100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting - Stofwisseling En Hormonen 1

Puntuación
-
Vendido
6
Páginas
65
Subido en
25-05-2023
Escrito en
2021/2022

Samenvatting stofwisseling en hormonen 1

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
25 de mayo de 2023
Número de páginas
65
Escrito en
2021/2022
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

HO 1 – ENDOCRIENE PANCREAS
1 Eilandjes van Langerhans
Pancreas bestaat uit 2 types klieren
• Exocriene klieren: spijsverteringsenzymen en HCO3- secreteren in GI-tractus
• Endocriene klieren: gegroepeerd in eilandjes van Langerhans


Eilandjes van Langerhans
• Tss 500.000 en enkele miljoenen in pancreas (1 eilandje ongeveer 50-300m)
• = 1-1,5% van de totale pancreasmassa
• Elk eilandje bevat ongeveer 2500 cellen – 4 verschillende types
o 60-75% betacellen: proinsuline, insuline, C-peptide & amyline
▪ Liggen vnl in centrum van eilandjes
o 20-25% alfacellen: glucagon
o 4% deltacellen: somatostatine
o 2% PP of F-cellen: pancreatic polypeptide
• De cellen in de eilandjes van Langerhans communiceren met elkaar en
beïnvloeden elkaars secretie, en krijgen ook signalen van daarbuiten.
• Communicatie
o Humorale communicatie
▪ Bloedvoorziening loopt vanuit centrum van de eilandjes naar periferie, hierin circuleren glucose,
AZ en andere elementen
▪ Hormonale secreties v/d cellen in het centrum beïnvloeden hormonale vrijstelling van de cellen
thv. periferie
▪ Bv: glucagon = krachtige insuline-secretagoog
▪ Insuline inhibeert glucagonvrijstelling ; somatostatine inhibeert secretie van insuline en glucagon
o Cel-cel communicatie
▪ Gap als tight junctions verbinden de verschillende eilandjescellen met elkaar
o Neurale communicatie
▪ Hormonale secretie ook beïnvloed door sympatische en parasympatische takken van autonoom
ZS
▪ Cholinerge stimulatie: bevordert insulinesecretie
▪ Adrenerge stimulatie: kan zowel stimulerend als inhiberend effect hebben (hangt af van feit of
beta- of alfa-adrenerfe effecten domineren

Side note
Mensen met type I diabetes die invaliderende complicaties doen, niet meer te helpen met insulinepompen → vraag
om transplantatie te doen → je kan een fullorgan transplantatie doen (heel pancreas) maar kan ook na accidenten
kapsel gescheurd kan je niet gebruiken als fullorgan transplant omdat amylase en lipase beginnen lekken → pt gaat
in shock
Die pancreata proberen we toch bij te houden om betacellen te isoleren → betacel transplantaties (om een
succesvolle betaceltransplantatie te doen → 3 pancreata nodig)
Cellen word,n op kweek gezet en die cellen hebben maar een overleving van 14-21 dagen dus eigenlijk moet je
chance hebben om 3 donoren te hebben in een maand om een poging te kunnen doen + slagingspercentages heel
laag




1

,Hormoondistributie




2 Insuline
Biosynthese en secretie van insuline
• Aangemaakt door de beta-cellen
• Gecodeerd door een gen op chromosoom 11
• Synthese en secretie wordt gestimuleerd bij blootstelling glucose
• Transcriptie → productie van mRNA dat codeert voor preproinsuline
• Translatie → thv. RER proinsuline gevormd → thv. GA wordt proinsuline verplakt in secretoire granules + op 2
plaatsen gesplitst door protease → C-peptide wordt hierbij afgesplitst
• Secretoire granules bevatten equimolaire hoeveelheden insuline en C-peptide + kleine hoeveelheden proinsuline
• C-peptide wordt gebruikt als merker voor endogene insulineproductie
o Snelle manier of iemand diabetes type I of II heeft (want insuline die je inspuit heeft geen C-peptide)
▪ Type I: niet aanwezig
▪ Type II: wel aanwezig
• 60% van insuline dat wordt gesecreteerd in portale circulatie → tijdens first pass thv lever geëlimineerd
o C-peptide wordt niet door de lever geëlimineerd maar door de nieren

Regeling van de insulinesecretie
Glucose = belangrijkste regulator insulinesecretie
• Normale omstandigheden: glucosehomeostase nauw gereguleerd → glycemie (= plasma glucoseconcentratie)
weinig wijzigen
• Na een nacht vasten: glycemie tss 60-100 mg/dl
• Na maaltijd: max 180 mg/dl
• Geringe stijging van glycmie (na maaltijd) → stimuleert insulinesecretie
• Daling glycemie (na vasten, lichaamsbeweging) → insulinesecretie inhiberen
• Bij IV glucosetoediening: 2 fasen in insulinesecretie
o Acute of first-phase insuline respons (FPIT): 2-5 minuten aanhouden
▪ Reeds gevormde en opgeslagen insuline vrijgesteld uit secretoire granules
o Tweede insulineantwoord: houdt aan zolang de glycemie gestegen is
▪ Reeds gesynthetiseerd als nieuw gevormd insuline vrijstellen
• Diabetes: treedt verlies van FPIR in een vroeg stadium van de pathogenese op → kan door middel van IV
glucosetolerantietest (IVGTT) opgespoord worden




2

,Metabolisme insulinesecretie
• Beta-cel neemt glucose, galactose en mannose op → kunnen insulinevrijstelling stimuleren
o Bepaalde AZ kunnen insulinesecretie ook stimuleren (maar niet zo veel)
o Glucagon ook sterke stimulator
• Belangrijke spelers: ATP-gevoelige K-kanaal + voltage-gated Ca-kanalen

