INLEIDING
Massiefbouw – stapelbouw: een hoop kleine
elementen die naar de werf gebracht worden
en daar opgestapeld worden
Breedvloerplaten worden naar de werf
gebracht
Massiefbouw – gietbouw: beton gaat ter plaatse
gestort worden, betonmixer gaat er permanent staan
en men gaat grote bekistingspanelen plaatsen
- Komt voor bij woningen maar is eerder
zeldzaam → eerder bij kantoorgebouwen
- Wat gegoten wordt, is de vervanging van de
snelbouwsteen
Massiefbouw - montagebouw: doorlopende
dragende muren die krachten gaan opvangen,
er is een vrachtwagen waar de al uitgedroogde
betonelementen zich bevinden
! Er moet op voorhand goed nagedacht worden
over her proces: plannen zijn klaar en gaat zo in
productie en wordt zo naar de werf gebracht
(een grote puzzel wordt in elkaar gezet → niet
anticiperen zoals bij stapelbouw en gietbouw)
Skeletbouw – houtskeletbouw: ook op voorhand
gemaakt met isolatie (vaak in de wand zelf) en
metselwerk eraan, ter plekke dus vaak gewoon de
afwerking
! Wederom hier alles op voorhand de productie en alles
heeft een specifieke maat → is wel makkelijker aan te
passen dan bijvoorbeeld beton
,Enkele belangrijke termen
Kolommen: verticale elementen die een *overspanning ondersteunen
= een bepaalde afstand die je wil overbruggen tussen 2
opleggingen (van het midden van de ene oplegging tot het
midden van de andere oplegging): belangrijke term aangezien
de overspanning ook het materiaal gaat bepalen dat je gaat
gebruiken en hoe je de constructie gaat kunnen bouwen (maar
4cm? Hout kan gebruikt worden)
! Oppassen voor knik: het doorknikken – hoe smaller de kolom, hoe gevoeliger (verhouding tussen
diameter en de lengte van een kolom → dimensioneren van een kolom hangt niet enkel af van de
kracht maar ook de gevoeligheid aan knik)
! Oppassen voor puntlasten: kolommen zorgen voor een puntlast op vloer en fundering en bovenaan
de kolom moet perforatie voorkomen worden.
Waarom zijn ze belangrijk?
Discussies in verband met kolommen komen vaak aan bod: stabiliteitsingenieur heeft een bepaalde
visie – een kolom in het midden van een ruimte zodat er daarna minder nodig zijn = ook goedkoper -
maar een architect niet (het is niet mooi)
Balken: zijn de horizontale variant van kolommen, ze verdelen de lasten van vloeren en daken naar
de kolommen of muren
- Discussies hierrond iets minder: komt eerder voor bij renovaties (minder bij nieuwbouw)
Moederbalken: komen op de kolommen Kinderbalken
direct
, Lusjes doen niets constructief: is een bevestigingssysteem voor de kraan
Moerbalken: hoofdelementen van de dragende vloer, die op de muren, balken of kolommen zijn
gelegd → ze dragen op hun beurt lichtere vloerelementen namelijk de kinderbalken
Vloeren: horizontale constructies in een gebouw (gaat niet over de afwerking in dit vak)
- Het horizontaal scheiden van vertrekken
- Het overbrengen van belastingen op de wanden
- Het dragen van niet naar beneden doorgaande wanden: op de verdieping erboven is een muur
die er onderaan niet is, vloer ondersteunt deze
- Het bijdragen tot de stabiliteit van een gebouw door met de wanden één geheel te vormen:
vaak bij aardbevingen → hoe meer één geheel, hoe steviger en stijver
- Het verhinderen van de voortplanting van het geluid
- Het isoleren tegen temperatuurswisselingen
- Het spreiden van de totale belasting over een groter oppervlak (dit geldt speciaal voor
keldervloeren)
- Het isoleren van brandhaarden: compartimentering – we gaan bepaalde ruimtes scheiden van
elkaar ter bescherming van een muur
Voorbeeld: dubbele deuren die dichtvallen op de campus
- Dak= speciale vloer
Deze vloeropbouw wordt het Kanaalplaatvloeren (welfsels): hier Potten en balken: hier komt ook
vaakst gebruikt in Vlaanderen komt nog een laag beton over een laag beton over
, Oplegging: de afstand waarop een balk of vloer
op zijn dragend element ligt - is de plaats waar
het ene draagelementen de belasting overdraagt
naar het andere draagelement
- Uitgedrukt in centimeters (in theorie tot in de helft – in praktijk tot in 1/3de)
= belangrijk en het materiaal ook
Beton waar de vloer op ligt, is dus beton op beton met erboven een belasting →
beton gaat afbrokkelen dus vandaar een tussenmateriaal zodat de vloer of balk de
mogelijkheid krijgt om te doorbuiging
Draagrichting: richting waarin krachten worden afgeleid in een
element - richting waarin het vloerelement de belasting naar
de steunpunten overdraagt → doorgaans is dit de richting van
de kleinste vloeroverspanning
➔ Hangt nauw vast met de overspanning
Raveelconstructies: een opening om als persoon van de ene naar de andere
verdieping te geraken – constructie om een opening in een vloer te creëren
- Kinderbalken waar dan een andere balk tegen komt en een trapgat dat wordt
gecreëerd
Fundering: het contactoppervlak tussen het bouwwerk en de vaste grond.
