Samenvatting ethiek jaar 1 periode 1

Ethiek 1.1


Week 1
Benoemen wat het onderwerp van de ethiek is
De vraag hoe je een goed mens kunt zijn en de vraagt wat het goede is om te doen

Kenmerken van waarden aangeven
Waarden betreffen ideaalbeelden van ons menselijk handelen
Bijv eerlijkheid

Kenmerken:
- Algemeen
- Positief
- Ideaal
- Motiverende kracht
- Achtergrond

Uitleggen wat normen zijn
Normen zijn regels die op gedragsniveau een invulling kunnen geven aan waarden
Bijv gij zult niet liegen

Kenmerken
- Specifiek
- Negatief/positief
- Richtlijn/regel
- Bindende kracht
- Voorgrond

Het verschil tussen handelen en gedrag en relevantie ervan voor ethiek uitleggen

Vier soorten belangen benoemen

Week 3
Kan aangeven wat het autonomiebegrip inhoudt
Autonomie is:
- Het rationele vermogen om zelf keuzen te maken en beslissingen te nemen
Zelf keuzen maken betekent
 Reflectieve controle hebben over het eigen doen en laten
 Niet bepaald door ongereflecteerde emoties, drift etc
 Niet verstoord door geestelijke ziekte, drugs etc
 Geen gedragsautomatisme (gewoonten)
- Het is dus een eigenschap van het denken van de mens
- Vereist enige verstand van zaken: relevante overwegingen, consequenties

Kan omschrijven wat positieve vrijheid is