Hoofdstuk 4; Elektrische systemen
Paragraaf 1; Elektrisch vermogen
Stroomsterkte = hoeveel elektrische lading per seconden langs een punt van de stroomkring gaat
Elektrische stroom = beweging van geladen deeltjes
I = Q : t stroomsterkte = lading : tijd
Stroomsterkte (I) in ampère (A)
Lading (Q) in coulomb (C)
Tijd (t) in seconde (s)
Elementair ladingsquantum (e) = qe = -e = -1,6 x 10-19
Spanning = energieverschil tussen twee punten per coulomb lading
U = ΔE : Q spanning = verschil in elektrische energie : lading
Spanning (U) in volt (V)
Verschil in elektrische energie tussen twee punten ( ΔE ) in joule (J)
Aantal elektronen = Q : qe
Elektrisch vermogen = de elektrische energie die per seconde door een spanningsbron aan een
elektrische component wordt afgestaan
P = U x I vermogen = spanning x stroomsterkte
Vermogen (P) in watt (W)
η = Pnut : Pin x 100% rendement = nuttig vermogen : totale vermogen x 100%
E = P x t elektrische energie = vermogen x tijd
Elektrische energie (E) in joule (J) of kilowattuur (kWh)
Tijd in seconde (s) en vermogen in watt (W)
Tijd in uur (h) en vermogen in kilowatt (kW)
Paragraaf 2; Weerstand en geleidbaarheid
Weerstand = hoe veel stroom er gaat lopen bij een bepaalde spanning (resistance)
R = U : I weerstand = spanning : stroomsterkte
Weerstand (R) in ohm (Ω )
Serie: Rtot = R1 + R2
Parallel: Gtot = G1 + G2 1/Rtot = 1/R1 + 1/R2
Geleidbaarheid = tegenovergestelde van weerstand
G = I : U geleidbaarheid = stroomsterkte : spanning
Geleidbaarheid (G) in siemens (S = 1 : Ω )
P = U x I en U = I x R te combineren kun je weerstand van apparaten berekenen P = I2 x R
Ohmse weerstand = R is constant (grafiek van U en I is recht evenredig en door de oorsprong)
Paragraaf 3; Weerstand van een draad
Elektronen stromen van plus naar min valentie-elektronen kunnen loskomen en door de draad
bewegen
Paragraaf 1; Elektrisch vermogen
Stroomsterkte = hoeveel elektrische lading per seconden langs een punt van de stroomkring gaat
Elektrische stroom = beweging van geladen deeltjes
I = Q : t stroomsterkte = lading : tijd
Stroomsterkte (I) in ampère (A)
Lading (Q) in coulomb (C)
Tijd (t) in seconde (s)
Elementair ladingsquantum (e) = qe = -e = -1,6 x 10-19
Spanning = energieverschil tussen twee punten per coulomb lading
U = ΔE : Q spanning = verschil in elektrische energie : lading
Spanning (U) in volt (V)
Verschil in elektrische energie tussen twee punten ( ΔE ) in joule (J)
Aantal elektronen = Q : qe
Elektrisch vermogen = de elektrische energie die per seconde door een spanningsbron aan een
elektrische component wordt afgestaan
P = U x I vermogen = spanning x stroomsterkte
Vermogen (P) in watt (W)
η = Pnut : Pin x 100% rendement = nuttig vermogen : totale vermogen x 100%
E = P x t elektrische energie = vermogen x tijd
Elektrische energie (E) in joule (J) of kilowattuur (kWh)
Tijd in seconde (s) en vermogen in watt (W)
Tijd in uur (h) en vermogen in kilowatt (kW)
Paragraaf 2; Weerstand en geleidbaarheid
Weerstand = hoe veel stroom er gaat lopen bij een bepaalde spanning (resistance)
R = U : I weerstand = spanning : stroomsterkte
Weerstand (R) in ohm (Ω )
Serie: Rtot = R1 + R2
Parallel: Gtot = G1 + G2 1/Rtot = 1/R1 + 1/R2
Geleidbaarheid = tegenovergestelde van weerstand
G = I : U geleidbaarheid = stroomsterkte : spanning
Geleidbaarheid (G) in siemens (S = 1 : Ω )
P = U x I en U = I x R te combineren kun je weerstand van apparaten berekenen P = I2 x R
Ohmse weerstand = R is constant (grafiek van U en I is recht evenredig en door de oorsprong)
Paragraaf 3; Weerstand van een draad
Elektronen stromen van plus naar min valentie-elektronen kunnen loskomen en door de draad
bewegen