100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Sociologie van media en ICT 2023 - Amelie Godefroidt

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
51
Subido en
09-06-2023
Escrito en
2022/2023

Sociologie van media en ICT 2023 - gegeven door Amelie Godefroidt

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
9 de junio de 2023
Número de páginas
51
Escrito en
2022/2023
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Bennet & Segerberg Connective action
• WUNC: worthiness, unity, number, commitment
• Collective action: protesten die via traditionele media georganiseerd worden (organizationally)
• Connective action: protesten die via sociale media georganiseerd worden (organizationally-enabled, crowd-enabled)

Bourdieu Field theory
• Hoe mensen handelen is resultaat van neigingen die we ontwikkelen o.b.v. subjectieve ervaring van objectieve structuren
• Agency = subjectieve ervaring, structure = objectieve sociale structuur die vrijheidshandelen beperkt
• Practices: habitus (neigingen), veld, kapitaal
• Formule om handelen te bepalen: (habitus * kapitaal) + veld
Butler Queer theory
• Gaat in tegen de heteronormaliteit (waarom is hetero de standaard)
• Stelt dat er een probleem is met gendersociolisatie

Foucault Technologies of the self
• Volledig vrij zelf is een illusie: we worden in de gaten gehouden door sociale instituties (gevolg: zelfcensuur)
• Maatschappelijke discours worden geïnternaliseerd bij publiek
• Ethics (internationalisering van externe discours): persoonlijke regels die we onszelf opleggen
• Technologie of self (consumptie): tactieken waarmee we ethics omzetten in acties

Giddens Structuration theory

• Sociale structuren worden door actoren geproduceerd en gereproduceerd
• Reproduceren zorgt voor structuration
• Agency = handelingsvrijheid, structure = regels die wij reproduceren (oppervlakkige of intensieve regels)
Self-identity
• We vullen zelf in wie we zijn, waar we voor staan en hoe we daarnaar handelen
• Individuen nemen weloverwogen keuzes doorheen de levensloop
• Nood aan reflexiviteit: je moet stilstaan bij de keuzes die je maakt

,Goffman Dramaturgische metafoor
• Analyse van interpersoonlijke interactie (zelf bestaat niet, id = alle rollen die we opnemen)
• Frontstage
• Backstage
Habermas Publieke sfeer
• Publieke sfeer om politieke debatten te bespreken, ontstaan in cafétjes
• Je moet toegang hebben tot informatie en voldoende begaafd zijn om deel te kunnen nemen aan debat
• Machtsverhouding: enkel rijke mannen namen deel aan de debatten, uitsluiting van groot deel van de samenleving
Hall Receptiestudies
• Door de zender: encoding = zender wil een bepaalde boodschap overbrengen
• Door de ontvanger: decoding = betekenis die wij aan mediateksten geven
• Ontvanger kan dominante, onderhandelende, oppositionele positie aannemen
Hepp Sociaal constructivistisch perspectief
• Moulding force (vormende kracht): media oefenen indirect druk uit op communicatie binnen de samenleving
• Communicatievormen: directe, wederkerig gemedieerde, geproduceerd gemedieerde, gevirtualiseerd gemedieerde
• Mediatisering is een metaproces
Hjarvard Institutionaliseringsperspectief
• Mediatisering als sociologisch metaproces: interactie tussen media en andere sociale instituties
• Media als semi-onafhankelijke institutie: afhankelijk (double dependency) onafhankelijk (door eigen regels binnen media logic)
Livingstone Bedroom culture
• Massamedia gaat steeds meer naar de private ruimte in plaats van de gedeelde ruimte
• Dat is positief: private ruimte is belangrijk voor identiteit en autonomie
Mead Symbolisch interactionisme
• Taal als basis: we hebben interactie met elkaar door symbolen
• Self als mediërende structuur tussen individu (zelfreflectie) en sociale wereld (invloed sociale interacties op identiteit)
• Me – object (past version of self) = wat aangeleerd wenselijk gedrag is
• I – subject (present and future version of self) = vrijheidshandelen om te kiezen of we het wenselijke gedrag stellen

