Hoofdstuk 22 Chordata – Gnathostomata – Mammalia
Mammalia = zoogdieren
Diagnose
Homoioterm, endotherm
Lichaam bedekt met haren, huid met talrijke klieren
2 achterhoofdsknobbels, 7 halswervels, tanden op boven en onderkaak
Onderkaak scharniert direct met schedel, 3 gehoorbeentjes
Beweegbare oogleden en vlezige oorschelpen
2 paar poten
4 kamerig hart
Ademhaling door longen, luchtpijp met stemorgaan (larynx)
Gespierd middenrif
Nieren, ureters en urineblaas
Zeer goed ontwikkelde hersenen, 12 paar hersenzenuwen
Gescheiden geslachten, inwendige bevruchting met penis
Amnioot ei, meestal embryonale ontwikkeling in uterus met placenta
Jong gevoed met melk
Ongeveer 6500 soorten
Verwantschap met Reptilia
Ontstaan uit vroege groep van reptielen (Therapsida)
Toch een aantal kenmerkende verschillen
,Haar
Haarschacht
o Merg (Keratine)
o Cortex (hard keratine)
o Geschubde cuticula
Haarwortel
Kleur bepaald door hoeveelheid en
soort melanine
o Eumelanine
o Phaeomelanine
Vorm bepaald door hoeveelheid
keratine
Haren kunnen rechtgezet worden
door kleine spiertjes
Huidklieren
Talgklieren (groen)
Monden uit in haarfollikel
Waterafstotende talg
Ook op onbehaarde lichaamsdelen
Zweetklieren (geel)
Plaats en aantal sterk variabel ngl de soort
Thermoregulatie
Vooral water en NaCl
Apocriene klieren
Tubulaire instulpingen
Specifieke plaatsen op het lichaam, vaak bij
haarfollikels
Bevatten feromonen
Soms stinkklieren
Melkklieren
, Ontstaan op melklijst
Omgeven door vet en bindweefsel
Afvoergangen verwijd tot sinussen
Uitmondend in papilla
Hormonale sturing
o Oestrogenen, Progesteron = ontwikkeling klieren
o Prolactine = Melkproductie
o Oxytocine = Melkafgifte
Mammalia = zoogdieren
Diagnose
Homoioterm, endotherm
Lichaam bedekt met haren, huid met talrijke klieren
2 achterhoofdsknobbels, 7 halswervels, tanden op boven en onderkaak
Onderkaak scharniert direct met schedel, 3 gehoorbeentjes
Beweegbare oogleden en vlezige oorschelpen
2 paar poten
4 kamerig hart
Ademhaling door longen, luchtpijp met stemorgaan (larynx)
Gespierd middenrif
Nieren, ureters en urineblaas
Zeer goed ontwikkelde hersenen, 12 paar hersenzenuwen
Gescheiden geslachten, inwendige bevruchting met penis
Amnioot ei, meestal embryonale ontwikkeling in uterus met placenta
Jong gevoed met melk
Ongeveer 6500 soorten
Verwantschap met Reptilia
Ontstaan uit vroege groep van reptielen (Therapsida)
Toch een aantal kenmerkende verschillen
,Haar
Haarschacht
o Merg (Keratine)
o Cortex (hard keratine)
o Geschubde cuticula
Haarwortel
Kleur bepaald door hoeveelheid en
soort melanine
o Eumelanine
o Phaeomelanine
Vorm bepaald door hoeveelheid
keratine
Haren kunnen rechtgezet worden
door kleine spiertjes
Huidklieren
Talgklieren (groen)
Monden uit in haarfollikel
Waterafstotende talg
Ook op onbehaarde lichaamsdelen
Zweetklieren (geel)
Plaats en aantal sterk variabel ngl de soort
Thermoregulatie
Vooral water en NaCl
Apocriene klieren
Tubulaire instulpingen
Specifieke plaatsen op het lichaam, vaak bij
haarfollikels
Bevatten feromonen
Soms stinkklieren
Melkklieren
, Ontstaan op melklijst
Omgeven door vet en bindweefsel
Afvoergangen verwijd tot sinussen
Uitmondend in papilla
Hormonale sturing
o Oestrogenen, Progesteron = ontwikkeling klieren
o Prolactine = Melkproductie
o Oxytocine = Melkafgifte