1) Glucose opgenomen in betacel door GLUT2 via gefacilliteerde
diffusie (AZ treden de cel binnen via andere transporters)

2) Glucose oiv glucokinase → glucose-6-fosfaat → ondergaat
verdere glycolyse tot pyruvaat
Pyruvaat wordt dan opgenomen thv. mitochondriën →
oxidatieve decarboxylatie tot vorming van aceyl-CoA
→ citroenzuurcyclus → protonengradiënt → via OXFO ATP
maken → intracellulaire ATP concentratie stijgt

3) Toegenomen ATP-concentratie leidt tot sluiten van ATP-
gevoelige kaliumkanalen

4) Verminderde K-geleiding langs celmembraan → depolarisatie

5) Membraandepolarisatie → openen voltage-gated Ca-kanalen

6) Toegenomen calcium-influx → toegenomen intracellulair
vrije Ca-concentratie → lokt additionele Ca-geïnduceerde Ca-
vrijstelling uit
7) Toegenomen intracellulair Ca → vrijstelling insuline

• Andere secretagogen moduleren de vrijstelling van insuline → via andere pathways
• Voorbeeld
o Glucagon bevordert insulinevrijstelling: adenylaat cyclase stimuleren → cAMP neemt toe → activeert
PKA
o Somatostatine: inhibeert adenylaat cyclase → insulinevrijstelling geremd
• Stimuli tot insulinesecretie
o Via Krebscyclus, Ca-calmoduline, proteïne kinase B pathway
▪ Glucose
▪ AZ: argenine, leucine
▪ Ketonzuren
▪ Vrije vetzuren
▪ Fructose
o Via adenylaat cyclase, cAMP, proteïne kinase A pathway
▪ Glucagon
▪ -adrenerge agonisten
▪ Glucagon-like peptide-1 (GLP-1)
▪ Glucose-afhankelijk insulinotroop polypeptide (GIP)
▪ Secretine
o Via phospholipase C, IP3 + DAG, proteïne kinase C pathway
▪ Cholecystokinine
▪ Acetylcholine




3

, Neurale en humorale factoren moduleren insulinesecretie
Neurale factoren
• Eilandjes van Langerhans sterk geïnhibeerd door sympatische en parasympatische vezels
• -adrenerge stimulatie versterkt insulinevrijstelling
• -adrenerge stimulatie (bv. noradrenaline) remt de insulinevrijstelling
• Tijdens fysieke inspanning: -adrenerge stimulatie neemt toe → insulinesecretie remmen → hypoglycemie
tijdens inspanning vermeden worden
o Inspanning stimuleert ook glucose-opname en verbruik door de spier, zelfs bij lage glycemie
o Lipolyse en vrijstelling vrije vetzuren uit adipocyten worden gestimuleerd → alternatieve energiebron
voor spieren

Humorale factoren
• Glucose-gemedieerde insulinevrijstelling na PO toediening van glucose = groter dan dezelfde hoeveelheid
toegediend IV = incretine-effect
• Incretine-effect = staat in voor 60% v/d glucose-gemedieerde insulinevrijstelling na een maaltijd
• Glucagon-like peptide-1 (GLP1) en GIP = incretines
• GLP1 = hormoon dat door entero-endocriene cellen in de darm wordt vrijgesteld na een maaltijd → leidt tot
vrijstelling van insuline door -cellen + onderdrukking van glucagonsecretie door -cellen (op glucose-
afhankelijke wijze)

Werking van insuline
Insuline-receptor
• Meer dan de helft van insuline wordt gebonden aan lever en wordt
verwijdert uit circulatie = first pass effect
• Insuline dat uit lever ontsnapt: insuline-onderhevige processen stimuleren
thv. doelcellen
• Insulinereceptor = receptor tyrosine kinase
• Heterotetrameer
o 2 identieke extracellulaire -ketens
o 2 identieke transmembranaire -ketens (bevatten intrinsieke tyrosine
kinase activiteit)
• Binding met insuline
o Insuline bindt thv. -subinit en activeert tyrosine-kinase thv. β-subunit → fosforyleert verschillende
tyrosine-residues → insulineactie tot uiting
• Insulinereceptor kan signaal van insuline doorzenden op verschillende manieren
o Belangrijkste = fosforylering van een # insuline-receptor substraten (= belangrijke eiwitten voor
transductie van het insuline-signaal) → initieert 2 IRS-signalling pathways (insuline receptor substraat)
▪ Metabole wijzigingen
• Toegenomen glucose-opslag (glycogeensynthese) en oxidatie
• Toegenomen eiwitsynthese en verminderde proteolyse
• Toegenomen synthese triglyceriden en verminderde lipolyse
▪ Groeibevorderend effect
• Verhoging genexpressie en groei

Downregulatie insulinereceptoren
• Het aantal insuline-receptoren thv het celoppervlak is veel hoger dan het aantal dat vereist is om het maximale
biologisch antwoord op insuline te bekomen. Slechts 5% van de receptoren dienen bezet te zijn door insuline
voor het maximale effect.
• Aantal receptoren op celmembraan afhankelijk van 3 factoren
o Synthese receptoren
o Endocytose van receptoren gevolgd door recycling van de receptoren terug naar celoppervlak
o Endocytose van receptoren gevolgd door degradatie
• Cellen die continu blootgesteld worden aan hoge insulineconcentraties vertonen minder insulinereceptoren dan
cellen die zich bevinden in een milieu met lagere insulineconcentraties
o Dit is geval bij diabetes type II
4
$18.66
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
J5566 Universiteit Antwerpen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
44
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
24
Documentos
16
Última venta
4 semanas hace

3.5

6 reseñas

5
2
4
1
3
2
2
0
1
1

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes