VVT.
Samenvatting thema 3.
Pag. 100 t/m 113
Pag. 113 t/m 139
Zorgvrager met dementie
Cognitieve functie zijn bijvoorbeeld: snelheid van informatie verwerking,
sturing van het gedrag, het geheugen en de aandacht.
Het geheugen
Het geheugen is onderdeel van de hersenen die zorgen voor: gebeurtenissen,
waarnemingen en informatie opnemen. Het opnemen hiervan gebeurt in het
tijdelijke of werkgeheugen. Het opslaan en weer terug halen gebeurt in het
lange termijn geheugen. Je hebt ook nog het onbewuste geheugen die zorgt
voor wat automatisch verloopt, zonder dat je erbij nadenkt.
Dementie
Definitie dementie: combinatie van symptomen, ook wel dementiesyndroom.
Waarbij de hersenen niet meer in staat zijn om informatie goed te verwerken. De
meest voorkomende zijn: alzheimer, vasculaire dementie, fronto-temporale
dementie en lewy-body-dementie.
De diagnose wordt gesteld bij:
geheugenstoornissen
Een van de volgende cognitieve stoornissen:
afasie (taalstoornis)
Apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te
voeren)
agnosie (het onvermogen objecten te herkennen of thuis te brengen,
ondanks intact sensorische functies)
stoornis in uitvoerende functies (plannen, organiseren)
Cognitieve stoornissen zijn denkstoornissen.
Als er sprake is van een enkele cognitieve stoornissen, bijvoorbeeld alleen een
achteruitgang in het geheugen, dan wordt dit mild cognitive impairment
(MCI) of milde cognitieve achteruitgang genoemd.
Diagnostiek
Een algemeen onderzoek bestaat uit:
MRI-scan en PET-scan
Bloedonderzoek
Neuropsychologisch onderzoek (bekijken hoe het geheugen werkt en
welke vaardigheden de zorgvrager nog wel heeft)
, De ziekte van alzheimer
De ziekte van alzheimer is een hersenziekte waarbij hersencellen van de
hersenschors steeds minder goed werken. Er gaat iets mis met de eiwitten.
Normaal zijn deze eiwitten nuttig in de stabiliteit van hersencellen en helpen ze
bij de verbinden tussen de cellen. Je noemt deze eiwitten: TAU-eiwitten.
Ze worden niet meer goed afgebroken en gaan zich ophopen. Je krijgt dan
plaques: je krijgt dan in de cel en tussen de cellen een ophoping.
Het gevolg is dat de eiwitophopingen verminderd en de activiteit in de cellen en
gaan de verbinden tussen de cellen verloren. Daardoor functioneren deze
hersencellen niet meer en uiteindelijk krimpen en verdwijnen.
De ziekte van alzheimer verloopt geleidelijk.
Diagnostiek en behandeling
Het gebied van de hersen dat het eerst word
aangetast is de hippocampus. Dit is de
hersenschors van de slaapkwab. De hippocampus-
is voor het vormen van nieuwe herinneren en oude
herinneringen ophalen.
Vasculaire dementie
Vasculaire dementie ontstaat door stoornissen in de doorbloeding van de
hersenen. Dit word meestal veroorzaakt door ziekten aan hart en bloedvaten.
Erfelijkheid en een ongezonde leefstijl kunnen ook een oorzaak zijn. De cellen
van de hersen worden niet goed doorbloed en krijgen te weinig zuurstof.
Kenmerken zijn:
cognitieve stoornissen treden eerder op dan geheugenstoornissen.
Samenvatting thema 3.
Pag. 100 t/m 113
Pag. 113 t/m 139
Zorgvrager met dementie
Cognitieve functie zijn bijvoorbeeld: snelheid van informatie verwerking,
sturing van het gedrag, het geheugen en de aandacht.
Het geheugen
Het geheugen is onderdeel van de hersenen die zorgen voor: gebeurtenissen,
waarnemingen en informatie opnemen. Het opnemen hiervan gebeurt in het
tijdelijke of werkgeheugen. Het opslaan en weer terug halen gebeurt in het
lange termijn geheugen. Je hebt ook nog het onbewuste geheugen die zorgt
voor wat automatisch verloopt, zonder dat je erbij nadenkt.
Dementie
Definitie dementie: combinatie van symptomen, ook wel dementiesyndroom.
Waarbij de hersenen niet meer in staat zijn om informatie goed te verwerken. De
meest voorkomende zijn: alzheimer, vasculaire dementie, fronto-temporale
dementie en lewy-body-dementie.
De diagnose wordt gesteld bij:
geheugenstoornissen
Een van de volgende cognitieve stoornissen:
afasie (taalstoornis)
Apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te
voeren)
agnosie (het onvermogen objecten te herkennen of thuis te brengen,
ondanks intact sensorische functies)
stoornis in uitvoerende functies (plannen, organiseren)
Cognitieve stoornissen zijn denkstoornissen.
Als er sprake is van een enkele cognitieve stoornissen, bijvoorbeeld alleen een
achteruitgang in het geheugen, dan wordt dit mild cognitive impairment
(MCI) of milde cognitieve achteruitgang genoemd.
Diagnostiek
Een algemeen onderzoek bestaat uit:
MRI-scan en PET-scan
Bloedonderzoek
Neuropsychologisch onderzoek (bekijken hoe het geheugen werkt en
welke vaardigheden de zorgvrager nog wel heeft)
, De ziekte van alzheimer
De ziekte van alzheimer is een hersenziekte waarbij hersencellen van de
hersenschors steeds minder goed werken. Er gaat iets mis met de eiwitten.
Normaal zijn deze eiwitten nuttig in de stabiliteit van hersencellen en helpen ze
bij de verbinden tussen de cellen. Je noemt deze eiwitten: TAU-eiwitten.
Ze worden niet meer goed afgebroken en gaan zich ophopen. Je krijgt dan
plaques: je krijgt dan in de cel en tussen de cellen een ophoping.
Het gevolg is dat de eiwitophopingen verminderd en de activiteit in de cellen en
gaan de verbinden tussen de cellen verloren. Daardoor functioneren deze
hersencellen niet meer en uiteindelijk krimpen en verdwijnen.
De ziekte van alzheimer verloopt geleidelijk.
Diagnostiek en behandeling
Het gebied van de hersen dat het eerst word
aangetast is de hippocampus. Dit is de
hersenschors van de slaapkwab. De hippocampus-
is voor het vormen van nieuwe herinneren en oude
herinneringen ophalen.
Vasculaire dementie
Vasculaire dementie ontstaat door stoornissen in de doorbloeding van de
hersenen. Dit word meestal veroorzaakt door ziekten aan hart en bloedvaten.
Erfelijkheid en een ongezonde leefstijl kunnen ook een oorzaak zijn. De cellen
van de hersen worden niet goed doorbloed en krijgen te weinig zuurstof.
Kenmerken zijn:
cognitieve stoornissen treden eerder op dan geheugenstoornissen.