Hoofdstuk 1 – Wat is criminaliteit?
Paragraaf 1 – Strafbaar gedrag
Waarde: een principe dat mensen belangrijk vinden om na te streven
Nederland: Vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid
Norm: gedragsregel
Religieuze normen, morele normen, fatsoensnormen
Rechtsnormen: zulke belangrijke normen (die waarden vertegenwoordigen) dat ze in de wet zijn
vastgelegd
Criminaliteit:
Elk door de overheid bij wet strafbaar gesteld gedrag
Alle misdrijven die in de wet omschreven staan
Misdrijf: ernstige strafbare feiten → Maximale straf: 30 jaar hechtenis of levenslang
Lichte misdrijven: afgehandeld door politierechter
Zware misdrijven: afgehandeld door meervoudige kamer
Overtreding: minder ernstig strafbaar feit → kantonrechter → Maximale straf: 1 jaar hechtenis
Wanneer krijg je een strafblad? (justitiële documentatie)
Misdrijven met veroordeling
Overtreding: na vrijheidsstraf / taakstraf
Strafwaardig gedrag: het gedrag dat volgens iemand of een grote groep mensen strafbaar zou moeten zijn
Criminalisering: het strafbaar worden van bepaald gedrag
Decriminalisering: een strafbare gedraging uit het strafrecht halen → niet meer strafbaar
Wanneer wordt iets wel / niet strafbaar gesteld? Afhankelijk van ….
Maatschappelijke context
Ernst van de gevolgen
Verdeling van de politieke macht
Rechtsregels:
Gesteld en gehandhaafd door de overheid
Gelden in beginsel voor iedereen (niemand staat boven de wet)
Gaan in het algemeen voor andere regels en normen
Waarom zijn er rechtsregels?
Onafhankelijke rechtsspraak wordt mogelijk gemaakt
Draagt bij aan de ordening van de samenleving
Het biedt rechtszekerheid
Conflicten worden vreedzaam opgelost
(orde)
Rechtsbronnen:
Wet
Jurisprudentie
Internationale verdragen
Wet op provinciaal / gemeentelijk niveau: verordening