Contactlens 2
, Inhoudsopgave
Inhoud
Week 1 – Orthokeratologie, onderzoek voorste oogsegment & oogleden............................................3
Leerdoelen die voor mij van toepassing zijn:......................................................................................3
Aanvulling op de voorbereidingsvragen voor de leerdoelen:.............................................................4
Werkcollege 2.....................................................................................................................................5
Quiz 1: heb ik de leerdoelen begrepen?.............................................................................................7
Week 2 – Asferische lenzen, conjunctiva en limbus...............................................................................8
Leerdoelen die van toepassing zijn:....................................................................................................8
Asferische lenzen................................................................................................................................8
Werkcollege 2...................................................................................................................................11
Quiz week 2: heb ik de leerdoelen begrepen?..................................................................................11
Week 3 – Astigmatisme en zachte lenzen & epitheel...........................................................................12
Leerdoelen die van toepassing zijn:..................................................................................................12
Astigmatisme & zachte lenzen..........................................................................................................12
Werkcollege 3...................................................................................................................................13
Quiz week 3......................................................................................................................................14
Week 4 – Astigmatisme en vormstabiele lenzen & stroma..................................................................15
Leerdoelen die van toepassing zijn:..................................................................................................15
Astigmatisme & vormstabiele lenzen...............................................................................................15
Quiz: leerdoelen van week 4............................................................................................................16
Werkcollege 4...................................................................................................................................17
Hoorcollege: een kleine wereld........................................................................................................21
Week 5: Graderen & endotheel............................................................................................................24
Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................24
Graderen: hoofdstuk 2 en 3..............................................................................................................24
Werkcollege 5...................................................................................................................................24
Optische interventies in myopie management.................................................................................25
Lenzen op medische indicatie...........................................................................................................26
Quiz: heb ik de leerdoelen begrepen?..............................................................................................29
Week 6: Droog oog, uitvoering van een aanmeting & materiaalkeuze................................................30
Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................30
Quiz: Lid wiper epitheliopathy..........................................................................................................30
Quiz: heb ik de leerdoelen begrepen?..............................................................................................31
Werkcollege 6...................................................................................................................................32
Week 7: Uitvoeren van een lenscontrole & vloeistofkeuze..................................................................32
, Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................32
Week 1 – Orthokeratologie, onderzoek
voorste oogsegment & oogleden
Leerdoelen die voor mij van toepassing zijn:
- Je weet hoe je kennis en vaardigheden getoetst worden
- Je kent het principe achter orthokeratologie
- Je kent het toepassingsgebied van orthokeratologie
- Je bent bekend met de risico’s van orthokeratologie en kan dit ook in perspectief zetten
- Je kent de typische topobeelden bij orthokeratologie en je bent ook in staat om alternatieven
te formuleren bij subjectieve en objectieve problemen aan de hand van het aanpassen van
sagitta, radius en diameter
- Je begrijpt het begrip informed consent en het belang hiervan
- Je kan de onderdelen en (vervolg)stappen benoemen van een aanmeting ter behoeve van
orthokeratologie
- De voor- en nadelen noemen van een Burton lamp
- De 6 filters en hun toepassingen benoemen die gebruikt worden tijdens het
contactlensonderzoek
- De 6 meest voorkomende belichting en observatie technieken benoemen en je weet ook
wanneer welke techniek gebruikt wordt
- De spleetlamp routine benoemen
- De voordelen van digitale beeldvorming tijdens je onderzoek benoemen
- Het nut van secundaire apparatuur, zoals de tearscope of microscoop, benoemen
- Het verschil kennen tussen reflectie en projectie topografie
- De gebieden noemen die onderzocht kunnen worden met een OCT tijdens een
contactlensonderzoek
- De voor- en nadelen benoemen van de verschillende technieken om een cornea oppervlakte
in kaart te brengen
- Benoemen hoe contactlensgebruik het knippergedrag en de traankwaliteit kan beïnvloeden
- De etiologie, symptomen en management benoemen van de aponeurogene en niet
aponeurogene contactlens geïnduceerde ptosis (CLIP
- Andere contactlens geassocieerde ooglidafwijkingen benoemen
- De 6 positieve effecten benoemen die de oogleden op de contactlens kunnen uitoefenen
, - De 2 hoofdfuncties benoemen van de klieren van Meibom
- De etiologie, symptomen en management benoemen van MGD
- De etiologie, symptomen en management benoemen van de 2 soorten blefaritis
- De relatie benoemen tussen MGD en blefaritis
- De etiologie, symptomen en management benoemen van trichiasis en distichiasis
Aanvulling op de voorbereidingsvragen voor de leerdoelen:
Tijdens het spleetlamp onderzoek kan je gebruik maken van 6 verschillende filters:
1. Groen filter (of rood-vrij filter): dit vergroot het contrast bij het beoordelen van
neovascularisatie in de cornea en iris. Ook wordt de zichtbaarheid van de rose bengal
staining beter zichtbaar in de cornea en conjunctiva
De rode bloedvaten worden zwart door de filter
2. Neutral density filter (ND): vermindert de lichtintensiteit en verhoogd het comfort bij de
patiënt
3. Polarisatie filter: vermindert de specular reflection en kan worden gebruikt voor het
verhogen van de zichtbaarheid bij subtiele defecten
4. Cobalt blauw filter: hierdoor wordt de fluoresceïne beter zichtbaar, ook wordt dit gebruikt bij
het beoordelen van een keratoconus. De fleischer ring (=een ijzer pigment afzetting) is lastig
te zien bij wit licht, door het cobalt blauw filter wordt het contrast groter.
