Begrippenlijst H5 – conceptualisering en metafoor
Metafoor Het verstaan en ervaren van iets in termen van iets anders.
Het is meer dan enkel een stijlfiguur. Het geeft ons grip op
complexe ideeën of concepten door ze in concrete voorbeelden te
gieten.
Gebruikt taal als conceptualisering : concept op andere manier
bekijken omdat je iets uitdrukt in termen van iets anders
Soorten:
Orientationeel: organiseren concepten volgens ruimtelijke
parameters (bv gelukkig vs droevig = op vs neer)
Ontologisch: conceptualiseren abstracte ervaringen in termen van
meer concrete categorieën (bv love is a container)
o be in love, fall out, out of love, …
o Categorieën: object, substantie, container, persoon
Structureel: conceptualiseren een entiteit, een proces, … in
termen van een andere entiteit, proces… (bv argument is war –
discussie als oorlog)
o een stelling aanvallen/verdedigen, een vernietigend
oordeel, een onhoudbare positie, …
Metonymie Maakt gebruik v.e. bestaand verband. Is niet iets uitdrukken in termen
van iets anders, maar verwijst naar dat andere wat erbij in relatie
staat. Is basis voor een metafoor
Soorten:
Deel voor geheel: ‘daar werken vooral knappe koppen’
Gebruiker voor instrument: ‘mijn achterkant was zwaar
beschadigd na het ongeluk’
Instrument voor gebruiker: ‘de saxofoon speelde vals’
Instelling voor de verantwoordelijken: ‘Carrefour ontslaat 3000
man’
Locatie voor instelling: ‘het Witte Huis’, ‘de (Wetstraat)16’, ‘Wall
Street’
Metaphtonymy Metafoor die gebouwd is op een metonymie
Cultural grounding
Onthological grounding
Source domain Idee of ding waarmee het target vergeleken wordt
Target domain Concept waarover gesproken wordt
Hiding & highlighting Metaforen lichten bepaalde interpretaties uit en anderen worden op
de achtergrond geplaatst.
Demetaforisering
Metafoor Het verstaan en ervaren van iets in termen van iets anders.
Het is meer dan enkel een stijlfiguur. Het geeft ons grip op
complexe ideeën of concepten door ze in concrete voorbeelden te
gieten.
Gebruikt taal als conceptualisering : concept op andere manier
bekijken omdat je iets uitdrukt in termen van iets anders
Soorten:
Orientationeel: organiseren concepten volgens ruimtelijke
parameters (bv gelukkig vs droevig = op vs neer)
Ontologisch: conceptualiseren abstracte ervaringen in termen van
meer concrete categorieën (bv love is a container)
o be in love, fall out, out of love, …
o Categorieën: object, substantie, container, persoon
Structureel: conceptualiseren een entiteit, een proces, … in
termen van een andere entiteit, proces… (bv argument is war –
discussie als oorlog)
o een stelling aanvallen/verdedigen, een vernietigend
oordeel, een onhoudbare positie, …
Metonymie Maakt gebruik v.e. bestaand verband. Is niet iets uitdrukken in termen
van iets anders, maar verwijst naar dat andere wat erbij in relatie
staat. Is basis voor een metafoor
Soorten:
Deel voor geheel: ‘daar werken vooral knappe koppen’
Gebruiker voor instrument: ‘mijn achterkant was zwaar
beschadigd na het ongeluk’
Instrument voor gebruiker: ‘de saxofoon speelde vals’
Instelling voor de verantwoordelijken: ‘Carrefour ontslaat 3000
man’
Locatie voor instelling: ‘het Witte Huis’, ‘de (Wetstraat)16’, ‘Wall
Street’
Metaphtonymy Metafoor die gebouwd is op een metonymie
Cultural grounding
Onthological grounding
Source domain Idee of ding waarmee het target vergeleken wordt
Target domain Concept waarover gesproken wordt
Hiding & highlighting Metaforen lichten bepaalde interpretaties uit en anderen worden op
de achtergrond geplaatst.
Demetaforisering