TRAINING SAMENWERKEN JAAR 1
Persoonlijke gedachten en gevoelens is informatie met een expressief karakter want het zegt iets
over onszelf. Waarom uiten tijdens een gesprek?
1. Als ze belemmerd zijn, dan is het zinvol om ze te uiten. Het kan het gesprek namelijk beïnvloeden.
2. Openheid handig om jouw standpunt of gevoel te toetsen aan de ander.
3. Geeft meer kracht aan jouw argumenten
4. Is voor jezelf verhelderend (zelfinzicht). De ander is jouw spiegel en geeft zicht op jouw
overwegingen en beweegredenen.
Johari-window
Bekend aan mezelf Niet bekend aan mezelf
Open zelf Blinde zelf Bekend aan anderen
Verborgen zelf Onbekende zelf Niet bekend aan anderen
Wanneer je besloten hebt om je gevoel te uiten, neem dan de volgende vuistregels in acht:
- Beschrijf je gevoel zo concreet mogelijk. Gebruik eenvoudige woorden die het gevoel en de
intensiteit ervan goed weergeven.
- Koppel je gevoelens zo veel mogelijk aan de concrete situatie en ga niet generaliseren. ‘Ik voel me
gefrustreerd omdat ik dit momenteel niet snap’ is een beter verankerd gevoel dan dat je tegen jezelf
zegt: ‘ik ben stom’.
- Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens. In uitspraken als ‘Jij maakt mij boos, want je
luistert niet naar mij’ wordt de verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de boosheid bij de ander
gelegd. Je boosheid ontstaat echter uit de interactie tussen het gedrag van de ander en jouw
interpretatie daarvan. Daarom is het beter om te zeggen: ‘Ik word boos, omdat ik het idee heb dat je
niet naar mij luistert’.
Assertiviteit = voor jezelf durven opkomen als de situatie dat verlangt. Het vermogen om op een
redelijke manier voor je eigen mening of belangen op te komen, zonder daarbij de ander te kwetsen.
Agressiviteit = te veel en vaak op een vervelende manier voor jezelf opkomen, daarbij geen rekening
houdend met de ander, over de ander heen walsen. Een begrip dat que betekenis dicht tegen
agressiviteit aanligt, is autoritair gedrag.
Sub-assertief = niet voor jezelf durven opkomen, de ander over je heen laten lopen, iets tegen je zin
doen, de ander bepaalt wat je doet. Je voelt je er niet lekker bij en toont enige verzet (passief
agressief)
Sub-missief = onderdanig
Mensen die sub-assertief gedrag vertonen hebben ook ‘irrationele denkpatronen’. De gedachten
achteraf zijn te karakteriseren als zelfevaluaties. Zelfevaluatie betekent dat de persoon zijn gedrag in
de betreffende situatie op een bepaalde manier waardeert. Bij sub-assertieve mensen is die
zelfevaluatie vaak negatief. Irrationele denkpatronen die vooral met het eigen functioneren te maken
hebben Het eigen functioneren wordt in de gaten gehouden: ‘Ik doe het vast nooit goed’. Dat
besef werkt remmend. En irrationele denkpatronen die betrekking hebben op wat anderen vinden
vaak sprake van de stellige overtuiging dat anderen hen negatief zullen beoordelen.
Persoonlijke gedachten en gevoelens is informatie met een expressief karakter want het zegt iets
over onszelf. Waarom uiten tijdens een gesprek?
1. Als ze belemmerd zijn, dan is het zinvol om ze te uiten. Het kan het gesprek namelijk beïnvloeden.
2. Openheid handig om jouw standpunt of gevoel te toetsen aan de ander.
3. Geeft meer kracht aan jouw argumenten
4. Is voor jezelf verhelderend (zelfinzicht). De ander is jouw spiegel en geeft zicht op jouw
overwegingen en beweegredenen.
Johari-window
Bekend aan mezelf Niet bekend aan mezelf
Open zelf Blinde zelf Bekend aan anderen
Verborgen zelf Onbekende zelf Niet bekend aan anderen
Wanneer je besloten hebt om je gevoel te uiten, neem dan de volgende vuistregels in acht:
- Beschrijf je gevoel zo concreet mogelijk. Gebruik eenvoudige woorden die het gevoel en de
intensiteit ervan goed weergeven.
- Koppel je gevoelens zo veel mogelijk aan de concrete situatie en ga niet generaliseren. ‘Ik voel me
gefrustreerd omdat ik dit momenteel niet snap’ is een beter verankerd gevoel dan dat je tegen jezelf
zegt: ‘ik ben stom’.
- Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens. In uitspraken als ‘Jij maakt mij boos, want je
luistert niet naar mij’ wordt de verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de boosheid bij de ander
gelegd. Je boosheid ontstaat echter uit de interactie tussen het gedrag van de ander en jouw
interpretatie daarvan. Daarom is het beter om te zeggen: ‘Ik word boos, omdat ik het idee heb dat je
niet naar mij luistert’.
Assertiviteit = voor jezelf durven opkomen als de situatie dat verlangt. Het vermogen om op een
redelijke manier voor je eigen mening of belangen op te komen, zonder daarbij de ander te kwetsen.
Agressiviteit = te veel en vaak op een vervelende manier voor jezelf opkomen, daarbij geen rekening
houdend met de ander, over de ander heen walsen. Een begrip dat que betekenis dicht tegen
agressiviteit aanligt, is autoritair gedrag.
Sub-assertief = niet voor jezelf durven opkomen, de ander over je heen laten lopen, iets tegen je zin
doen, de ander bepaalt wat je doet. Je voelt je er niet lekker bij en toont enige verzet (passief
agressief)
Sub-missief = onderdanig
Mensen die sub-assertief gedrag vertonen hebben ook ‘irrationele denkpatronen’. De gedachten
achteraf zijn te karakteriseren als zelfevaluaties. Zelfevaluatie betekent dat de persoon zijn gedrag in
de betreffende situatie op een bepaalde manier waardeert. Bij sub-assertieve mensen is die
zelfevaluatie vaak negatief. Irrationele denkpatronen die vooral met het eigen functioneren te maken
hebben Het eigen functioneren wordt in de gaten gehouden: ‘Ik doe het vast nooit goed’. Dat
besef werkt remmend. En irrationele denkpatronen die betrekking hebben op wat anderen vinden
vaak sprake van de stellige overtuiging dat anderen hen negatief zullen beoordelen.