Een magneet die vrij kan draaien, draait altijd met zijn één kant naar het noorden. Deze kant
is de noordpool en de andere kant is de zuidpool. Als je 2 magneten in elkaars buurt houdt,
stoten ze elkaar af of trekken ze elkaar aan. Deze kracht noem je m agnetische
krachtwerking.
Materialen die magnetisch zijn en blijven noem je p ermanente magneten.
In een elektromagneet , een stroomdraad gewikkeld om een ijzeren kern, zorgt een
elektrische stroom voor het magnetisme. Je kunt de richtende werking van een magneet
zichtbaar maken door overal in de ruimte kompasnaaldjes neer te zetten. De figuur die je
dan krijgt wordt magnetische veld van de magneet
genoemd. In werkelijkheid kun je natuurlijk volstaan met
symbolische lijnen, magnetische veldlijnen. Bij het tekenen
van magnetische veldlijnen blijkt:
Veldlijnen lopen buiten een magneet van de
noordpool naar de zuidpool
Veldlijnen snijden elkaar nooit
De richting van een magnetische veldlijn geeft de
richting aan waarin de noordpool van een draaibare
naaldmagneet op die plaats wijst.
8.2
In de driedimensionale ruimte om de aarde heen is
er een richtende magnetische krachtwerking op
een kompasnaald. Hiernaast is er schematisch het
aardmagnetisch veld getekend. Het magneetveld
van de aarde lijkt op het veld van een
staafmagneet. In de buurt van de geografische
Noordpool bevindt zich diep in de aarde een
magnetische zuidpool. De richting waarin een
kompasnaald in een punt van de ruimte gaat
staan, is de richting van de raaklijn aan de
magnetische veldlijn door dat punt.
Magnetische veldlijnen van een permanente
magneet beginnen bij de noordpool en eindigen bij de zuidpool van de magneet. Bij een
hoefijzermagneet, tussen de benen zijn de magnetische veldlijnen evenwijdig.