W1-K1-W4
Biedt persoonlijke verzorging en monitort wel bevinden.
1 1 1 1 1
, Inhoudsopgave
plan van aanpak:..................................................................................................................... 3
situatie:.................................................................................................................................... 5
Vraagt naar het welbevinden van de zorgvrager.....................................................................5
Bespreekt of er sprake is van overbelasting van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen........5
Stemt bij de persoonlijke ondersteuning/verzorging de mogelijkheden, wensen en gewoonten
van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen met hen af...........................................................5
Ondersteunt de zorgvrager bij de persoonlijke verzorging.......................................................6
Zet de juiste acties in om het welbevinden van de zorgvrager en/ of naastbetrokkenen te
optimaliseren........................................................................................................................... 6
Observeert en benoemt veranderingen in gedrag en gezondheid...........................................6
Informeert betrokkenen volledig en optijd over haar bevindingen............................................6
Toont respect voor de eigenheid en privacy van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen........6
Stimuleert de zelf- en/of samenredzaamheid met betrekking tot de persoonlijke zorg rekening
houdend met de mogelijkheden, wensen en gewoonten van de zorgvrager en/of diens
naastbetrokkenen.................................................................................................................... 7
2
Biedt persoonlijke verzorging en monitort wel bevinden.
1 1 1 1 1
, Inhoudsopgave
plan van aanpak:..................................................................................................................... 3
situatie:.................................................................................................................................... 5
Vraagt naar het welbevinden van de zorgvrager.....................................................................5
Bespreekt of er sprake is van overbelasting van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen........5
Stemt bij de persoonlijke ondersteuning/verzorging de mogelijkheden, wensen en gewoonten
van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen met hen af...........................................................5
Ondersteunt de zorgvrager bij de persoonlijke verzorging.......................................................6
Zet de juiste acties in om het welbevinden van de zorgvrager en/ of naastbetrokkenen te
optimaliseren........................................................................................................................... 6
Observeert en benoemt veranderingen in gedrag en gezondheid...........................................6
Informeert betrokkenen volledig en optijd over haar bevindingen............................................6
Toont respect voor de eigenheid en privacy van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen........6
Stimuleert de zelf- en/of samenredzaamheid met betrekking tot de persoonlijke zorg rekening
houdend met de mogelijkheden, wensen en gewoonten van de zorgvrager en/of diens
naastbetrokkenen.................................................................................................................... 7
2