Samenvatting Tekstwetenschap H10

Macrostructuur les 10 - onderzoek naar discours

Poll: general research skills: DO’s
 Bronnen
 Een plan maken
 Data verzamelen
 Controleren
 Literatuurstudie
 Credentials (referenties?)
 Small is beautiful
o wees niet te ambitieus, tenzij je over heel veel volk en middelen beschikt
o Kwantiteit niet altijd beter dan kwaliteit



Poll: General research skills: DON’Ts

 Plagiaat  Kan verschillende vormen hebben
o Bewust overschrijven
o Kan per ongeluk
o Vaak samenhangend met gebrek aan systeem
 Subjectiviteit
o Onderbouwen door bronnen en door terug te verwijzen naar eigen
onderzoek
 Onethisch
o Sommige mensen niet graag gegevens verspreid toestemming om
data te verzamelen + te mogen gebruiken

1. Onderzoeksvraag

Bedenk een onderzoeksvraag in verband met tekst en discours

 Welke invloed heeft meertaligheid op de schoolprestaties van kinderen van 8 jaar ?
o Niet meer echt binnen dit onderzoeksgebied
 Hoe beïnvloedt de aanwezigheid van derden het discours van een gezin ?
o Moeilijk want wanneer spreken gezinnen met elkaar ?
o Data verzamelen moeilijk
 Hoe goed is het discours van eerstejaarsstudenten pre en post corona tijdens de lessen
Engels bv. ?
o moeilijk want hoe krijg je discours van voor corona nog te pakken?

Wat is een goede onderzoeksvraag ?

 Niet ambigu zijn
 Geen ja-nee vraag

a. Kenmerken
 Nog niet onderzocht (heronderzoek kan maar je moet wel weten wat er al
gebeurd is op het domein
 Relevant (voor wie?)
o Voor onderzoeksgemeenschap o.a.
 Haalbaar

1

, Macrostructuur les 10 - onderzoek naar discours

o Materiaal beschikbaar/verzamelbaar
o Voldoende specifiek
 Replicatieonderzoek

Voorbeelden van onderzoeken

 Hoe bouw je een handleiding voor een smartphone op?
o Haalbaar, wel moeilijk
 Wat is de beeldvorming over Poetin in de Belgische/Franse/Duitse pers?
o Afbakenen binnen periode
o 1 van de 3 landen kiezen
o De pers is ook heel ruim
 Welke retorische/argumentatietechnieken gebruikten Vlaamse politici in de
debatten over de Oosterweelverbinding in de 7e dag ?
o Gaat over bepaald corpus ( een paar debatten eruit kiezen )
 Hoe creëren 13-jarige Nederlandse meisjes een identiteit voor zichzelf in hun
interactie met vriendinnen ?
o Moeilijk
o Vanaf dat je te maken hebt met interactie tussen mensen wordt het een
stuk moeilijker
 Want dan hoogstwaarschijnlijk al een invloed van de observator
want ze zullen zich er van bewust zijn dat je aanwezig bent
 Hoe proberen automerken potentiële klanten te overtuigen in hun
folders/advertenties
o Is heel breed maar wel haalbaar
o Je kan dit vrij goed afgrenzen
 Welke kenmerken heeft een geslaagd arts-patiëntgesprek?
o Diagnostisch gesprek
o Behandelingsvoorstel bij ingrijpende ingrepen
  geraak je hier zo maar aan?
 Kan bijna enkel gebeuren via simulaties. (echte arts en patiënt
die doet alsof hij bepaald probleem heeft)




b. Onderwerpen en literatuurstudie
 Gesproken, geschreven of multimodale taal
o Bv. bij advertenties heb je beeld en T die in interactie gaan
 Tekstsoort
 Inhoudelijk onderwerp
o Je kan bv. zeggen dit onderwerp interesseert mij, hoe kan ik dan vat
krijgen op het discours over dat onderwerp ?
 Individuele schrijvers / sprekers onderzoeken

2