Massiefbouw – stapelbouw: een hoop kleine
elementen die naar de werf gebracht worden
en daar opgestapeld worden
Breedvloerplaten worden naar de werf
gebracht
Massiefbouw – gietbouw: beton gaat ter plaatse
gestort worden, betonmixer gaat er permanent staan
en men gaat grote bekistingspanelen plaatsen
- Komt voor bij woningen maar is eerder
zeldzaam → eerder bij kantoorgebouwen
- Wat gegoten wordt, is de vervanging van de
snelbouwsteen
Massiefbouw - montagebouw: doorlopende
dragende muren die krachten gaan opvangen,
er is een vrachtwagen waar de al uitgedroogde
betonelementen zich bevinden
! Er moet op voorhand goed nagedacht worden
over her proces: plannen zijn klaar en gaat zo in
productie en wordt zo naar de werf gebracht
(een grote puzzel wordt in elkaar gezet → niet
anticiperen zoals bij stapelbouw en gietbouw)
Skeletbouw – houtskeletbouw: ook op voorhand
gemaakt met isolatie (vaak in de wand zelf) en
metselwerk eraan, ter plekke dus vaak gewoon de
afwerking
! Wederom hier alles op voorhand de productie en alles
heeft een specifieke maat → is wel makkelijker aan te
passen dan bijvoorbeeld beton
,Enkele belangrijke termen
Kolommen: verticale elementen die een *overspanning ondersteunen
= een bepaalde afstand die je wil overbruggen tussen 2
opleggingen (van het midden van de ene oplegging tot het
midden van de andere oplegging): belangrijke term aangezien
de overspanning ook het materiaal gaat bepalen dat je gaat
gebruiken en hoe je de constructie gaat kunnen bouwen (maar
4cm? Hout kan gebruikt worden)
! Oppassen voor knik: het doorknikken – hoe smaller de kolom, hoe gevoeliger (verhouding tussen
diameter en de lengte van een kolom → dimensioneren van een kolom hangt niet enkel af van de
kracht maar ook de gevoeligheid aan knik)
! Oppassen voor puntlasten: kolommen zorgen voor een puntlast op vloer en fundering en bovenaan
de kolom moet perforatie voorkomen worden.
Waarom zijn ze belangrijk?
Discussies in verband met kolommen komen vaak aan bod: stabiliteitsingenieur heeft een bepaalde
visie – een kolom in het midden van een ruimte zodat er daarna minder nodig zijn = ook goedkoper -
maar een architect niet (het is niet mooi)
Balken: zijn de horizontale variant van kolommen, ze verdelen de lasten van vloeren en daken naar
de kolommen of muren
- Discussies hierrond iets minder: komt eerder voor bij renovaties (minder bij nieuwbouw)
Moederbalken: komen op de kolommen Kinderbalken
direct
, Lusjes doen niets constructief: is een bevestigingssysteem voor de kraan
Moerbalken: hoofdelementen van de dragende vloer, die op de muren, balken of kolommen zijn
gelegd → ze dragen op hun beurt lichtere vloerelementen namelijk de kinderbalken
Vloeren: horizontale constructies in een gebouw (gaat niet over de afwerking in dit vak)
- Het horizontaal scheiden van vertrekken
- Het overbrengen van belastingen op de wanden
- Het dragen van niet naar beneden doorgaande wanden: op de verdieping erboven is een muur
die er onderaan niet is, vloer ondersteunt deze
- Het bijdragen tot de stabiliteit van een gebouw door met de wanden één geheel te vormen:
vaak bij aardbevingen → hoe meer één geheel, hoe steviger en stijver
- Het verhinderen van de voortplanting van het geluid
- Het isoleren tegen temperatuurswisselingen
- Het spreiden van de totale belasting over een groter oppervlak (dit geldt speciaal voor
keldervloeren)
- Het isoleren van brandhaarden: compartimentering – we gaan bepaalde ruimtes scheiden van
elkaar ter bescherming van een muur
Voorbeeld: dubbele deuren die dichtvallen op de campus
- Dak= speciale vloer
Deze vloeropbouw wordt het Kanaalplaatvloeren (welfsels): hier Potten en balken: hier komt ook
vaakst gebruikt in Vlaanderen komt nog een laag beton over een laag beton over
, Oplegging: de afstand waarop een balk of vloer
op zijn dragend element ligt - is de plaats waar
het ene draagelementen de belasting overdraagt
naar het andere draagelement
- Uitgedrukt in centimeters (in theorie tot in de helft – in praktijk tot in 1/3de)
= belangrijk en het materiaal ook
Beton waar de vloer op ligt, is dus beton op beton met erboven een belasting →
beton gaat afbrokkelen dus vandaar een tussenmateriaal zodat de vloer of balk de
mogelijkheid krijgt om te doorbuiging
Draagrichting: richting waarin krachten worden afgeleid in een
element - richting waarin het vloerelement de belasting naar
de steunpunten overdraagt → doorgaans is dit de richting van
de kleinste vloeroverspanning
➔ Hangt nauw vast met de overspanning
Raveelconstructies: een opening om als persoon van de ene naar de andere
verdieping te geraken – constructie om een opening in een vloer te creëren
- Kinderbalken waar dan een andere balk tegen komt en een trapgat dat wordt
gecreëerd
Fundering: het contactoppervlak tussen het bouwwerk en de vaste grond.