1. O NDER WELKE OMSTANDIGHEDEN BESTAAT AANSPRAKELIJKHEID
UIT ONRECHTMATIGE DAAD ? ( ZORGVULDIGHEIDSNORM EN
RELATIVITEITSVEREISTE )
Onrechtmatige daad bestaat uit:
Onrechtmatigheid art. 6:162 lid 2
Causaliteit art. 6:98 ‘dientengevolge’
Schade art. 6:95 e.v.
Toerekening art. 6:162 lid 3
Schuld is vereist: verwijtbaar/vermijdbaar
Maar ook geestelijk of lichamelijk tekortkomende art. 6:165
Relativiteit art. 6:163
De overtreden norm wordt niet geacht de belangen te beschermen die geschonden zijn
geen aansprakelijkheid
Dit leidt tot een beperking van de kring van personen die een aanspraak op
schadevergoeding zouden hebben, tot een beperking van de soort schade, of tot een
beperking naar de wijze van ontstaan van de schade.
Onrechtmatigheid
Inbreuk op een recht
Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt (ruim)
Aanwezigheid van een grond onrechtmatigheid.
Vaak zal strijdigheid met wet of recht ook in strijd zijn met ongeschreven zorgvuldigheidsnormen.
Laatste grond: zorgvuldigheidsnorm was geen zelfstandig norm. Hetgeen bracht onenigheid mee met
het arrest Zutphense juffrouw. Hierna volgde het Lindebaum/Cohen arrest, waarin werd beslist: dat
‘onder onrechtmatige daad is te verstaan het handelen of nalaten dat of een inbreuk maakt op eens
anders recht, in strijd is met zijn rechtsplicht of indruist tegen de goede zeden, de zorgvuldigheid
welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien vaan eens anders goed of persoon.’
In strijd met een wettelijk plicht:
Algemeen aanvaard: ieder handelen, doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht is onrechtmatig.
Strijd met wettelijk plicht: verdragen, wetten in formele of materiële zin. Als een wettelijk norm wordt
overtreden, is in beginsel sprake van een onrechtmatige daad jegens degene wiens bescherming ligt in de
wettelijke norm. Uitzonderingen bij ontbreken van relativiteit of rechtvaardigingsgronden.
Inbreuk op een subjectief recht:
Met inbreuk op een recht wordt bedoeld: schending van een anders subjectief recht; deze heeft een
zelfstandige functie. De eigenaar kan zich verzetten tegen elke verstoring. Hoe preciezer en concreter dit
recht is geformuleerd, hoe sneller de onrechtmatigheid van een gedraging is vast te stellen. Hoe vager, des
te meer het afhangt van de belangenafweging die de rechter maakt. Hierbij spelen ongeschreven
zorgvuldigheidsnormen een rol. Met precies en concreet geformuleerd recht is relativiteit eerder vast te
stellen. Bij vage formuleringen niet zonder meer aanwezig.
Literatuur: Rechtshandeling en overeenkomst: Verbintenissenrecht algemeen: - Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding: Nr. 1- 1
80, 245-264 (H2 en H9) Bijzondere overeenkomsten: - Jurisprudentie: Rockwool/Poly, Dekker/Van der Heide, Johanna Kruidhof,
Zusjes Jansen, Taxibus, Duwbak Linda, Skeeler, Io Vivat