Samenvatting statistiek
H24 beschrijvende statistiek met SPSS
Centrummaten: Dit zijn maten die een bepaald middelpunt van de verdeling geven.
- Gemiddelde
- Mediaan (middelste waarneming)
- Modus (meest voorkomende waarde)
- Som (de som van de waarden)
Percentielen: Dit zijn waardes waaronder een bepaald deel van de valide waarnemingen ligt.
Het 25-ste, 75-ste percentiel worden ook wel het eerste en het derde kwartiel genoemd. Het 50-ste
percentiel (tweede kwartiel) is de mediaan.
Spreidingsmaten: Deze geven een beeld van de spreiding van de verdeling.
- Standaarddeviatie (maat voor de afwijking van alle waarnemingen ten opzichte van het gemiddelde)
- Variantie (de standaarddeviatie in het kwadraat)
- Bereik (verschil tussen de hoogste en laagste waarde)
- Minimum (laagste waarde)
- Maximum (hoogste waarde)
- Standaardfout (standaardfout van het gemiddelde)
Verdelingsmaten: Deze geven een beeld van de vorm van de verdeling van een continue variabele
- Scheefheid
Deze is 0 bij symmetrische verdelingen (zoals de normale verdeling). Een positieve skewness wijst op
uitschieters met hoge waarden (rechts asymmetrisch) en een negatieve skewness wijst op uitschieters met lage
waarden (links asymmetrisch). Als skewness < 1,96 kan de verdeling als symmetrisch worden beschouwd.
- Welving (Kurtosis)
Welving ten opzichte van de normale verdeling (kurtosis = 0). Een positieve kurtosis betekent meer gepiekt dan
de normale verdeling, een negatieve kurtosis betekent meer afgeplat. Als kurtosis < 1,96 kan de welving als
normaal worden beschouwd.
De belangrijkste grafiektypen
De keuze van het grafiektype wordt altijd mede bepaald door de soort variabele en de meetschalen van de
variabelen.
- Staafdiagrammen
Dit wordt gebruikt voor het weergeven van de frequenties (aantallen) of percentages van de verschillende
categorieën van categorische (nominale/ordinale) variabelen of discrete (interval/ratio) variabelen.
- Geclusterde en gestapelde staafdiagrammen
Dit zijn samengestelde staafdiagrammen waarbij de variabele wordt onderverdeeld op basis van een tweede
categorische of discrete variabele.
- Cirkeldiagrammen
Dit wordt gebruikt voor het weergeven van percentages van de categorieën van categorische of discrete
variabelen.
- Histogrammen
Deze worden gebruikt bij continue interval/ratiovariabelen. Ze zijn de grafische weergave van de
frequentieverdeling van in klassen verdeelde data.
- Lijndiagrammen
Deze worden uitsluitend gebruikt voor het weergeven van de ontwikkeling van variabelen. Een (interval/ratio)
variabele wordt afgezet tegen een tijdsvariabele op de horizontale as.
- Spreidingsdiagrammen
Deze worden gebruikt om twee interval/ratio variabelen tegen elkaar af te zetten. Het doel is om een mogelijk
statistisch verband zichtbaar te maken.
H25 frequentietabellen en statistische maten
, In een frequentietabel staan de frequenties van de waarden van een variabele. Dit betekent dat er geturfd is
hoe vaak bepaalde waarden voorkomen en dat er wordt vastgesteld wat de absolute en relatieve frequenties
zijn van die waarden.
Frequentietabel maken
1. Kies de opdracht analyse; descriptive statistics; frequencies
2. Kies in het venster frequencies de variabelen
3. Activeer de optie display frequency tables
4. Kies charts voor de bijbehorende grafiek en kies het grafiektype
Sneller een frequentietabel maken:
- Tik in de kolom van de gewenste variabele en kies de knop Run descriptive statistics. In de uitvoer
verschijnt dan de frequentietabel met de bijbehorende tabel Statistics
Snel een grafiek maken bij een bestaand frequentietabel
- Dubbelklikken op de tabel, dan rechterklik op de tabel en kies vervolgens create graph en het
grafiektype
Statistische maten kiezen
1. Kies Analyze; descriptive statistics; frequencies
2. Kies de variabelen en kies statistics
3. Kies in het venster frequencies: statistics de gewenste maten
De frequentietabel
Een frequentietabel heeft een vaste opbouw.
- Boven de frequentietabel staat het variabelenlabel van de gekozen variabele
- In de eerste kolom van de frequentietabel staan de waardes van de variabele
Er zijn drie categorieën waardes: valid (aantal geldige cases), missing (aantal cases met missing values) en total
(aantal cases)
- In de volgende vier kolommen staan de uitkomsten die horen bij die waarden
Frequency (absolute frequentie dus de telling), percent (relatieve frequentie dus percentage ten opzichte van
alle cases), valid percent (percentage ten opzichte van de geldige cases), cumulative percent (cumulatieve
percentage ten opzichte van de geldige cases).
Centrummaten en spreidingsmaten
Bij het maken van frequentietabellen kies je de centrummaten en spreidingsmaten in het venster: frequences
statistics
- De centrummaten kies je bij central tendency
- De spreidingsmaten kies je bij dispersion
- De standaardfout van het gemiddelde wordt berekend door de standaarddeviatie te delen door de
wortel uit het aantal waarnemingen
Standaarduitvoer aanpassen
- De volgorde van de waarden of frequenties kunnen bepaald worden en opgeven dat statistische
maten in een tabel of in aparte tabellen terecht komen (aanpassen door in het venster frequencies de
knop format te kiezen)
- De volgorde in frequentietabel aanpassen (in het venster frequencies format kunnen de volgorde van
de waarden en van de frequenties gewijzigd worden)
De volgende mogelijkheden zijn er: ascending values (waarden van laag naar hoog) , descending values
(waarden van hoog naar laag) , ascending counts (absolute frequenties van laag naar hoog) , descending
counts (absolute frequenties van hoog naar laag)
H33 inductieve statistiek met SPSS
H24 beschrijvende statistiek met SPSS
Centrummaten: Dit zijn maten die een bepaald middelpunt van de verdeling geven.
- Gemiddelde
- Mediaan (middelste waarneming)
- Modus (meest voorkomende waarde)
- Som (de som van de waarden)
Percentielen: Dit zijn waardes waaronder een bepaald deel van de valide waarnemingen ligt.
Het 25-ste, 75-ste percentiel worden ook wel het eerste en het derde kwartiel genoemd. Het 50-ste
percentiel (tweede kwartiel) is de mediaan.
Spreidingsmaten: Deze geven een beeld van de spreiding van de verdeling.
- Standaarddeviatie (maat voor de afwijking van alle waarnemingen ten opzichte van het gemiddelde)
- Variantie (de standaarddeviatie in het kwadraat)
- Bereik (verschil tussen de hoogste en laagste waarde)
- Minimum (laagste waarde)
- Maximum (hoogste waarde)
- Standaardfout (standaardfout van het gemiddelde)
Verdelingsmaten: Deze geven een beeld van de vorm van de verdeling van een continue variabele
- Scheefheid
Deze is 0 bij symmetrische verdelingen (zoals de normale verdeling). Een positieve skewness wijst op
uitschieters met hoge waarden (rechts asymmetrisch) en een negatieve skewness wijst op uitschieters met lage
waarden (links asymmetrisch). Als skewness < 1,96 kan de verdeling als symmetrisch worden beschouwd.
- Welving (Kurtosis)
Welving ten opzichte van de normale verdeling (kurtosis = 0). Een positieve kurtosis betekent meer gepiekt dan
de normale verdeling, een negatieve kurtosis betekent meer afgeplat. Als kurtosis < 1,96 kan de welving als
normaal worden beschouwd.
De belangrijkste grafiektypen
De keuze van het grafiektype wordt altijd mede bepaald door de soort variabele en de meetschalen van de
variabelen.
