Het efficiënt beheer van de samenleving in een dreigende
recessie (1979-nu).
BEGRIPPEN
communisme samenlevingsorganisatie waarbij iedereen ongeveer evenveel verdient,
maar ook het volledige sociaaleconomische leven door de overheid wordt
bepaald.
recessie periode van economische achteruitgang of crisis met sluiting van bedrijven,
werkloosheid en verarming.
corruptie omkoping om bepaalde maatregelen ten gunste van bepaalde groepen te
nemen.
vluchtelingen mensen die hun woonplaats voor lange tijd onvrijwillig verlaten. - politieke
vluchtelingen: omwille van levensbedreigingen wegens politieke
opvattingen of (burger)oorlog. - economische vluchtelingen: omwille van
armoede.
Europese unie samenwerking tussen 28 Europese landen, vooral op economisch (vrij
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal), munt (Euro) en
politiek (via overleg) vlak.
NAVO Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Verdedigingsverdrag en militaire
samenwerking tussen 27 Europese landen, Canada en De Verenigde Staten.
autocratisch bestuur door een of enkele leiders, zonder veel controle door de verkozen
volksvertegenwoordiging.
Extreem rechts (uitgesproken) politieke overtuiging dat de overheid op sociaal-economisch
vlak zo weinig mogelijk organiseert (en dus vrijheid,
weinig belastingen maar ook sociale ongelijkheid) toelaat. De overheid
zorgt wel voor een stevige orde in het land, waarbij tegenstand tegen de
leiders hardhandig wordt onderdrukt.
burgeroorlog gewapend conflict tussen bevolkingsgroepen in een land.
vrijhandel handel tussen landen kan zonder beperkingen (op de hoeveelheden,
belastingen, kwaliteit, …).
Sociale voorziening Dienst om arme en kwetsbare mensen te ondersteunen. Deze wordt
betaald via belastingen.
Extreem links (uitgesproken) politieke overtuiging dat de overheid op sociaal-economisch
vlak zo veel mogelijk organiseert (sociale diensten betaald door belastingen
die het verschil tussen arm en rijk beperken). De overheid zorgt wel voor
een stevige orde in het land, waarbij tegenstand tegen de leiders
hardhandig wordt onderdrukt.
Vrije markt economie de overheid bemoeit zich weinig of niet met het economisch leven.
Ondernemers trekken hun plan en worden weinig gehinderd door
beperkende wetten of hoge belastingen.
neoliberaal politieke overtuiging dat de overheid op sociaaleconomisch vlak zo weinig
recessie (1979-nu).
BEGRIPPEN
communisme samenlevingsorganisatie waarbij iedereen ongeveer evenveel verdient,
maar ook het volledige sociaaleconomische leven door de overheid wordt
bepaald.
recessie periode van economische achteruitgang of crisis met sluiting van bedrijven,
werkloosheid en verarming.
corruptie omkoping om bepaalde maatregelen ten gunste van bepaalde groepen te
nemen.
vluchtelingen mensen die hun woonplaats voor lange tijd onvrijwillig verlaten. - politieke
vluchtelingen: omwille van levensbedreigingen wegens politieke
opvattingen of (burger)oorlog. - economische vluchtelingen: omwille van
armoede.
Europese unie samenwerking tussen 28 Europese landen, vooral op economisch (vrij
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal), munt (Euro) en
politiek (via overleg) vlak.
NAVO Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Verdedigingsverdrag en militaire
samenwerking tussen 27 Europese landen, Canada en De Verenigde Staten.
autocratisch bestuur door een of enkele leiders, zonder veel controle door de verkozen
volksvertegenwoordiging.
Extreem rechts (uitgesproken) politieke overtuiging dat de overheid op sociaal-economisch
vlak zo weinig mogelijk organiseert (en dus vrijheid,
weinig belastingen maar ook sociale ongelijkheid) toelaat. De overheid
zorgt wel voor een stevige orde in het land, waarbij tegenstand tegen de
leiders hardhandig wordt onderdrukt.
burgeroorlog gewapend conflict tussen bevolkingsgroepen in een land.
vrijhandel handel tussen landen kan zonder beperkingen (op de hoeveelheden,
belastingen, kwaliteit, …).
Sociale voorziening Dienst om arme en kwetsbare mensen te ondersteunen. Deze wordt
betaald via belastingen.
Extreem links (uitgesproken) politieke overtuiging dat de overheid op sociaal-economisch
vlak zo veel mogelijk organiseert (sociale diensten betaald door belastingen
die het verschil tussen arm en rijk beperken). De overheid zorgt wel voor
een stevige orde in het land, waarbij tegenstand tegen de leiders
hardhandig wordt onderdrukt.
Vrije markt economie de overheid bemoeit zich weinig of niet met het economisch leven.
Ondernemers trekken hun plan en worden weinig gehinderd door
beperkende wetten of hoge belastingen.
neoliberaal politieke overtuiging dat de overheid op sociaaleconomisch vlak zo weinig