Algemene Economie H10,12,13 en 16 + Informatie van ELO
Hoofdstuk 10
10.1 De zes sectoren van de Europese economie
Industrie
Bouw
Handel, transport en communicatie
Financiële en zakelijke dienstverlening
Publieke dienstverlening
Landbouw
Postindustriële samenlevingen = Samenlevingen met een grote dienstverlening, bestaande uit de
sectoren: Handel, transport en communicatie, financiële zakelijke dienstverlening en publieke
dienstverlening.
De groei van de dienstverlening heeft een aantal oorzaken:
1. Als de eerste levensbehoeften zijn bevredigd, richten consumenten zich steeds meer op de
bevrediging van de behoeften die door de dienstverlenende sectoren worden geproduceerd.
2. Door toenemende vrijhandel en hoge lonen in vergelijking met lagelonenlanden een
verschuiving van de productie in prijsgevoelige sectoren naar het buitenland op gang
gekomen.
10.2 Fasen in de economische groei en innovatie
Groei van de productiefactoren
De economische groei op korte termijn in een land = BBP = C + I + O + X - M
De economische groei op lange termijn in een land is afhankelijk van de groei van de
productiefactoren: arbeid, kapitaal en natuur. De productiefactoren kunnen groeien in kwantiteit en
kwaliteit:
Kwantitatieve groei = elk jaar komt er steeds iets meer arbeid, kapitaal en natuur ter beschikking.
Kwalitatieve groei = de productie per werknemer, ofwel de arbeidsproductiviteit gaat omhoog.
Bijvoorbeeld door vele technische ontwikkelingen.
Er bestaat een verband tussen de kapitaalgoederenvoorraad en de groei van de productie. Dit kan
bekeken worden met behulp van Kapitaalcoëfficiënt en de Spaarquote.
Kapitaalcoëfficiënt = Geeft weer hoeveel kapitaalgoederen er nodig zijn voor het vervaardigen van
een eenheid eindproduct. KC = KGV/Productie.
Spaarquote = Besparingen / Inkomen (NBP)
Fasen in de economische groei
Beschermende sector = Sectoren die niet afhankelijk zijn van de internationalisering van de economie
( De bouw, Detailhandel, en grote delen van de zakelijke dienstverlening.)
Open sector = Sectoren die juist wel afhankelijk zijn van de internationalisering van de economie
( industrie, groothandel, transport en delen van de financiële dienstverlening )
Hoofdstuk 10
10.1 De zes sectoren van de Europese economie
Industrie
Bouw
Handel, transport en communicatie
Financiële en zakelijke dienstverlening
Publieke dienstverlening
Landbouw
Postindustriële samenlevingen = Samenlevingen met een grote dienstverlening, bestaande uit de
sectoren: Handel, transport en communicatie, financiële zakelijke dienstverlening en publieke
dienstverlening.
De groei van de dienstverlening heeft een aantal oorzaken:
1. Als de eerste levensbehoeften zijn bevredigd, richten consumenten zich steeds meer op de
bevrediging van de behoeften die door de dienstverlenende sectoren worden geproduceerd.
2. Door toenemende vrijhandel en hoge lonen in vergelijking met lagelonenlanden een
verschuiving van de productie in prijsgevoelige sectoren naar het buitenland op gang
gekomen.
10.2 Fasen in de economische groei en innovatie
Groei van de productiefactoren
De economische groei op korte termijn in een land = BBP = C + I + O + X - M
De economische groei op lange termijn in een land is afhankelijk van de groei van de
productiefactoren: arbeid, kapitaal en natuur. De productiefactoren kunnen groeien in kwantiteit en
kwaliteit:
Kwantitatieve groei = elk jaar komt er steeds iets meer arbeid, kapitaal en natuur ter beschikking.
Kwalitatieve groei = de productie per werknemer, ofwel de arbeidsproductiviteit gaat omhoog.
Bijvoorbeeld door vele technische ontwikkelingen.
Er bestaat een verband tussen de kapitaalgoederenvoorraad en de groei van de productie. Dit kan
bekeken worden met behulp van Kapitaalcoëfficiënt en de Spaarquote.
Kapitaalcoëfficiënt = Geeft weer hoeveel kapitaalgoederen er nodig zijn voor het vervaardigen van
een eenheid eindproduct. KC = KGV/Productie.
Spaarquote = Besparingen / Inkomen (NBP)
Fasen in de economische groei
Beschermende sector = Sectoren die niet afhankelijk zijn van de internationalisering van de economie
( De bouw, Detailhandel, en grote delen van de zakelijke dienstverlening.)
Open sector = Sectoren die juist wel afhankelijk zijn van de internationalisering van de economie
( industrie, groothandel, transport en delen van de financiële dienstverlening )