5. Yellow (Kodak Wratten #12) filter: dit is geen filter in de spleetlamp maar kan ervoor worden
geplaatst. Het verhoogd het contrast van fluoresceïne.
Wanneer je de spleetlamp gebruikt heb je verschillende belichtingstechnieken nodig om het voorste
oogsegment goed te kunnen beoordelen. Dat zijn de volgende belichting en observatie technieken:
- Diffuse verlichting: dit wordt gebruikt om het anteriore segment met een lage vergroting te
bekijken.
- Parallelle piped:
o Direct: bij een directe verlichting bekijk je de locatie, breedte en hoogte van een
afwijking in de cornea. Bijvoorbeeld voor littekens, infiltraten en corneale staining
o Indirect: bij deze techniek kan je de subtiele veranderingen van cornea helderheid
zien.
- Optic section:
o Direct: bij deze techniek kan je goed de diepte van een afwijking beoordelen.
Bijvoorbeeld voor foreign body, cornea litteken en of de staining verhoogd, vlak of
verlaagd is.
o Indirect
- Retro verlichting: hierbij wordt het licht door de retina weer gereflecteerd, dit kan je
gebruiken voor neovascularisatie, littekens, degeneratie en dystrofiën.
o Direct: corneale opaciteiten worden als zwart gezien tegen een lichte achtergrond
o Indirect
o Marginaal: vaak wordt dit gebruikt voor de transparante optische afwijkingen in de
traanfilm, zoals mucin balls, epitheliale microcystes, vacuoles en bullae.
- Specular reflection
- Sclerotic scatter: voor subtiele veranderingen in de cornea helderheid, zoals oedeem.
- Conical beam: hierbij wordt de voorste oogkamer beoordeeld
o Statisch
o Oscillating/bewegend
Naast de spleetlamp zijn er andere apparaten die je kan gebruiken als extra beoordeling tijdens een
onderzoek. Wat is het nut van deze secundaire apparaten?
, Inhoudsopgave
Inhoud
Week 1 – Orthokeratologie, onderzoek voorste oogsegment & oogleden............................................3
Leerdoelen die voor mij van toepassing zijn:......................................................................................3
Aanvulling op de voorbereidingsvragen voor de leerdoelen:.............................................................4
Werkcollege 2.....................................................................................................................................5
Quiz 1: heb ik de leerdoelen begrepen?.............................................................................................7
Week 2 – Asferische lenzen, conjunctiva en limbus...............................................................................8
Leerdoelen die van toepassing zijn:....................................................................................................8
Asferische lenzen................................................................................................................................8
Werkcollege 2...................................................................................................................................11
Quiz week 2: heb ik de leerdoelen begrepen?..................................................................................11
Week 3 – Astigmatisme en zachte lenzen & epitheel...........................................................................12
Leerdoelen die van toepassing zijn:..................................................................................................12
Astigmatisme & zachte lenzen..........................................................................................................12
Werkcollege 3...................................................................................................................................13
Quiz week 3......................................................................................................................................14
Week 4 – Astigmatisme en vormstabiele lenzen & stroma..................................................................15
Leerdoelen die van toepassing zijn:..................................................................................................15
Astigmatisme & vormstabiele lenzen...............................................................................................15
Quiz: leerdoelen van week 4............................................................................................................16
Werkcollege 4...................................................................................................................................17
Hoorcollege: een kleine wereld........................................................................................................21
Week 5: Graderen & endotheel............................................................................................................24
Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................24
Graderen: hoofdstuk 2 en 3..............................................................................................................24
Werkcollege 5...................................................................................................................................24
Optische interventies in myopie management.................................................................................25
Lenzen op medische indicatie...........................................................................................................26
Quiz: heb ik de leerdoelen begrepen?..............................................................................................29
Week 6: Droog oog, uitvoering van een aanmeting & materiaalkeuze................................................30
Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................30
Quiz: Lid wiper epitheliopathy..........................................................................................................30
Quiz: heb ik de leerdoelen begrepen?..............................................................................................31
Werkcollege 6...................................................................................................................................32
Week 7: Uitvoeren van een lenscontrole & vloeistofkeuze..................................................................32
, Leerdoelen van deze week:..............................................................................................................32
Week 1 – Orthokeratologie, onderzoek
voorste oogsegment & oogleden
Leerdoelen die voor mij van toepassing zijn:
- Je weet hoe je kennis en vaardigheden getoetst worden
- Je kent het principe achter orthokeratologie
- Je kent het toepassingsgebied van orthokeratologie
- Je bent bekend met de risico’s van orthokeratologie en kan dit ook in perspectief zetten
- Je kent de typische topobeelden bij orthokeratologie en je bent ook in staat om alternatieven
te formuleren bij subjectieve en objectieve problemen aan de hand van het aanpassen van
sagitta, radius en diameter
- Je begrijpt het begrip informed consent en het belang hiervan
- Je kan de onderdelen en (vervolg)stappen benoemen van een aanmeting ter behoeve van
orthokeratologie
- De voor- en nadelen noemen van een Burton lamp
- De 6 filters en hun toepassingen benoemen die gebruikt worden tijdens het
contactlensonderzoek
- De 6 meest voorkomende belichting en observatie technieken benoemen en je weet ook
wanneer welke techniek gebruikt wordt
- De spleetlamp routine benoemen
- De voordelen van digitale beeldvorming tijdens je onderzoek benoemen
- Het nut van secundaire apparatuur, zoals de tearscope of microscoop, benoemen
- Het verschil kennen tussen reflectie en projectie topografie
- De gebieden noemen die onderzocht kunnen worden met een OCT tijdens een
contactlensonderzoek
- De voor- en nadelen benoemen van de verschillende technieken om een cornea oppervlakte
in kaart te brengen
- Benoemen hoe contactlensgebruik het knippergedrag en de traankwaliteit kan beïnvloeden
- De etiologie, symptomen en management benoemen van de aponeurogene en niet
aponeurogene contactlens geïnduceerde ptosis (CLIP
- Andere contactlens geassocieerde ooglidafwijkingen benoemen
- De 6 positieve effecten benoemen die de oogleden op de contactlens kunnen uitoefenen
, - De 2 hoofdfuncties benoemen van de klieren van Meibom
- De etiologie, symptomen en management benoemen van MGD
- De etiologie, symptomen en management benoemen van de 2 soorten blefaritis
- De relatie benoemen tussen MGD en blefaritis
- De etiologie, symptomen en management benoemen van trichiasis en distichiasis
Aanvulling op de voorbereidingsvragen voor de leerdoelen:
Tijdens het spleetlamp onderzoek kan je gebruik maken van 6 verschillende filters:
1. Groen filter (of rood-vrij filter): dit vergroot het contrast bij het beoordelen van
neovascularisatie in de cornea en iris. Ook wordt de zichtbaarheid van de rose bengal
staining beter zichtbaar in de cornea en conjunctiva
De rode bloedvaten worden zwart door de filter
2. Neutral density filter (ND): vermindert de lichtintensiteit en verhoogd het comfort bij de
patiënt
3. Polarisatie filter: vermindert de specular reflection en kan worden gebruikt voor het
verhogen van de zichtbaarheid bij subtiele defecten
4. Cobalt blauw filter: hierdoor wordt de fluoresceïne beter zichtbaar, ook wordt dit gebruikt bij
het beoordelen van een keratoconus. De fleischer ring (=een ijzer pigment afzetting) is lastig
te zien bij wit licht, door het cobalt blauw filter wordt het contrast groter.
5. Yellow (Kodak Wratten #12) filter: dit is geen filter in de spleetlamp maar kan ervoor worden
geplaatst. Het verhoogd het contrast van fluoresceïne.
Wanneer je de spleetlamp gebruikt heb je verschillende belichtingstechnieken nodig om het voorste
oogsegment goed te kunnen beoordelen. Dat zijn de volgende belichting en observatie technieken:
- Diffuse verlichting: dit wordt gebruikt om het anteriore segment met een lage vergroting te
bekijken.
- Parallelle piped:
o Direct: bij een directe verlichting bekijk je de locatie, breedte en hoogte van een
afwijking in de cornea. Bijvoorbeeld voor littekens, infiltraten en corneale staining
o Indirect: bij deze techniek kan je de subtiele veranderingen van cornea helderheid
zien.
- Optic section:
o Direct: bij deze techniek kan je goed de diepte van een afwijking beoordelen.
Bijvoorbeeld voor foreign body, cornea litteken en of de staining verhoogd, vlak of
verlaagd is.
o Indirect
- Retro verlichting: hierbij wordt het licht door de retina weer gereflecteerd, dit kan je
gebruiken voor neovascularisatie, littekens, degeneratie en dystrofiën.
o Direct: corneale opaciteiten worden als zwart gezien tegen een lichte achtergrond
o Indirect
o Marginaal: vaak wordt dit gebruikt voor de transparante optische afwijkingen in de
traanfilm, zoals mucin balls, epitheliale microcystes, vacuoles en bullae.
- Specular reflection
- Sclerotic scatter: voor subtiele veranderingen in de cornea helderheid, zoals oedeem.
- Conical beam: hierbij wordt de voorste oogkamer beoordeeld
o Statisch
o Oscillating/bewegend
Naast de spleetlamp zijn er andere apparaten die je kan gebruiken als extra beoordeling tijdens een
onderzoek. Wat is het nut van deze secundaire apparaten?
