Course 1.4 The human body
Probleem 1: Body and brains
BIOPSYCHOLOGIE
De biospychologie bestudeert de samenhang tussen lichamelijke processen en gedrag. Bij
de lichamelijke processen betreft het met name de werking van het zenuwstelsel en het
endocriene systeem.
Subdisciplines:
- Fysiologische psychologie = biologische basis van gedrag bestuderen door directe
manipulatie van het brein. Bv. connecties doorsnijden of elektrische stimulatie bij
dieren.
- Psychofarmacologie = brein direct manipuleren met medicatie
- Neuropsychologie = consequenties van schade aan de hersenen op gedrag
bestuderen. Doel is meestal verbetering van de behandeling
- Psychofysiologie = bestuderen van de relatie tussen fysiologische activiteit (bv.
elektrische activiteit in de hersenen (EEG)) en psychologische processen (bv.
geheugen).
Interventies:
- Somatische interventies = functies van het zenuwstelsel worden direct gemanipuleerd
- Gedrag interventies = gedrag manipuleren en uitkomst in het zenuwstelsel bekijken
- Correlatieve benadering = kijken in hoeverre een biologische meting gerelateerd is
aan een gedragsmeting. Geen oorzaak-gevolg conclusie.
INTERNE COMMUNICATIE IN HET LICHAAM
Al ons gedrag komt tot stand via ons lichaam. Ons lichaam bestaat uit miljoenen cellen.
Deze cellen regelen alle processen in ons lichaam. Ze zijn gedifferentieerd (gespecialiseerd)
en hebben hun eigen taak. Ook onze emoties zijn gelinkt aan het lichaam. De werking van
de cellen moet op elkaar afgestemd worden en moeten dus met elkaar communiceren.
Interne communicatie in het lichaam gaat via het zenuwstelsel en het endocriene systeem.
Endocriene systeem = inwendige afgave = het hormoonstelsel.
Endocriene klieren geven hormonen af aan het bloed, het circulaire systeem. Die hormonen
zijn de ‘boodschappers’. Hormonen zijn chemische stoffen. Ze zijn niet selectief in waar de
‘boodschap’ heen wordt gestuurd. Hormonen gaan via het bloed naar organen/cellen en
grijpen aan op receptoren. In een receptor past maar één soort hormoon. Dit systeem
verloopt trager dan het zenuwstelsel.
Endocriene klieren geven hormonen af aan het bloed. Dit komt terecht in het perifere
lichaam of in de hersene Dit wordt aangestuurd door het zenuwstelels.
Endocriene klieren zijn: pineal gland, hypothalamus, pituitary gland, thyroid, parathyroid,
thymus, adrenal, pancreas en de geslachtsklieren (gonads): testis en ovary.
Exocriene klieren zijn = chemicaliën uitgeven in kanalen die ze naar hun doelen brengen. Er
is geen duidelijk onderscheid tussen het endocriene systeem en het zenuwstelsel. De
endocriene klieren die in de hersenen zitten zijn onderdeel van beide systemen.
1
Probleem 1: Body and brains
BIOPSYCHOLOGIE
De biospychologie bestudeert de samenhang tussen lichamelijke processen en gedrag. Bij
de lichamelijke processen betreft het met name de werking van het zenuwstelsel en het
endocriene systeem.
Subdisciplines:
- Fysiologische psychologie = biologische basis van gedrag bestuderen door directe
manipulatie van het brein. Bv. connecties doorsnijden of elektrische stimulatie bij
dieren.
- Psychofarmacologie = brein direct manipuleren met medicatie
- Neuropsychologie = consequenties van schade aan de hersenen op gedrag
bestuderen. Doel is meestal verbetering van de behandeling
- Psychofysiologie = bestuderen van de relatie tussen fysiologische activiteit (bv.
elektrische activiteit in de hersenen (EEG)) en psychologische processen (bv.
geheugen).
Interventies:
- Somatische interventies = functies van het zenuwstelsel worden direct gemanipuleerd
- Gedrag interventies = gedrag manipuleren en uitkomst in het zenuwstelsel bekijken
- Correlatieve benadering = kijken in hoeverre een biologische meting gerelateerd is
aan een gedragsmeting. Geen oorzaak-gevolg conclusie.
INTERNE COMMUNICATIE IN HET LICHAAM
Al ons gedrag komt tot stand via ons lichaam. Ons lichaam bestaat uit miljoenen cellen.
Deze cellen regelen alle processen in ons lichaam. Ze zijn gedifferentieerd (gespecialiseerd)
en hebben hun eigen taak. Ook onze emoties zijn gelinkt aan het lichaam. De werking van
de cellen moet op elkaar afgestemd worden en moeten dus met elkaar communiceren.
Interne communicatie in het lichaam gaat via het zenuwstelsel en het endocriene systeem.
Endocriene systeem = inwendige afgave = het hormoonstelsel.
Endocriene klieren geven hormonen af aan het bloed, het circulaire systeem. Die hormonen
zijn de ‘boodschappers’. Hormonen zijn chemische stoffen. Ze zijn niet selectief in waar de
‘boodschap’ heen wordt gestuurd. Hormonen gaan via het bloed naar organen/cellen en
grijpen aan op receptoren. In een receptor past maar één soort hormoon. Dit systeem
verloopt trager dan het zenuwstelsel.
Endocriene klieren geven hormonen af aan het bloed. Dit komt terecht in het perifere
lichaam of in de hersene Dit wordt aangestuurd door het zenuwstelels.
Endocriene klieren zijn: pineal gland, hypothalamus, pituitary gland, thyroid, parathyroid,
thymus, adrenal, pancreas en de geslachtsklieren (gonads): testis en ovary.
Exocriene klieren zijn = chemicaliën uitgeven in kanalen die ze naar hun doelen brengen. Er
is geen duidelijk onderscheid tussen het endocriene systeem en het zenuwstelsel. De
endocriene klieren die in de hersenen zitten zijn onderdeel van beide systemen.
1