Aardrijkskunde hoofdstuk 1 (1.1, 1.2, 1.3, 1.5)
1.1 verschillen in de welvaart
Amerika 1% van de bevolking bezit 43% v/d welvaart
9% van de bevolking bezit 40% v/d welvaart
90% van de bevolking bezit 17% v/d welvaart
Welvaart = hoeveel er in een land of regio wordt verdiend (BBP)
Welzijn = hoe een individu zich en wat zijn ontwikkelingskansen van dat land
BBP = bruto binnenlands product, al het geld dat in een land wordt verdiend
BBP/hoofd van de bevolking = BBP gedeeld door het aantal inwoners
BNP = bruto nationaal product, alles wat een land verdiend (handel, etc)
Primaire sector: landbouw; secundaire sector: industrie; tertiaire sector: diensten
Hoe meer mensen in de tertiaire sector werken, hoe rijker het land
Het welzijn wordt gebaseerd op inkomen, alfabetiseringsgraad (onderwijs),
levensverwachting, toegang tot drinkwater, gezondheidszorg, sanitaire voorzieningen,
voeding.
De koopkracht verschilt per land; in Nederland kan een Big Mac 2 euro zijn, terwijl die in
India maar 50 cent is. Dit heet de bigmac-index)
Centrumland is rijk
Semiperiferieland is niet rijk maar ook niet arm
Periferieland is arm
Problemen met de welvaart:
- Vaak worden inkomsten uit de informele sector niet meegerekend bij de welvaart
van een land.
- In sommige landen is de informele sector heel groot.
1.2 bevolkingsspreiding en cultuurgebieden
De gehele wereldbevolking woont op 10% van het aardoppervlak.
80% hiervan woont op het noordelijk halfrond.
40% woont binnen 100km van de zee
Bevolkingsdichtheid = aantal mensen dat per m^2 woont
Bevolkingsspreiding = hoe iedereen over een gebied is verdeeld.
Bevolkingsspreiding verklaring Nederland:
- Gunstig klimaat + vruchtbare grond + weinig bergen
1.1 verschillen in de welvaart
Amerika 1% van de bevolking bezit 43% v/d welvaart
9% van de bevolking bezit 40% v/d welvaart
90% van de bevolking bezit 17% v/d welvaart
Welvaart = hoeveel er in een land of regio wordt verdiend (BBP)
Welzijn = hoe een individu zich en wat zijn ontwikkelingskansen van dat land
BBP = bruto binnenlands product, al het geld dat in een land wordt verdiend
BBP/hoofd van de bevolking = BBP gedeeld door het aantal inwoners
BNP = bruto nationaal product, alles wat een land verdiend (handel, etc)
Primaire sector: landbouw; secundaire sector: industrie; tertiaire sector: diensten
Hoe meer mensen in de tertiaire sector werken, hoe rijker het land
Het welzijn wordt gebaseerd op inkomen, alfabetiseringsgraad (onderwijs),
levensverwachting, toegang tot drinkwater, gezondheidszorg, sanitaire voorzieningen,
voeding.
De koopkracht verschilt per land; in Nederland kan een Big Mac 2 euro zijn, terwijl die in
India maar 50 cent is. Dit heet de bigmac-index)
Centrumland is rijk
Semiperiferieland is niet rijk maar ook niet arm
Periferieland is arm
Problemen met de welvaart:
- Vaak worden inkomsten uit de informele sector niet meegerekend bij de welvaart
van een land.
- In sommige landen is de informele sector heel groot.
1.2 bevolkingsspreiding en cultuurgebieden
De gehele wereldbevolking woont op 10% van het aardoppervlak.
80% hiervan woont op het noordelijk halfrond.
40% woont binnen 100km van de zee
Bevolkingsdichtheid = aantal mensen dat per m^2 woont
Bevolkingsspreiding = hoe iedereen over een gebied is verdeeld.
Bevolkingsspreiding verklaring Nederland:
- Gunstig klimaat + vruchtbare grond + weinig bergen