Fysiologische systemen in dieren werken in een vloeibare omgeving.
- Relatieve concentraties van water en opgeloste stoffen moet binnen vrij nauwe
grenzen worden gehandhaafd (homeostase).
- Osmoseregulatie regelt de opgeloste concentraties en balanceert de winst en het
verlies van water.
- Uitscheiding; het ontdoen van stikstofhoudende verbindingen (vrijgekomen van
eiwitten en nucleïnezuren) en andere afvalproducten.
44.1 Osmoseregulatie balanceert de opname en het verlies van water en opgeloste
stoffen
Diffusie en osmose
Diffusie = verspreiding van
moleculen door de beschikbare
ruimte van een hoge concentratie D = constante X oppervlakte X concentratieverschil
tot dat een evenwicht bereikt is. afstand
Factoren die de snelheid van diffusie beïnvloeden:
Kleine ruimte (diffusie oppervlak)
De afstand
Drukverschil of concentratieverschil
Diffusie in water is osmose.
Osmose = het proces waarbij water zich verplaatst van een plek met een lage concentratie,
naar een plek met een hoge concentratie.
LAAG NAAR HOOG
Permeabel wand = volledig doorlaatbaar
Semipermeabele wand = halfdoorlatend, alleen watermoleculen kunnen hier doorheen.
Actief transport = je moet er energie instoppen. Transport dat tegen het concentratieverval
in plaatsvindt, kost energie. De energie die voor actief transport nodig is, wordt geleverd
door de mitochondriën in de cel. Hiervoor is zuurstof nodig.
Passief transport = kost geen energie.