100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting V2NED25 (Nederlands) - Hogeschool KPZ

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
11
Subido en
26-09-2023
Escrito en
2022/2023

Dit is een samenvatting voor de module V2NED25 van Hogeschool KPZ. Het is een samenvatting van de lessen van KPZ en hoofdstuk 4 en 10 uit het boek 'Basiskennis Taalonderwijs'.

Institución
Grado









Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Hoofdstuk 4 en 10
Subido en
26 de septiembre de 2023
Número de páginas
11
Escrito en
2022/2023
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

HOOFDSTUK 10.1 Het taalsysteem

Niveau Regels voor Onderdeel taalkunde
Fonologisch niveau Uitspraak Fonologie
Morfologisch niveau Opbouw van woorden Morfologie
Syntactisch niveau Volgorde van woorden Syntaxis
Semantisch niveau Betekenis Semantiek
Pragmatisch niveau Gebruik Pragmatiek
Orthografisch niveau Spelling Orthografie



Fonologie:
= de klankleer
Letten op: uitspraak, regels voor volgorde van spraakklanken, intonatie en woordaccent.
Kleinste elementen = spraakklanken  elke taal heeft eigen bijzondere spraakklanken
 /ai/ = Engels (bike)
 /jar/ = Frans (garçon)
 /sch/ = NL (Scheveningen)
Spraakklank = foneem
Foneem = een klank die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt. We spreken van twee
verschillende fonemen als twee spraakklanken ook verschil in betekenis teweegbrengen.
 Been en beer = twee verschillende ee-klanken, maar wel één foneem
 De /n/ en de /r/ zijn wel twee verschillende fonemen, want die zorgen in deze
woorden voor het verschil in betekenis.
 Pit/put/pot  i/u/o zorgen voor betekenisverschil
Losse spraakklanken hebben geen betekenis, alleen woorden en zinnen betekenen iets.
Maar de klemtoon of het woordaccent kan wel zorgen voor een andere betekenis.
 Lopen = accent eerste gedeelte van het woord
 Kantelen en negeren is klemtoon bepalend voor betekenis van het woord
Zinsaccent = als je in een zin de nadruk legt op een woord, dat geeft een bepaalde
betekenisnuancering.
Zinsmelodie = intonatie waarom een zin wordt uitgesproken. Is ook weer bepalend voor de
betekenis van een zin.
Rijm= beginrijm (alliteratie) of eindrijm. Hebben niet zo’n sterke communicatieve waarde, maar
meer expressieve functie van taal.  zijn zeven zonen zongen…

Assimilatie  als spraakklanken na elkaar uitgesproken worden kunnen ze elkaar beïnvloeden.
Nestje  nesju
Postzegel  poseegul

, Morfologie:
= opbouw van woorden
Woord heeft altijd een betekenis  vaak is een woord opgebouwd uit kleinere
betekeniselementen  nijdig: nijd + ig
Woorden zijn dus niet de kleinste betekenisdragende elementen van een taal. Ook voorvoegsels
en achtervoegsels hebben betekenis, deze komen vaak niet als los woord voor, alleen in
combinatie met een bestaand woord.
Omdat er nog andere betekenisdragende elementen in een taal zijn dan woorden, gebruik je de
term morfeem.
Morfeem = het kleinste betekenisdragende element van een taal
 Vrij morfeem = los woord die je niet verder kan splitsen (paard, huis, meel, klein)
 Gebonden morfeem = kun je niet al los woord gebruiken, zijn altijd gekoppeld aan
een ander woord (voorvoegsel be-, ge- , achtervoegsel -er, -en, waarheid, fietst)
Vier morfologische principes:
1. Samenstelling:
Twee losse woorden worden samengevoegd tot één woord. Laatste deel van de
samenstelling is altijd de kern en het eerste deel geeft aan om wat voor soort het
gaat. Fietsbel, dorpshuis, donderrood, sportauto, autosport.
2. Afleiding:
Woord waarvan niet alle delen als zelfstandig woord kunnen voorkomen. Een
gebonden morfeem (voorvoegsel of achtervoegsel) toegevoegd aan een woord,
zodat er een nieuw woord ontstaat. Nat + ig = nattig, on + stabiel = onstabiel.
Grondwoorden kunnen van woordsoort veranderen
Breek-breekbaar-onbreekbaar
Baas-bazig
3. Verbuiging:
Ook sprake van het samenvoegen van vrij morfeem met gebonden morfeem, maar
er ontstaat niet een geheel nieuw woord.
 Meervoud: beesten
 Verkleinwoord: huisje, boompje
 Vergelijking: kleiner, kleinst
 Buigings-e: mooie
 Buigings-s: leuks
4. Vervoeging:
Voor de verbuiging van werkwoorden: -t, -en, -te, -ten, -de of -den.
Werken-werk-werkt-werkte-werkten-gewerkt
$6.64
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
laurafrisart Katholieke Pabo Zwolle
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
32
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
14
Documentos
11
Última venta
14 horas hace

4.5

2 reseñas

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes