SAMENVATTING: STATISTIEK (K000441)
1 INTRO
De sociale wetenschappen gaat over het begrijpen, verklaren en “voorspellen” van maatschappelijke fenomenen
en processen. Hiervoor is fundamentele wetenschappelijke kennis noodzakelijk, net als beleidsrelevante
inzichten. De aandacht voor “onderzoek” en “peilingen” in de media is bovendien de laatste jaren sterk
toegenomen. De vragen die we ons hier altijd bij dienen te stellen zijn: Wat met de kwaliteit? Zijn de bevindingen
betrouwbaar? We zien dat het met dit onderzoek en deze peilingen vaak problematisch gesteld is. Ze zetten de
gebruiker vaak op het verkeerde been en leiden tot foutieve (beleids)conclusies. Harde cijfers en gegoochel met
termen als “representatief” verdoezelen vaak de bedrieglijke aard van slecht onderzoek.
Statistiek is de wetenschap van het verzamelen, ordenen en interpreteren van
numerieke gegevens, die gegevens of data worden genoemd. Statistiek is de
wetenschap van kennisverwerving op basis van gegevens.
Gegevens zijn numerieke feiten. Gegevens zijn getallen binnen een bepaalde
context. Pas als we inzicht hebben in de context, kunnen we uit de getallen zinvolle
conclusies trekken.
Criteria voor kwaliteitsvol onderzoek:
• Transparantie;
• Kwaliteit van de toevalsteekproef;
• Inzicht in non-respons en bias (vertekening);
• Zorg voor vraagverwording;
• Werken met statistische modellen want: steekproefdata.
Wanneer we te maken hebben met bevolkingsgegevens, hebben we informatie over de volledige
onderzoekspopulatie. Er is weinig twijfel indien de gegevens valide en betrouwbaar zijn. In dat geval volstaat het
om aan beschrijvende statistiek te doen.
Een steekproef is een selectie uit de onderzoekspopulatie. Het is m.a.w. een deelverzameling van n eenheden
uit de populatie. Er is sprake van een bijkomende twijfel of de steekproef wel een goede afspiegeling is van de
volledige populatie. De uitkomsten kunnen namelijk verschillen naargelang de steekproef. Bij inductieve
statistiek ga je op basis van informatie uit een steekproef uitspraken doen over de populatie. We gaan m.a.w.
een steekproefgrootheid gebruiken om de populatieparameter te schatten (=schatten van de grootte van de
fout). Bij inductieve statistiek is er dan ook nood aan een systematische toevalsprocedure. Elke eenheid in
populatie moet dezelfde kans hebben om in de steekproef opgenomen te worden via enkelvoudige aselecte
steekproef (EAS) of algemener: elke eenheid moet een gekende kans hebben om in de steekproef opgenomen
te zijn. Indien aan deze voorwaarde niet voldaan is, dan kunnen er enkel uitspraken worden gedaan over de
onderzochte eenheden. Een toevalssteekproef optimaliseert ook de representativiteit. D.w.z. dat de steekproef
niet systematisch afwijkt van de populatie waaruit de steekproef getrokken is en dus een goede weerspiegeling
is van de bevolking.
2 DEEL 1: UNIVARIATE BESCHRIJVENDE STATIST IEK
2.1 DOELSTELLINGEN
Univariate beschrijvende statistiek = gegevens van 1 variabele op overzichtelijke en synthetische wijze
weergeven: verdelingen beschrijven:
1