- Staafdiagrammen
Dit wordt gebruikt voor het weergeven van de frequenties (aantallen) of percentages van de verschillende
categorieën van categorische (nominale/ordinale) variabelen of discrete (interval/ratio) variabelen.
- Geclusterde en gestapelde staafdiagrammen
Dit zijn samengestelde staafdiagrammen waarbij de variabele wordt onderverdeeld op basis van een tweede
categorische of discrete variabele.
- Cirkeldiagrammen
Dit wordt gebruikt voor het weergeven van percentages van de categorieën van categorische of discrete
variabelen.
- Histogrammen
Deze worden gebruikt bij continue interval/ratiovariabelen. Ze zijn de grafische weergave van de
frequentieverdeling van in klassen verdeelde data.
- Lijndiagrammen
Deze worden uitsluitend gebruikt voor het weergeven van de ontwikkeling van variabelen. Een (interval/ratio)
variabele wordt afgezet tegen een tijdsvariabele op de horizontale as.
- Spreidingsdiagrammen
Deze worden gebruikt om twee interval/ratio variabelen tegen elkaar af te zetten. Het doel is om een mogelijk
statistisch verband zichtbaar te maken.
H25 frequentietabellen en statistische maten
, In een frequentietabel staan de frequenties van de waarden van een variabele. Dit betekent dat er geturfd is
hoe vaak bepaalde waarden voorkomen en dat er wordt vastgesteld wat de absolute en relatieve frequenties
zijn van die waarden.
Frequentietabel maken
1. Kies de opdracht analyse; descriptive statistics; frequencies
2. Kies in het venster frequencies de variabelen
3. Activeer de optie display frequency tables
4. Kies charts voor de bijbehorende grafiek en kies het grafiektype
Sneller een frequentietabel maken:
- Tik in de kolom van de gewenste variabele en kies de knop Run descriptive statistics. In de uitvoer
verschijnt dan de frequentietabel met de bijbehorende tabel Statistics
Snel een grafiek maken bij een bestaand frequentietabel
- Dubbelklikken op de tabel, dan rechterklik op de tabel en kies vervolgens create graph en het
grafiektype
Statistische maten kiezen
1. Kies Analyze; descriptive statistics; frequencies
2. Kies de variabelen en kies statistics
3. Kies in het venster frequencies: statistics de gewenste maten
De frequentietabel
Een frequentietabel heeft een vaste opbouw.
- Boven de frequentietabel staat het variabelenlabel van de gekozen variabele
- In de eerste kolom van de frequentietabel staan de waardes van de variabele
Er zijn drie categorieën waardes: valid (aantal geldige cases), missing (aantal cases met missing values) en total
(aantal cases)
- In de volgende vier kolommen staan de uitkomsten die horen bij die waarden
Frequency (absolute frequentie dus de telling), percent (relatieve frequentie dus percentage ten opzichte van
alle cases), valid percent (percentage ten opzichte van de geldige cases), cumulative percent (cumulatieve
percentage ten opzichte van de geldige cases).
Centrummaten en spreidingsmaten
Bij het maken van frequentietabellen kies je de centrummaten en spreidingsmaten in het venster: frequences
statistics
- De centrummaten kies je bij central tendency
- De spreidingsmaten kies je bij dispersion
- De standaardfout van het gemiddelde wordt berekend door de standaarddeviatie te delen door de
wortel uit het aantal waarnemingen
Standaarduitvoer aanpassen
- De volgorde van de waarden of frequenties kunnen bepaald worden en opgeven dat statistische
maten in een tabel of in aparte tabellen terecht komen (aanpassen door in het venster frequencies de
knop format te kiezen)
- De volgorde in frequentietabel aanpassen (in het venster frequencies format kunnen de volgorde van
de waarden en van de frequenties gewijzigd worden)
De volgende mogelijkheden zijn er: ascending values (waarden van laag naar hoog) , descending values
(waarden van hoog naar laag) , ascending counts (absolute frequenties van laag naar hoog) , descending
counts (absolute frequenties van hoog naar laag)
H33 inductieve statistiek met SPSS
