1.1
Ligging
Tussen evenaar en Kreeftskeerkring.
Veel bergen (slecht effect op infrastructuur)
Slechte infrastructuur
Veel vliegvelden
Demografie
Snelle bevolkingsgroei: veel jongen mensen = veel zwangerschappen
Veel kindersterfte
Veel mensen op het platteland, steden aantrekkelijk.
Cultuur
Veel etnische groepen (verschillende talen en dialecten) moeilijke communicatie
Op het platteland: grootfamilies = ouders, kinderen, bedienden, neven, nichten, ooms en
tantes.
Kinderen moeten vaak meehelpen op het land.
Politiek
Groot verschil tussen arm en rijk
Corruptie
Territoriale conflicten (burgeroorlogen of oorlogen met buurtlanden)
Good governance = geen corruptie, goed rechtsysteem, etc.
Landbouw
Economie afhankelijk van oogsten en prijsschommelingen.
-Droge gebieden (oost en noord) extensieve veeteelt
-Bergstreken voedselgewassen zoals granen, mais en wortelgewassen
-Commerciële landbouw (gericht op het maken van winst) koffie als handelsgewas
-Exportlandbouw
Industrie
Landbouwproductenfabrieken rond grote steden
Veel werkeloosheid en lage lonen
, 1.2
Natuur
Ethiopische Hoogland veel rivieren en beken
Vochtige hooglanden omsingeld door droge savannen, steppen en halfwoestijnen
Berggebied wordt doorsneden door de Oost-Afrikaanse Slenk (Rift Valley)
Aarde barst open – zakt naar beneden (slenk) – hogere gebieden = horsten – sediment zakt
van horst naar slenk
Hoe hoger hoe natter
Vier neerslaggebieden (met eigen neerslagregiem: hoeveelheid en verdeling van neerslag over het
jaar)
1. Aride of droge zone
-Noordoost
-Droogtelandbouw in rivierdalen en diepe valleien (boden na oogst bedekt met plantenresten
om verdamping van grondwater te voorkomen)
-Nomadische veehouders
2. Semiaride of halfdroge zone
-Net buiten het hoogland
-Twee natte perioden per jaar
-Akkerbouw en extensieve veeteelt
3. Subhumide of vrij natte zone
-Savannegebied met lange grassoorten en bossen
-Vooral mais en veeteelt
-Ziekten (slaapziekte)
4. Humide of zeer natte zone
-Hoogland
-Neerslag in bergen voedt rivieren.
Landbouw en regenseizoen
Ligging
Tussen evenaar en Kreeftskeerkring.
Veel bergen (slecht effect op infrastructuur)
Slechte infrastructuur
Veel vliegvelden
Demografie
Snelle bevolkingsgroei: veel jongen mensen = veel zwangerschappen
Veel kindersterfte
Veel mensen op het platteland, steden aantrekkelijk.
Cultuur
Veel etnische groepen (verschillende talen en dialecten) moeilijke communicatie
Op het platteland: grootfamilies = ouders, kinderen, bedienden, neven, nichten, ooms en
tantes.
Kinderen moeten vaak meehelpen op het land.
Politiek
Groot verschil tussen arm en rijk
Corruptie
Territoriale conflicten (burgeroorlogen of oorlogen met buurtlanden)
Good governance = geen corruptie, goed rechtsysteem, etc.
Landbouw
Economie afhankelijk van oogsten en prijsschommelingen.
-Droge gebieden (oost en noord) extensieve veeteelt
-Bergstreken voedselgewassen zoals granen, mais en wortelgewassen
-Commerciële landbouw (gericht op het maken van winst) koffie als handelsgewas
-Exportlandbouw
Industrie
Landbouwproductenfabrieken rond grote steden
Veel werkeloosheid en lage lonen
, 1.2
Natuur
Ethiopische Hoogland veel rivieren en beken
Vochtige hooglanden omsingeld door droge savannen, steppen en halfwoestijnen
Berggebied wordt doorsneden door de Oost-Afrikaanse Slenk (Rift Valley)
Aarde barst open – zakt naar beneden (slenk) – hogere gebieden = horsten – sediment zakt
van horst naar slenk
Hoe hoger hoe natter
Vier neerslaggebieden (met eigen neerslagregiem: hoeveelheid en verdeling van neerslag over het
jaar)
1. Aride of droge zone
-Noordoost
-Droogtelandbouw in rivierdalen en diepe valleien (boden na oogst bedekt met plantenresten
om verdamping van grondwater te voorkomen)
-Nomadische veehouders
2. Semiaride of halfdroge zone
-Net buiten het hoogland
-Twee natte perioden per jaar
-Akkerbouw en extensieve veeteelt
3. Subhumide of vrij natte zone
-Savannegebied met lange grassoorten en bossen
-Vooral mais en veeteelt
-Ziekten (slaapziekte)
4. Humide of zeer natte zone
-Hoogland
-Neerslag in bergen voedt rivieren.
Landbouw en regenseizoen