Samenvatting Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar
Blz 13 t/m 26
Functie van de BSO
vervult 4 functies voor kinderen en ouders:
1. Vervangen van de thuissituatie 🡪 ouders zijn vanwege werk of studie niet beschikbaar. De BSO
neemt de verantwoordelijkheid voor het kind tijdelijk over van de ouders. De BSO wil een 2e thuis zijn
voor de kinderen.
2. Vrijetijdsbesteding 🡪 wel georganiseerd, voor zowel als extra stimulans voor de brede ontwikkeling
voor de kinderen als voor hun plezier
3. Opvoeden tot participatie 🡪 niet alleen gericht op individuele ontplooiing, maar ook op waarden als
democratisch functioneren, samenwerken en rekening houden met de wensen van anderen.
4. Samen met de ouders opvoeden 🡪 uitwisselen van informatie
Pedagogische keuzes en dilemma’s
- Het belang van de eigen groep 🡪 in alle centra worden
kinderen ingedeeld in stamgroepen met vaste pedagogische
medewerkers. Maar soms zien kinderen hun groep alleen bij
binnenkomst. De vraag is of dit voldoende is om van ‘een
eigen groep’ te spreken.
- beschermen of loslaten 🡪 niet te veel, want ze moeten ook
zelfstandig worden.
- vrij spelen of georganiseerde activiteiten 🡪 bij een
activiteitenaanbod: worden de kinderen dan niet te veel
vermaakt? Leren zij nog wel zelf kiezen en initiatief nemen?
Bij vrij spel: Krijgen de kinderen wel genoeg uitdaging om
nieuwe dingen te leren? Gaan ze zich niet vervelen? Balans
vinden dus.
- Sturen of afzijdig blijven bij vrij spel 🡪 spelen zonder
toezicht is bijzonder leerzaam. Maar sommige kinderen
hebben juist veel baat bij sturing en input.
- kinderparticipatie: consulteren, ingaan op initiatieven of
samen verantwoordelijk 🡪 kinderen horen de kans te krijgen
om mee te denken over de BSO.
- ontspanning of ontwikkeling
- Verschil maken met een club 🡪 BSO met een specifiek
thema.
- aanbod van jongens- en meisjesactiviteiten
- privacy van kinderen 🡪 Wat bespreek je wel en niet met de ouders?
- de plaats van systematisch observeren 🡪 kijken naar ontwikkeling of naar aanleiding van een
probleem? Of zijn ze daarvoor te weinig op de BSO?
Bij de afweging van al deze punten moet een balans worden gemaakt. Bij de afweging kunnen 5
perspectieven betrokken worden:
1. Behoeften, leeftijd en ontwikkelingsfase van de kinderen
Blz 13 t/m 26
Functie van de BSO
vervult 4 functies voor kinderen en ouders:
1. Vervangen van de thuissituatie 🡪 ouders zijn vanwege werk of studie niet beschikbaar. De BSO
neemt de verantwoordelijkheid voor het kind tijdelijk over van de ouders. De BSO wil een 2e thuis zijn
voor de kinderen.
2. Vrijetijdsbesteding 🡪 wel georganiseerd, voor zowel als extra stimulans voor de brede ontwikkeling
voor de kinderen als voor hun plezier
3. Opvoeden tot participatie 🡪 niet alleen gericht op individuele ontplooiing, maar ook op waarden als
democratisch functioneren, samenwerken en rekening houden met de wensen van anderen.
4. Samen met de ouders opvoeden 🡪 uitwisselen van informatie
Pedagogische keuzes en dilemma’s
- Het belang van de eigen groep 🡪 in alle centra worden
kinderen ingedeeld in stamgroepen met vaste pedagogische
medewerkers. Maar soms zien kinderen hun groep alleen bij
binnenkomst. De vraag is of dit voldoende is om van ‘een
eigen groep’ te spreken.
- beschermen of loslaten 🡪 niet te veel, want ze moeten ook
zelfstandig worden.
- vrij spelen of georganiseerde activiteiten 🡪 bij een
activiteitenaanbod: worden de kinderen dan niet te veel
vermaakt? Leren zij nog wel zelf kiezen en initiatief nemen?
Bij vrij spel: Krijgen de kinderen wel genoeg uitdaging om
nieuwe dingen te leren? Gaan ze zich niet vervelen? Balans
vinden dus.
- Sturen of afzijdig blijven bij vrij spel 🡪 spelen zonder
toezicht is bijzonder leerzaam. Maar sommige kinderen
hebben juist veel baat bij sturing en input.
- kinderparticipatie: consulteren, ingaan op initiatieven of
samen verantwoordelijk 🡪 kinderen horen de kans te krijgen
om mee te denken over de BSO.
- ontspanning of ontwikkeling
- Verschil maken met een club 🡪 BSO met een specifiek
thema.
- aanbod van jongens- en meisjesactiviteiten
- privacy van kinderen 🡪 Wat bespreek je wel en niet met de ouders?
- de plaats van systematisch observeren 🡪 kijken naar ontwikkeling of naar aanleiding van een
probleem? Of zijn ze daarvoor te weinig op de BSO?
Bij de afweging van al deze punten moet een balans worden gemaakt. Bij de afweging kunnen 5
perspectieven betrokken worden:
1. Behoeften, leeftijd en ontwikkelingsfase van de kinderen