Leerdoelen H4: Hofcultuur
Renaissance (14e - 16e eeuw) Vroeg-renaissance 1400
Hoog-renaissance 1500
Laat- renaissance 1530-1600
Leerlingen zijn zich bewust van de oorspronkelijke locaties van het voortvloeien van
de hofkunst uit de renaissance, te weten Florence en Rome, en later via de invloed
van de barok Versailles.
➢ Renaissancehoven - Florence (de’ Medici)
➢ Pauselijke hoven - Rome
➢ Vorstenhoven - Versailles
-------------------------------
4.1 Renaissancehoven
De leerling kent de basisbeginselen van het humanisme en de mate van haar
invloed op de geest van haar tijd.
➢ humanisme, Vlaamse Polyfonie, gezelschapsdans, Basse danse, Moresca, lijnperspectief
○ Humanisme → invloed:
■ ontwikkeling, educatie en capaciteit individuele mens
■ Homo Universalis
■ wedergeboorte klassieke oudheid (wetenschap: perspectief/harmonie)
Leerlingen kennen de overgang van vroegrenaissance naar hoog renaissance. Ze
weten ook topografisch de plaats van aandacht in Italië aan te geven. (Florence -
Rome) Wie waren de machthebbers en belangrijkste opdrachtgevers in de kunst?
➢ Vroeg-renaissance: beeld belangrijk, naakt, ging minder om de natuurlijke vorm,
Bourgondische hoven.
➢ Hoog-renaissance:
■ anatomie (Michelangelo maakt David, [de’ Medici])
■ harmonieuze compositie
■ duidelijke ruimtewerking
■ wetenschap ipv religie
, Leerlingen kunnen een verband leggen tussen het begrip Homo Universalis en
Michelangelo en da Vinci. Hoe verhoudt bijvoorbeeld de David van Michelangelo
zich tot de uitgangspunten van de Renaissance?
Homo Universalis= mens die brede kennis koppelt aan vaardigheden op allerlei gebieden.
◆ Michelangelo
● aan het hof van familie de’ Medici; Florence
● David
● anatomie → niet alleen voor verbeelding, ook verhaal vertellen
● lijnperspectief
● Godenbeeld: renaissance → wedergeboorte van klassieke →
bestuderen kopieën van klassieke beelden en uitbreiden met
eigen onderzoek.
◆ da Vinci
● aan het hof van familie Sforza; Milaan
● Mona Lisa
● sfumato
● lucht- en lijnperspectief
● Clair Obscure (licht/donker)
Leerlingen zijn op de hoogte van de gedragsregels van Castiglione en het
kunsthistorische belang van Vasari.
➢ Humanist Castiglione: gedragsregels in het handboek van gedrag aan het hof
○ volmaakte hoveling moet veelzijdig zijn:
● Hij kan veel op gebied van literatuur, geschiedenis muziek en theater
● Hij moet een goede soldaat zijn.
● De perfecte hoveling moet gratie en temperament bezitten.
● De eerst indruk moet aangenaam zijn.
- Vasari zijn kunsthistorische belang is het ideaal dat elke hoveling:
● Hij moet een homouniversalis zijn.
● Men moet ook goede manieren hebben: knap uiterlijk muzikaliteit etc.
Leerlingen kunnen de typische eigenschappen van een kunstwerk als de Mona Lisa
toonbaar toekennen aan da Vinci. Het gebruik van luchtperspectief en sfumato,
menselijke beweging en levensechtheid.
- Mona Lisa van Leonardo Da Vinci
● Sfumato: een techniek waarmee schilders de omtrekken in een schilderij
wazig maken en laten vervloeien
● Luchtperspectief: door het gebruik van kleur komt er diepte in het schilderij
● Menselijke beweging: glimlach van Mona Lisa. (Tijdens het werk werden er
grappenmakers ingehuurd om het model te vermaken.)
