Hoofdstuk 9 Thinking
Mensen zijn minder rationeel dan we vaak denken. Bij het maken van bijvoorbeeld een belangrijke
keuze zijn vrijwel altijd emoties van invloed op de keuze. In dit hoofdstuk bekijken we hoe mensen
denken en hoe goed mensen kunnen denken.
Mental representations
We zijn in staat een keuze te maken tussen 2 dingen die op dit moment niet aanwezig zijn. We
kunnen bijvoorbeeld conclusies trekken over iets wat al geweest is of een keuze maken over iets wat
nog komen gaat. Dit kan omdat we gebruik maken van ‘mental representations’. Iets in de geest
(mind) dat staat voor een object, gebeurtenis of stand van zaken. Hierdoor kunnen we over iets
nadenken, zelfs als het er niet is of niet bestaat zoals onze fantasie.
Denken is eigenlijk niets meer dan het analyseren, bekijken en vergelijken van mental
representations om zo conclusies te trekken of problemen op te lossen.
Distinguishing images and symbols
Sommige mental representations zijn analogical (een idee dat overeenkomt met de echte kenmerken
van het object waar het om gaat, bijvoorbeeld wanneer je denkt aan hoe een kat eruit ziet, een
mentaal plaatje) en sommige zijn symbolic (hierbij lijkt het plaatje in je hoofd niet op het werkelijke
object maar staat het er symbool voor, zoals het woord kat).
Als je aan ‘kat’ denkt, kan dat dus op verschillende manieren, zowel analogisch als symbolisch. De
gedachten die hier op volgen hangen ook af van deze eerste mental representation en hierdoor
beïnvloeden je gedachten, je keuzes, oordelen en meer.
Mental images
Mental images worden ook wel mental pictures genoemd, maar dit is toch niet helemaal hetzelfde.
Wel is uit onderzoek gebleken dat een mental image lijkt op een plaatje van de werkelijkheid. Ook in
de breinactiviteit zijn overeenkomsten te zijn tussen het kijken naar een plaatje en het kijken naar
een mental image.
Het verschil tussen een mental image en een plaatje is dat een mental image niet herinterpreteert
kan worden maar een plaatje wel. Je kan niet anders naar een mental image gaan kijken in je hoofd,
het is zoals het is. Dit komt doordat het al ingedeeld en geïnterpreteerd is in een bepaalde context.
Propositions
Mental images staan dus vast wanneer ze geïnterpreteerd en ingedeeld zijn in onze geest, maar
symbolen kunnen op meerdere manieren geïnterpreteerd worden en meerdere symbolen kunnen
dezelfde betekenis hebben. Om met elkaar te kunnen communiceren hebben we dezelfde woorden
(symbolen) nodig met dezelfde betekenis maar in onze gedachten maakt dat niet uit.
Symbolen kunnen aan elkaar gelinkt worden, bijvoorbeeld Jacob woont in polen, dan worden Jacob
en Polen aan elkaar gelinkt. Dit heet propositions. Een proposition kan ontstaan door een zin die
wordt uitgesproken maar er zijn meer manieren waarop een link tussen een onderwerp en een
eigenschap ontstaat. Een symbool heeft in onze geest dus meerdere links. Hierdoor ontstaat een
heel net aan links tussen symbolen. De symbolen worden hierbij nodes genoemd en de linkjes tussen
de verschillende nodes ‘associative links’.
Wanneer je aan een symbool denkt worden verschillende associative links geactiveerd die weer
andere nodes activeren. Dit heet spreading activation. Maar de activiteit neemt wel per associative
link een beetje af zodat niet het hele netwerk geactiveerd wordt en alleen relevante informatie
wordt geactiveerd.
Ook priming speelt een rol in spreading activation. Wanneer men aan het woord verpleegster denkt,
wordt het woord dokter door de spreading activation ook een beetje opgewarmd. Wanneer je
Mensen zijn minder rationeel dan we vaak denken. Bij het maken van bijvoorbeeld een belangrijke
keuze zijn vrijwel altijd emoties van invloed op de keuze. In dit hoofdstuk bekijken we hoe mensen
denken en hoe goed mensen kunnen denken.
Mental representations
We zijn in staat een keuze te maken tussen 2 dingen die op dit moment niet aanwezig zijn. We
kunnen bijvoorbeeld conclusies trekken over iets wat al geweest is of een keuze maken over iets wat
nog komen gaat. Dit kan omdat we gebruik maken van ‘mental representations’. Iets in de geest
(mind) dat staat voor een object, gebeurtenis of stand van zaken. Hierdoor kunnen we over iets
nadenken, zelfs als het er niet is of niet bestaat zoals onze fantasie.
Denken is eigenlijk niets meer dan het analyseren, bekijken en vergelijken van mental
representations om zo conclusies te trekken of problemen op te lossen.
Distinguishing images and symbols
Sommige mental representations zijn analogical (een idee dat overeenkomt met de echte kenmerken
van het object waar het om gaat, bijvoorbeeld wanneer je denkt aan hoe een kat eruit ziet, een
mentaal plaatje) en sommige zijn symbolic (hierbij lijkt het plaatje in je hoofd niet op het werkelijke
object maar staat het er symbool voor, zoals het woord kat).
Als je aan ‘kat’ denkt, kan dat dus op verschillende manieren, zowel analogisch als symbolisch. De
gedachten die hier op volgen hangen ook af van deze eerste mental representation en hierdoor
beïnvloeden je gedachten, je keuzes, oordelen en meer.
Mental images
Mental images worden ook wel mental pictures genoemd, maar dit is toch niet helemaal hetzelfde.
Wel is uit onderzoek gebleken dat een mental image lijkt op een plaatje van de werkelijkheid. Ook in
de breinactiviteit zijn overeenkomsten te zijn tussen het kijken naar een plaatje en het kijken naar
een mental image.
Het verschil tussen een mental image en een plaatje is dat een mental image niet herinterpreteert
kan worden maar een plaatje wel. Je kan niet anders naar een mental image gaan kijken in je hoofd,
het is zoals het is. Dit komt doordat het al ingedeeld en geïnterpreteerd is in een bepaalde context.
Propositions
Mental images staan dus vast wanneer ze geïnterpreteerd en ingedeeld zijn in onze geest, maar
symbolen kunnen op meerdere manieren geïnterpreteerd worden en meerdere symbolen kunnen
dezelfde betekenis hebben. Om met elkaar te kunnen communiceren hebben we dezelfde woorden
(symbolen) nodig met dezelfde betekenis maar in onze gedachten maakt dat niet uit.
Symbolen kunnen aan elkaar gelinkt worden, bijvoorbeeld Jacob woont in polen, dan worden Jacob
en Polen aan elkaar gelinkt. Dit heet propositions. Een proposition kan ontstaan door een zin die
wordt uitgesproken maar er zijn meer manieren waarop een link tussen een onderwerp en een
eigenschap ontstaat. Een symbool heeft in onze geest dus meerdere links. Hierdoor ontstaat een
heel net aan links tussen symbolen. De symbolen worden hierbij nodes genoemd en de linkjes tussen
de verschillende nodes ‘associative links’.
Wanneer je aan een symbool denkt worden verschillende associative links geactiveerd die weer
andere nodes activeren. Dit heet spreading activation. Maar de activiteit neemt wel per associative
link een beetje af zodat niet het hele netwerk geactiveerd wordt en alleen relevante informatie
wordt geactiveerd.
Ook priming speelt een rol in spreading activation. Wanneer men aan het woord verpleegster denkt,
wordt het woord dokter door de spreading activation ook een beetje opgewarmd. Wanneer je
