
- Inbouwen van een gevoelsmatige ontsnappingsroute: een excuus achter de hand
hebben waarom ze iets niet is gelukt/hebben gedaan.
- Uiterlijke onbewogenheid: emoties voor jezelf houden, geen emoties tonen.
- Imponeertechieken = technieken die mensen gebruiken om te verbergen hoe mensen zich
echt ergens bij voelen door het werkelijke gevoel te overschreeuwen.
- Elitair taalgebruik: indruk maken door iemand te overdonderen met, voor de
ontvanger, onbegrijpelijk taalgebruik.
- Zoeken naar een thuiswedstrijd: het gespreksonderwerp herleiden naar een
onderwerp waar ze veel van weten.
- Terloopse positieve opmerkingen over de zender zelf: positieve opmerkingen die de
zender tussen lippen door maakt over zichzelf.
, - Het relationele aspect
- Het appellerende aspect
- Expliciet appel = een openlijk uitgesproken verzoek van de zender naar de ontvanger.
- Verborgen appel = een boodschap van zender naar ontvanger waarin het verzoek niet
openlijk wordt uitgesproken.
- Feedback = evaluatie van iemand gedrag en prestaties over een bepaalde periode.
- Evaluatieve feedback = Feedback waarbij het leereffect centraal staat. Het wordt gegeven
om gedrag bij te stellen en om gewenst gedrag te stimuleren.
- Spontane feedback = Feedback die spontaan gegeven wordt om de communicatie en het
gesprek op gang te houden.
Leerdoel 2:
Wat is het referentiekader?
Het referentiekader is het geheel van normen en waarden waarnaar men zich richt. Iedereen heeft
een ander beeld van de werkelijkheid en kleurt deze vanuit zijn eigen referentiekader, en handelt hier
ook naar in zijn/haar doen en laten.
Welke rol speelt het referentiekader in communicatie tussen mensen?
Aangezien iedereen wel andere normen en waarden heeft handelt iedereen ook op een andere
manier in een bepaalde situatie. Waar de een het heel normaal vindt om fel te reageren op kritiek,
kan een ander de kritiek ook zien als opbouwende kritiek en de kritiek juist tot zich nemen.
Leerdoel 3:
Wat houdt actief luisteren precies in?
Actief luisteren is de techniek die wordt toegepast om betrouwbare informatie te verkrijgen van
anderen.
Actief luisteren doe je door LSD toe te passen: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
- Luisteren = vooral non-verbaal gedrag: houding, oogcontact en signalen dat je luistert (..mmhh,
hummen)
- Samenvatten = het regelmatig in eigen woorden samenvatten van wat de ander heeft verteld.
Hierdoor laat je zien dat je aandacht hebt, kan je merken of je de boodschap snapt en stimuleer je de
ander om meer te vertellen.
- Doorvragen = tijdens het luisteren vragen stellen ter verduidelijking of ter verdieping van de
informatie die je krijgt.
