Samenvatting Refractie: accommodatie en nabijrefractie

Refractie: Accommodatie en nabij refractie.

Accommodatie: instelbeweging van het oog.
Wat gebeurt er bij accommodatie:
- Corpus cilliare is aangespannen
- M. cilliaris is aangespannen
- Zonulavezels ontspannen
- Ooglens wordt boller

De innervatie tijdens het accommoderen is voornamelijk parasympatisch. De sympathische
innervatie heeft een remmende werking.

Veranderingen tijdens de accommodatie:
- Miosis
- Pupilrand van de iris en van de lens verplaatsen naar voren.
- Het anteriore lensvlak wordt meer convex
- Het posteriore lensvlak wordt iets convexer
- De lens verplaatst iets naar beneden door de zwaartekracht
- De choroidea verplaatst naar voren.

AAmin= 15 - (0,25 x leeftijd) (wordt het meest gebruikt)
AAgem= 18,5 – (0,333 x leeftijd)
AAmax= 25 – (0,4 x leeftijd)

Vertepunt (R) = 1 / sterkte bril
Sterktebril = Gva omgekeerd.
Gva = alles boven de 60 + en er onder -
Voorbeeld:
Normaal oog: 60 dpt
Een oog is 68 dpt, GVA (graad van ametropie) is +8 dpt en de correctie van de bril is -8dpt.
1/-8 = 0,125 m is het vertepunt.

Punctrum rectrum (R) = vertepunt
Punctrum Proximum (P) = nabijheids refractie
Instelpunt / fixatiepunt (I)