● Levensechtheid: een volmaakte suggestie van levensechtheid
Renaissance (14e - 16e eeuw) Vroeg-renaissance 1400
Hoog-renaissance 1500
Laat- renaissance 1530-1600
Leerlingen zijn zich bewust van de oorspronkelijke locaties van het voortvloeien van
de hofkunst uit de renaissance, te weten Florence en Rome, en later via de invloed
van de barok Versailles.
➢ Renaissancehoven - Florence (de’ Medici)
➢ Pauselijke hoven - Rome
➢ Vorstenhoven - Versailles
-------------------------------
4.1 Renaissancehoven
De leerling kent de basisbeginselen van het humanisme en de mate van haar
invloed op de geest van haar tijd.
➢ humanisme, Vlaamse Polyfonie, gezelschapsdans, Basse danse, Moresca, lijnperspectief
○ Humanisme → invloed:
■ ontwikkeling, educatie en capaciteit individuele mens
■ Homo Universalis
■ wedergeboorte klassieke oudheid (wetenschap: perspectief/harmonie)
Leerlingen kennen de overgang van vroegrenaissance naar hoog renaissance. Ze
weten ook topografisch de plaats van aandacht in Italië aan te geven. (Florence -
Rome) Wie waren de machthebbers en belangrijkste opdrachtgevers in de kunst?
➢ Vroeg-renaissance: beeld belangrijk, naakt, ging minder om de natuurlijke vorm,
Bourgondische hoven.
➢ Hoog-renaissance:
■ anatomie (Michelangelo maakt David, [de’ Medici])
■ harmonieuze compositie
■ duidelijke ruimtewerking
■ wetenschap ipv religie
, Leerlingen kunnen een verband leggen tussen het begrip Homo Universalis en
Michelangelo en da Vinci. Hoe verhoudt bijvoorbeeld de David van Michelangelo
zich tot de uitgangspunten van de Renaissance?
Homo Universalis= mens die brede kennis koppelt aan vaardigheden op allerlei gebieden.
◆ Michelangelo
● aan het hof van familie de’ Medici; Florence
● David
● anatomie → niet alleen voor verbeelding, ook verhaal vertellen
● lijnperspectief
● Godenbeeld: renaissance → wedergeboorte van klassieke →
bestuderen kopieën van klassieke beelden en uitbreiden met
eigen onderzoek.
◆ da Vinci
● aan het hof van familie Sforza; Milaan
● Mona Lisa
● sfumato
● lucht- en lijnperspectief
● Clair Obscure (licht/donker)
Leerlingen zijn op de hoogte van de gedragsregels van Castiglione en het
kunsthistorische belang van Vasari.
➢ Humanist Castiglione: gedragsregels in het handboek van gedrag aan het hof
○ volmaakte hoveling moet veelzijdig zijn:
● Hij kan veel op gebied van literatuur, geschiedenis muziek en theater
● Hij moet een goede soldaat zijn.
● De perfecte hoveling moet gratie en temperament bezitten.
● De eerst indruk moet aangenaam zijn.
- Vasari zijn kunsthistorische belang is het ideaal dat elke hoveling:
● Hij moet een homouniversalis zijn.
● Men moet ook goede manieren hebben: knap uiterlijk muzikaliteit etc.
Leerlingen kunnen de typische eigenschappen van een kunstwerk als de Mona Lisa
toonbaar toekennen aan da Vinci. Het gebruik van luchtperspectief en sfumato,
menselijke beweging en levensechtheid.
- Mona Lisa van Leonardo Da Vinci
● Sfumato: een techniek waarmee schilders de omtrekken in een schilderij
wazig maken en laten vervloeien
● Luchtperspectief: door het gebruik van kleur komt er diepte in het schilderij
● Menselijke beweging: glimlach van Mona Lisa. (Tijdens het werk werden er
grappenmakers ingehuurd om het model te vermaken.)
● Levensechtheid: een volmaakte suggestie van levensechtheid