Infectieziekten 1
Hoofdstuk 1: Introductie
Overzicht pathogenen:
Mogelijke redenen ‘nieuwe’ infectieziekten:
- Nieuwe pathogenen (vb. COVID-19)
- Identificatie van oorzakelijke pathogenen bij gekende infectieziekten
- ‘Oude’ ziektes erkend als infectieziekte
- ‘Oude’ pathogenen in nieuwe gebieden
Grootste uitdaging van het moment: antimicrobiële resistentie à gaat soms snel doordat sommige
bacteriën hun DNA ook aan elkaar kunnen doorgeven (horizontaal)
à Productie van nieuwe middelen is er nog weinig door slecht verdienmodel voor Big Pharma
Verschil in resistentiepatroon tussen Grampositieve en -negatieve bacteriën:
- Grampositieven
• Grootste markt
• Beperkt aantal producten in de pipeline
• Resistentie daalt in sommige landen
- Gramnegatieven
• Beperkt marktaandeel
• Zeer weinig producten in de pipeline
• Resistentie stijgt wereldwijd
Huidig gebruik van breedspectrum antibiotica gedreven door beperkte diagnostische ondersteuning
à in ambulante praktijk beschouwd als te duur en te traag en zelfs in ziekenhuizen duurt het enkele
dagen voor men de gevoeligheid voor antibiotica kent => nood aan snelle en eenvoudige point-of-
care tests
à Er zijn verschillende tests (vb. MALDI-TOF), maar in de praktijk vooral gebruik van sequencers
De toekomst = vaccins à zorgt voor blijvende resistentie van gastheer
1
,2023 Infectieziekten 1
Hoofdstuk 2: Normale flora
Foetus is steriel (=> vrij van micro-organismen) à vanaf geboorte gebeurt er een kolonisatie van
lichaamsholten en -oppervlakten à flora evolueert met tijd à veranderingen o.i.v.:
- Leeftijd
- Dieet
- Hormonen
- Persoonlijke hygiëne
Normale flora beschermen ons tegen pathogenen door:
- Competitie met voedingsstoffen of receptoren (darm)
- Productie van bacteriocines à maken andere bacteriën kapot (darm)
- Stimulatie immuunrespons (darm)
- Productie vetzuren door propionilbacteriën (huid)
- Verzuring van pH door lactobacillen (vagina)
Probiotica à levend microbieel voedingsingrediënt dat bij voldoende inname een
gezondheidsbevorderend effect heeft
↔ Prebiotica à specifieke componenten die probiotica goed kunnen gebruiken (groeivoordeel)
Leren bijlage normale flora!
S. Aureus à veel dragerschap in de neus à dragers hebben een verhoogd risico op zelf-infectie via
geïnfecteerde haarfollikels, huidontstekingen of ontstekingen van heelkundige wonden à dragers
vormen ook een potentieel risico voor het besmetten van anderen = kruisinfectie
Rol darmflora:
- Evenwicht, biochemische en metabole rol
• Vitamine synthese
• Gasproductie
• Geur productie
• Metabolisme van galzuren à steroïden in lever geproduceerd voor emulsificatie van
lipiden voor opname
- Bescherming tegen vreemde indringers door bezetten van plaats en productie van
bacteriocines à anaëroben spelen belangrijkste beschermende rol = kolonisatie resistentie
à Heel veel soorten darmflora en niet allemaal kweekbaar => nieuwe technieken o.b.v. DNA
sequenties om onderscheid te maken
GI tractus à soms bron van infecties:
- Urineweginfecties (E. Coli)
- GI infecties
- Opportunistische infecties (bv. wondinfecties, pneumonie, …) bij patiënten met verminderde
weerstand
- Meningitis (bij ouderen en heel kleine kinderen)
- Meestal veroorzaakt door Enterobacteriaceae
Huid is geen gunstige omgeving voor micro-organismen:
- Droogt regelmatig uit à enkel goed voor coagulase-negatieve stafylokokken en
Corynebacterium à anderen verkiezen vochtige plaatsen (S. Aureus, Candida spp,
Gramnegatieve aëroben en Malassezia furfur)
- Licht zure pH (4-6) door productie vetzuren door stafylokokken => geen streptokokken
2
,2023 Infectieziekten 1
- Hoge concentraties NaCl => hyperosmotisch
- Inhibitorische stoffen
• Lysozym uit zweetklieren
• Onverzadigde vetzuren uit talgklieren
• Huiddeodoranten kunnen microflora veroorzaken
Acne à ontstaat doordat talg geproduceerd door talgklieren o.i.v. hormonen Propionilbacterium
acnes bevat à bevat lipases die de triglyceriden in talg kunnen omzetten in vrije vetzuren à zorgt
voor ontsteking van talgklieren en zo voor comedonen
Hoofdstuk 3: Anatomie en fysiologie van bacteriën
Bacteriën zijn 1-5 µm => kleiner dan parasiet maar groter dan virus à ze vermenigvuldigen zich door
deling en zijn overal in de omgeving aanwezig
Eukaryoten vs. prokaryoten:
Celcomponenten bacterie:
- Cytoplasma à bevat:
• Kernmateriaal à chromosoom = nucleoïd = geaggregeerd DNA-molecule +
plasmiden à kleine, circulaire en extrachromosomale DNA-molecule die vaak
drager zijn van antibiotica resistentiemoleculen en/of virulente genen à kunnen
horizontaal uitgewisseld worden tussen bacteriën => manier van resistentie
doorgeven
3
, 2023 Infectieziekten 1
• Ribosomen à verschillend van eukaryoten => belangrijk antibacterieel target à
zorgt voor translatie van mRNA tot eiwitten
• Proteïnen
• Metabolieten
- Cytoplasma membraan à dubbele lipidenmembraan à geen steroïden (behalve bij
Mycoplasma) à zorgt voor elektronen transport en energieproductie à bevat
transporteiwitten, ionenpompen en enzymes à aan de binnenkant behouden actines de
vorm
- Celwand à componenten uniek voor bacteriën à intrinsieke bescherming tegen
immuunrespons van mensen à a.d.h.v. de celwand onderscheiden we Grampositieve vs.
Gramnegatieve bacteriën
• Grampositief à membraan met daarrond een zeer dikke peptidoglycaan wand (A)
• Gramnegatief à 2 membranen met daartussen een dunne celwand à buitenste
membraan bevat veel structuren buiten lipiden zoals eiwitten, lipopolysachariden, …
(B)
Gramkleuring à snelle en eenvoudige test om onderscheid te maken tussen Gram+ en Gram- à
werkwijze:
1. Kleuring met kristalviolet
2. Precipitatie met iodine
3. Spoelen met alcohol of aceton
4. Kleuring met safranine
Classificaties na Gramkleuring:
- Vorm na kleuring
• Kokken (bolletjes)
• Bacillen (staven)
• Spirillen à spiraalvormig
• Vibrionen (kommavormig)
4