Casuïstiekverslag
Ik ben in gesprek gegaan met Dylan, een jongen van 15 jaar die licht
autistisch is. Dylans moeder, Emilie, was aanwezig bij het gesprek. Ook
mijn BPV-opleider was aanwezig. Het gesprek werd gehouden bij Dylan
thuis, omdat hij zich daar het meest op zijn gemak voelt.
Mijn doel voor het gesprek was het verkennen van de mogelijkheden
voor Dylan om mee te doen aan activiteiten die hem kunnen helpen op
sociaal gebied. Ik wist van tevoren dat hij het moeilijk vond om nieuwe
mensen te leren kennen. Mijn voornemen was om Dylan en zijn moeder
precies duidelijk te maken wat deze activiteiten inhielden. Door dit
gesprek kon ik zelf ook beter inschatten hoe Dylan het zou doen onder
zijn leeftijdsgenoten. Hierdoor kon ik gerichte vragen stellen.
Ik heb Dylan en zijn moeder eerst verteld over de naschoolse activiteiten
die gevolgd konden worden. Vervolgens heb ik gevraagd of dit iets voor
Dylan zou kunnen zijn. Ik heb goed geluisterd, en heb ze kunnen
geruststellen waar dat nodig was. Ik zag dat Emilie niet helemaal gerust
was bij het idee om Dylan mee te laten doen. Ik heb haar verzekerd dat
er altijd een begeleider aanwezig is, en dat Dylan op elk moment kan
aangeven dat hij overprikkeld is. Ook heb ik de voordelen voor zijn
sociale ontwikkeling aangegeven.
Hierdoor leek Emilie gerustgesteld. Door haar positieve houding merkte
ik ook dat Dylan enthousiast werd over het idee. Hierdoor kreeg ik de
kans om hem meer directe vragen te stellen. Dylan wilde graag nieuwe
vrienden leren kennen, en wilde daarom graag meedoen aan de
activiteiten. Ik zag zijn enthousiasme als een zeer positief resultaat van
het gesprek.
Ik ben in gesprek gegaan met Dylan, een jongen van 15 jaar die licht
autistisch is. Dylans moeder, Emilie, was aanwezig bij het gesprek. Ook
mijn BPV-opleider was aanwezig. Het gesprek werd gehouden bij Dylan
thuis, omdat hij zich daar het meest op zijn gemak voelt.
Mijn doel voor het gesprek was het verkennen van de mogelijkheden
voor Dylan om mee te doen aan activiteiten die hem kunnen helpen op
sociaal gebied. Ik wist van tevoren dat hij het moeilijk vond om nieuwe
mensen te leren kennen. Mijn voornemen was om Dylan en zijn moeder
precies duidelijk te maken wat deze activiteiten inhielden. Door dit
gesprek kon ik zelf ook beter inschatten hoe Dylan het zou doen onder
zijn leeftijdsgenoten. Hierdoor kon ik gerichte vragen stellen.
Ik heb Dylan en zijn moeder eerst verteld over de naschoolse activiteiten
die gevolgd konden worden. Vervolgens heb ik gevraagd of dit iets voor
Dylan zou kunnen zijn. Ik heb goed geluisterd, en heb ze kunnen
geruststellen waar dat nodig was. Ik zag dat Emilie niet helemaal gerust
was bij het idee om Dylan mee te laten doen. Ik heb haar verzekerd dat
er altijd een begeleider aanwezig is, en dat Dylan op elk moment kan
aangeven dat hij overprikkeld is. Ook heb ik de voordelen voor zijn
sociale ontwikkeling aangegeven.
Hierdoor leek Emilie gerustgesteld. Door haar positieve houding merkte
ik ook dat Dylan enthousiast werd over het idee. Hierdoor kreeg ik de
kans om hem meer directe vragen te stellen. Dylan wilde graag nieuwe
vrienden leren kennen, en wilde daarom graag meedoen aan de
activiteiten. Ik zag zijn enthousiasme als een zeer positief resultaat van
het gesprek.