Probleem 1: De mens als speelbal van driften
Personality Psychology van Larsen en Bus: hoofdstuk 9
Introduction to Personality van Mischel, shoda en ayduk: hoofdstuk 7
Personality van Daniel Cervone en Lawrence A. Pervin: hoofdstuk 3
Wat is de visie van Freud?
Aspect 1: De geest is een energiesysteem.
Hij bekijkt de persoonlijkheid vanuit de geest. Die benaderd ie vanaf een biologische punt.
De geest is een energiesysteem en krijgt zijn energie uit de fysieke energie. Hij zegt dat de
geest instinctieve ‘drives’ heeft. psychic energy motiveert mensen om het ene wel te
doen en het andere niet te doen of om überhaupt iets te doen.
Freud visie heeft drie kernideeën
1. Er is een beperkt hoeveelheid energie. als je veel energie nodig hebt voor de ene
weg, dan is er minder energie over voor de andere wegen.
2. Energie kan geblokkeerd worden voor een ‘channel of expression’
(meningsuiting/uitdrukking?) zodra het geblokkeerd is kan de energie niet zomaar
weg.
3. De geest wilt rust creëren. lichamelijk behoefte zorgt voor spanning, maar de
geest wilt van die spanning, rust creëren. (Vb. Lichaam heeft honger en je geest zoekt
dus naar eten om die honger te stillen).
Freud maakt gebruik van catharsis (praten over je problemen).
Aspect 2: relatie tussen individu en de maatschappij.
Freud zegt dat de seksuele en agressieve ‘drives’ vanaf de geboorte in het kind zit. De mens
wilt deze ‘drives’ graag plezieren. Het is aan de maatschappij om deze ‘drives’ onder
controle te krijgen. Biologische natuurlijke ‘drives’ zijn onacceptabel. om onacceptabele
‘drives’ tegen te houden, moet we voorkomen dat ze in ons bewuste terecht komen.
Levels van het onbewuste en het bewuste
Bewuste = wat je nu aan het denken bent (weten wat je denkt). Het bewuste is de top van
een ijsberg.
Drie levels van bewustzijn (Topografisch model)
1. Conscious (bewuste): gedachtes waarvan we weten dat we het denken.
2. Preconscious (voorbewust): weten dat ze er zijn zodra we erop letten. (Bv. Een zin
lezen en je denkt dan niet aan je telefoonnummer, maar je weet je telefoonnummer
wel bewust als je eraan denk). makkelijk oproepbare herinnergingen.
3. Unconscious (onbewuste): gedachtes waarvan we niet weten dat ze er zijn en
waarvan we alleen bewust van zijn in speciale omstandigheden. waarom hebben
we ze? Antwoord: beschermt jezelf tegen angsten. (het is zwaar als je bijvoorbeeld
iets traumatisch heb mee gemaakt en die gedachte zit steeds in je bewuste).
Motivational unconscious: trauma’s wegstoppen.
, Onbewuste bestuderen
1. Dromen
Twee levels van inhoud:
1. Manifeste inhoud: verhaallijn van de droom.
2. Latente inhoud: onbewuste ideeën, emoties en ‘drives’ dat in het verhaallijn zitten.
Kenmerken dromen
- Dromen zijn niet logisch.
- Negeert de tijd.
- Negeert ruimte.
- Een ding kan meerdere dingen betekenen.
In dromen kan je dingen doen zodat je dat in je echte leven niet zal doen (Bv. Moord).
Doordat je iemand in je dromen hebt vermoord, is de drang om iemand te vermoorden
verminderd.
Het bewuste is gemotiveerd
1. De inhoud van het onbewuste heeft een motiverende reden om daar te zijn (Bv.
Traumatische gebeurtenis).
2. Onbewuste gedachtes beïnvloed bewuste gebeurtenissen.
2. Hypnotiseren
3. Free Association = alles zeggen wat er in je opkomt in ruststand.
4.Projectie techniek = wat een persoon ziet in een tegenstrijdig plaatje, bv een inktplaatje,
reflecteert zijn persoonlijkheid.
5. Paraprax (freudiaanse verspreking): jezelf verspreken.
Freud’s structuurmodel
- Id (1/2 jaar) = kern van alle ‘drives’ energie (zijn we mee geboren).
o Pleasure principle: zorgt voor plezier en ontwijkt pijn.
o Primary process thinking: zonder logica denken met bewuste gedachtes (bv.
Dromen en fantasie) denken dat je een ‘drive’ hebt bevredigd.
Wish fulfillment: als iets niet beschikbaar is en zelf de persoon/ding
bedenkt (Bv. Droomt) en dat zorgt voor voldoening.
o De id zoekt naar de bevrijding van spanningen (zoekt de rust op).
o De id is niet moreel.
o De id zoekt tevredenheid op twee manieren:
Actie
Fantaseren dat de id heeft wat ie wilt hebben.
o De id zit in het onbewuste.
o Seksuele en agressieve ‘drives’ zijn onderdeel van de id.
o Id heeft geen grenzen.
Id zorgt voor minder spanning door bijvoorbeeld fantasie, alleen fantasie is niet genoeg,
waardoor het ego wordt ontwikkeld.
Personality Psychology van Larsen en Bus: hoofdstuk 9
Introduction to Personality van Mischel, shoda en ayduk: hoofdstuk 7
Personality van Daniel Cervone en Lawrence A. Pervin: hoofdstuk 3
Wat is de visie van Freud?
Aspect 1: De geest is een energiesysteem.
Hij bekijkt de persoonlijkheid vanuit de geest. Die benaderd ie vanaf een biologische punt.
De geest is een energiesysteem en krijgt zijn energie uit de fysieke energie. Hij zegt dat de
geest instinctieve ‘drives’ heeft. psychic energy motiveert mensen om het ene wel te
doen en het andere niet te doen of om überhaupt iets te doen.
Freud visie heeft drie kernideeën
1. Er is een beperkt hoeveelheid energie. als je veel energie nodig hebt voor de ene
weg, dan is er minder energie over voor de andere wegen.
2. Energie kan geblokkeerd worden voor een ‘channel of expression’
(meningsuiting/uitdrukking?) zodra het geblokkeerd is kan de energie niet zomaar
weg.
3. De geest wilt rust creëren. lichamelijk behoefte zorgt voor spanning, maar de
geest wilt van die spanning, rust creëren. (Vb. Lichaam heeft honger en je geest zoekt
dus naar eten om die honger te stillen).
Freud maakt gebruik van catharsis (praten over je problemen).
Aspect 2: relatie tussen individu en de maatschappij.
Freud zegt dat de seksuele en agressieve ‘drives’ vanaf de geboorte in het kind zit. De mens
wilt deze ‘drives’ graag plezieren. Het is aan de maatschappij om deze ‘drives’ onder
controle te krijgen. Biologische natuurlijke ‘drives’ zijn onacceptabel. om onacceptabele
‘drives’ tegen te houden, moet we voorkomen dat ze in ons bewuste terecht komen.
Levels van het onbewuste en het bewuste
Bewuste = wat je nu aan het denken bent (weten wat je denkt). Het bewuste is de top van
een ijsberg.
Drie levels van bewustzijn (Topografisch model)
1. Conscious (bewuste): gedachtes waarvan we weten dat we het denken.
2. Preconscious (voorbewust): weten dat ze er zijn zodra we erop letten. (Bv. Een zin
lezen en je denkt dan niet aan je telefoonnummer, maar je weet je telefoonnummer
wel bewust als je eraan denk). makkelijk oproepbare herinnergingen.
3. Unconscious (onbewuste): gedachtes waarvan we niet weten dat ze er zijn en
waarvan we alleen bewust van zijn in speciale omstandigheden. waarom hebben
we ze? Antwoord: beschermt jezelf tegen angsten. (het is zwaar als je bijvoorbeeld
iets traumatisch heb mee gemaakt en die gedachte zit steeds in je bewuste).
Motivational unconscious: trauma’s wegstoppen.
, Onbewuste bestuderen
1. Dromen
Twee levels van inhoud:
1. Manifeste inhoud: verhaallijn van de droom.
2. Latente inhoud: onbewuste ideeën, emoties en ‘drives’ dat in het verhaallijn zitten.
Kenmerken dromen
- Dromen zijn niet logisch.
- Negeert de tijd.
- Negeert ruimte.
- Een ding kan meerdere dingen betekenen.
In dromen kan je dingen doen zodat je dat in je echte leven niet zal doen (Bv. Moord).
Doordat je iemand in je dromen hebt vermoord, is de drang om iemand te vermoorden
verminderd.
Het bewuste is gemotiveerd
1. De inhoud van het onbewuste heeft een motiverende reden om daar te zijn (Bv.
Traumatische gebeurtenis).
2. Onbewuste gedachtes beïnvloed bewuste gebeurtenissen.
2. Hypnotiseren
3. Free Association = alles zeggen wat er in je opkomt in ruststand.
4.Projectie techniek = wat een persoon ziet in een tegenstrijdig plaatje, bv een inktplaatje,
reflecteert zijn persoonlijkheid.
5. Paraprax (freudiaanse verspreking): jezelf verspreken.
Freud’s structuurmodel
- Id (1/2 jaar) = kern van alle ‘drives’ energie (zijn we mee geboren).
o Pleasure principle: zorgt voor plezier en ontwijkt pijn.
o Primary process thinking: zonder logica denken met bewuste gedachtes (bv.
Dromen en fantasie) denken dat je een ‘drive’ hebt bevredigd.
Wish fulfillment: als iets niet beschikbaar is en zelf de persoon/ding
bedenkt (Bv. Droomt) en dat zorgt voor voldoening.
o De id zoekt naar de bevrijding van spanningen (zoekt de rust op).
o De id is niet moreel.
o De id zoekt tevredenheid op twee manieren:
Actie
Fantaseren dat de id heeft wat ie wilt hebben.
o De id zit in het onbewuste.
o Seksuele en agressieve ‘drives’ zijn onderdeel van de id.
o Id heeft geen grenzen.
Id zorgt voor minder spanning door bijvoorbeeld fantasie, alleen fantasie is niet genoeg,
waardoor het ego wordt ontwikkeld.