,Morley The nation wide audience (experiment binnen receptiestudies)
• Participanten met verschillende achtergronden naar twee episodes van het programma kijken
• Na het bekijken van de afleveringen, waarin politieke discussie centraal stond, was er ruimte voor vrije discussies
• Morley documenteerde deze discussies nauwkeurig en analyseerde de welke leesposities ze innamen.
• Ideologisch geladen media-inhouden lokken verschillende lezingen uit die zelfs lijnrecht tegen de tekst kunnen staan.
• Lezingen worden beïnvloed door sociale en culturele achtergrond, maar hangen ook af van individuele ervaringen en achtergronden
Mulvey Male gaze
• Kritiek op de representatie van vrouwen in film en ver daarbuiten
• Scopofilie: mannelijke protaginist, middels de camera

Rainie & Wellman Individualism Networked
Individualisme: we gaan ons afduwen van sociale gemeenschappen waarin we zaten.
Networked: we leggen veel meer contacten (weak ties houden verbinden de samenleving).

• Sociale netwerkrevolutie
• Internetrevolutie
• Mobiele revolutie

Smythe Audience commodity

• Het publiek wordt als vermarktbaar goed gezien (publiek = consument)
• Commerciële media verkopen reclameruimte aan adverteerders
• Publiek zorgt voor reclame-inkomsten. Internet prosumer commodity: publiek = consument + producent

Turkle Alone together

• Zelfs als we samen zijn, zijn we alleen (phubbing)
• Pessimistisch door mobiliteit van het internet
• Robotica: menselijke interacties gaan achteruit, we objectiveren elkaar
• Gemedieerde ruimte voelen veiliger aan omdat we controle hebben

Webster Audience as mass/outcome/agent

• Audience-as-mass: publiek als massa mensen blootgesteld aan dezelfde media-inhouden
• Audience-as-outcome: effecten van media-inhoduden op individuen en samenleving
• Audience-as-agent: publiek is vrij om media-inhoud te selecteren en deze persoonlijk te interpreteren

, Hoofdstuk 1: introductie
Media is een categorie van sociale structuur (net als gezin, onderwijs, religie, economie, politiek).
• Sociale structuur (abstract): onderliggend patroon van sociale instituties die samenleving vormen
• Sociale institutie: een functie  gezin, onderwijs, religie, economie, politiek, media
• Sociale categorie (concreet): kenmerk dat sociale institutie deelt  geslacht, geloof, beroep, leeftijd

• Media als vormende kracht: media hebben impact op vorm en richting van veranderingen in de samenleving
o Media-inhouden hebben impact op individu en samenleving
• Media als afspiegeling: media baseren zich op gebeurtenissen die aanwezig zijn in de samenleving
o Media-inhouden zijn niet uit de lucht gegrepen, het klopt maar het is een selectie
• Media als representatie: selectief geconstrueerde interpretaties van de werkelijkheid (media-inhouden = selectief proces)

Feodaliteit  moderniteit  postmoderniteit?

• Moderniteit: secularisering en rationalisering centraal (religie wordt vervangen door wetenschap en rationeel denken)
• Postmodernisme keert zich tegen modernisme door negatieve effecten (milieu, wapens)
• We zijn nog niet bij postmodernisme: samenlevingen evolueren niet uniform of bewust niet

Late, hoge, reflexieve moderniteit (Giddens)

• Ondanks kritiek blijft moderniteit waardevol.
• Hij erkend negatieve en positieve elementen van evolutie feodaliteit  moderniteit

Sociologische processen: feodaliteit naar moderniteit

1. Industrialisering: technologische ontwikkelingen, impact dagelijks leven, uitdieping fundamentele klassenverschillen
2. Urbanisering: bevolkingstoename met als gevolg verstedelijking, gevolg van industralisering
3. Bureaucratisering: hiërarchische organisatie, geen ruimte voor flexibiliteit, regels zonder uitzondering, efficiëntie
4. Kapitalisme: investeringen moeten leiden tot winst en groei (Marx = uitbuiting / Weber = zelfontplooiing en groei)
5. Consumentisme: goederen/diensten vervullen emotionele en sociale noden, identiteit vormgeven, way of life (voldoening), motor van kapitalisme
6. Globalisering: “the world is a global village” (samenleving heeft nationale karakter, minder isolatie, verkleinde afstand tussen populaties
$7.87
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
linnrademaekers1 Katholieke Universiteit Leuven
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
11
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
9
Documentos
7
Última venta
1 año hace

5.0

1 reseñas

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes