Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
1. Beweging binnen ICF
relatie tussen ziekte & functioneren beschrijven & begrijpen
3 classificatiesystemen WHO
- Internationale classificatie van ziekten (ICD)
- Internationale classificatie van functioneren, invaliditeit en gezondheid (ICF)
- Internationale classificatie van gezondheidsinterventies (ICHI).
ICD
- classificeert ziekte-entiteiten + andere gezondheidsproblemen
- diagnostische info verzamelen
ICF
- domeinen van invaliditeit classificeert in termen van
lichaamsfuncties en –structuren
activiteiten en participaties van de persoon
omgevings- en persoonlijke factoren.
ICHI
- interventies die door breed scala van zorgverleners worden uitgevoerd
- omvat interventies op gebied van:
diagnostiek, medisch, chirurgisch, geestelijke gezondheid, eerstelijnszorg, gezondheidszorg,
functioneringsondersteuning, revalidatie, traditionele
geneeskunde en volksgezondheid.
ICD & ICF
- complementair opgesteld
volledig beeld geven van iemands gezondheid &
gezondheidstoestand.
- ander aspect = onderscheid tussen
capaciteit, wat iemand kan doen in gestandaardiseerde
omgeving
prestatie, wat hij/zij doet in zijn/haar huidige omgeving.
Sommige gehandicapten kunnen met krukken lopen, maar gebruiken liever rolstoel = veiliger
ICF-diagram ≠duidelijk waar "lopen" in past.
- in literatuur = enige onduidelijkheid over lopen binnen ICF-
context.
- bevat volledig classificatiesysteem,
- beweging & mobiliteit verduidelijken
Beweging' of vrijwillige beweging = ∆ lichaamspositie /
oriëntatie
mobiliteit = vermogen om vrij & gemakkelijk te bewegen /
verplaatsten
o in 2 ≠ domeinen gebruikt
structuren & functies =bewegingen specifieke gewrichten en/of structuren
vb de mobiliteit van het schouderblad
activiteiten & participatie
1) ∆ of behoud lichaamshouding
2) lopen & bewegingen
3) dragen, verplaatsen & hanteren van voorwerpen
4) verplaatsen met vervoermiddelen
lopen valt onder noemer Lopen & bewegen = verder onderverdeeld in 4 groepen 2 ganganalyse
Nala Melis Pagina 1
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
- Lopen over ≠afstanden, op ≠ondergronden, rond obstakels:
gemakkelijk binnen ganglaboratorium worden gemeten.
- Beweging binnenshuis , in andere gebouwen ,voor korte afstanden buitenshuis:
moeilijker te meten binnen ganglaboratorium
voor onderzoek = ondersteuning nodig van vragenlijsten / draagbare systemen.
deelname aan maatschappij = beïnvloed door loopfunctie groot deel inneemt binnen ICF.
2. Herhaling ganganalyse
2.1. De ganganalyse
in vele contexten gebruikt voor klinische, commerciële sportspecifieke doeleinden
- hardlopers = video-opnames of voetdrukregistraties
info over afrolpatroon voet tijdens lopen
deskundig advies krijgen over meest geschikte type loopschoen
- andere (top)sporters = soms analyse loopstijl / bewegingspatronen
verbeteren + blessures voorkomen
- medische wereld = loopanalyses looppatroon te analyseren
door clinici om op individueel niveau behandeldoelen te stellen
onderzoekers meer info proberen achterhalen over ziektestatus /effectiviteit bepaalde interventie
op populatieniveau
- entertainmentindustrie tijdens filmopnames / voor avatarontwikkeling in games.
- ook bij dieren honden- of paardengang
Loopanalyse / klinische loopanalyse
- brede term
- vaak verwisseld met termen die specifieker beeld proberen schetsen van hoe we looppatroon
waarnemen & analyseren.
Verschillende manieren uitvoeren analyse
- camera's plaatst in sagittale & frontale vlak (2D)
- breed spectrum aan instrumenten gebruikt
- krachtplaat
algemeen onderscheid
- geïnstrumenteerde loopanalyse
analyses uitgevoerd mbv instrumentatie om lopen in kaart te brenge
Zoals camera's, krachtplaten, elektromyografie, enz.
- observationele loopanalyse.
zuivere observatie zonder gebruik van technologie & instrumentatie.
2.1.1. Klinisch gebruik van ganganalyse
gaan = meest cyclische proces van alle bewegingen + heel complex:
-
Smalle steunbasis
-
Hoog zwaartepunt lopen rechtop
geïnstrumenteerde ganganalyse
-
absoluut noodzakelijk
goed beeld P
P die mankt = met blote oog zien bepalen in welk been / gewricht probleem zit = ganganalyse
doel
-
na gaan welke stoornissen afwijkende gangpatroon P veroorzaken.
Waarom?
-
Monitoring loopprestaties & functioneel herstel
Nala Melis Pagina 2
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
-
Individuele behandeldoelen
-
Evaluatie orthesen, loophulpmiddelen, anti-spasticiteitsbehandeling (botox), chirurgie
(peesvervanging)
In beginjaren =om behandeling P met loopafwijkingen te verbeteren/optimaliseren
-
nadruk vaak op wetenschappelijke analyse toegepast op normale proefpersonen / groepsresultaten
gebruikt voor individuele P
niet beste resultaten voor behandeling P met specifieke loopproblemen
laatste jaren = ↑ gebruik loopanalyse in klinische context &voor individuele gepersonaliseerde doeleinden.
-
digitale videocamera's = makkelijk verkrijgbaar + goedkoop zijn
-
grootste probleem weten hoe gegevens best kunnen worden gebruikt ten behoeve van P
evolutie P systematisch in kaart brengen + juiste behandeldoelen stellen om kwaliteit looppatroon
verbeteren
systematische methode om gegevens looppatroon te analyseren & interpreteren.
correct systeem voor observationele ganganalyse begint met juiste plaatsing camera's en/of
observatieveld
-
camera altijd loodrecht op bewegingsvlak plaatsen
te schuine positie = gezichtsveld bedriegen
bewegingen beschrijven in correct gerelateerde anatomische vlak
2.1.1.1. Rechtop lopen
bipodale gang vereist 2 zaken van onze beenmusculatuur:
-
Kracht leveren die voor propulsie zorgt (vooral bovenbeenspieren)
-
Kracht leveren zodat lichaam in evenwicht blijft.
Tweevoeters hebben dan ook meer neurale controle nodig om stabiel te blijven.
≠ aangeboren reflex, maar aangeleerde activiteit.
-
Sommige dieren als giraffen of paarden kunnen dat wel.
Deze staan vaak direct na de geboorte al recht.
2.1.1.2. Fases van de gangcylcus
2 loopfasen
7 loopperioden
8 loopmomenten
loopcyclus te verdelen
-
standfase
voet in contact is met de grond
60%
-
Zwaaifase
voet niet in contact is met grond
40%
IC (voetcontact)
-
begin loopcyclus
-
vaak omschreven als hielcontact
bij veel pathologische looppatronen ontbreekt correct hielcontact
-
plaatsvinden met hiel, voorvoet, platte voet
belastingsreactie=1e dubbele standfase = 0-10%
-
beide voeten contact maken met grond goed IC nodig
-
gewichtsacceptatie plaats schokabsorptie
contralaterale tenen los= begin single standsfase = 40%
-
normaal = moment ipsilaterale voet plat op grond komt, samen met moment contralaterale tenen van
grond komen
Nala Melis Pagina 3
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
-
contralaterale zwaaifase valt volledig samen met single standfase ipsilaterale voet
eindfase
-
voldoende gewicht naar voren gebracht= hiel ipsilaterale voet los = begin
2e dubbele standfase=pre-swing =10%
-
Begin= contralaterale voet weer contact maakt met grond
-
voorbereiden op zwaaifase
Alle fasen, maar specifiek timing fase = sterk afhankelijk van loopsnelheid
Einde loopcyclus = zwaaifase
-
voet geen contact meer maakt met grond
-
onderverdeeld in 3 perioden
initiëlezwaai= voeten naast elkaar staan
middenzwaai= tibia verticaal
late zwaai= volgende voetcontact gemaakt
2.1.1.3. Gangcyclus
geeft weer hoe een persoon stapt
Vergelijking meerdere gangcycli 1 persoon = hoe variabel / consistent gangpatroon is
2.1.1.4. Instrumented GA
cruciaal bij:
-
Neuromusculaire aandoeningen
-
Orthopedische aandoeningen
objectieve info:
-
Vergelijking met normaal
-
Vergelijking pre-postoperatief
-
Opvolgen evolutie
2.1.1.5. Ganganalyse en kinesitherapie
spieren trainen hoe ze ook effectief functioneel gebruikt worden tijdens gang:
-
Open-gesloten keten
-
Concentrisch/ excentrisch
-
Snelheid van uitvoering
-
Bi-articulair
-
Actieve ROM tijdens gang
objectieve analyse gangpatroon = grote bijdrage
-
inzicht in welke musculaire structuren verzwakt zijn / training nodig hebben
2.1.2. Maturatie van het gangpatroon
gangpatroon = leerproces:
-
Baby’s = +/- 12-18 maanden stappen
-
snelle ontwikkelingsfase = 6 maanden
∆ spatiotemporele parameters drastisch
-
trage maturatiefase:
∆ minder drastisch
gangpatroon evolueert geleidelijk tot volwassen patroon
-
Volwassen gangpatroon (kinematisch 4-6jaar).
2.1.2.1. Evolutie bij kinderen
normale ontwikkeling = beïnvloed door
-
groei
-
maturatie
Nala Melis Pagina 4
1. Beweging binnen ICF
relatie tussen ziekte & functioneren beschrijven & begrijpen
3 classificatiesystemen WHO
- Internationale classificatie van ziekten (ICD)
- Internationale classificatie van functioneren, invaliditeit en gezondheid (ICF)
- Internationale classificatie van gezondheidsinterventies (ICHI).
ICD
- classificeert ziekte-entiteiten + andere gezondheidsproblemen
- diagnostische info verzamelen
ICF
- domeinen van invaliditeit classificeert in termen van
lichaamsfuncties en –structuren
activiteiten en participaties van de persoon
omgevings- en persoonlijke factoren.
ICHI
- interventies die door breed scala van zorgverleners worden uitgevoerd
- omvat interventies op gebied van:
diagnostiek, medisch, chirurgisch, geestelijke gezondheid, eerstelijnszorg, gezondheidszorg,
functioneringsondersteuning, revalidatie, traditionele
geneeskunde en volksgezondheid.
ICD & ICF
- complementair opgesteld
volledig beeld geven van iemands gezondheid &
gezondheidstoestand.
- ander aspect = onderscheid tussen
capaciteit, wat iemand kan doen in gestandaardiseerde
omgeving
prestatie, wat hij/zij doet in zijn/haar huidige omgeving.
Sommige gehandicapten kunnen met krukken lopen, maar gebruiken liever rolstoel = veiliger
ICF-diagram ≠duidelijk waar "lopen" in past.
- in literatuur = enige onduidelijkheid over lopen binnen ICF-
context.
- bevat volledig classificatiesysteem,
- beweging & mobiliteit verduidelijken
Beweging' of vrijwillige beweging = ∆ lichaamspositie /
oriëntatie
mobiliteit = vermogen om vrij & gemakkelijk te bewegen /
verplaatsten
o in 2 ≠ domeinen gebruikt
structuren & functies =bewegingen specifieke gewrichten en/of structuren
vb de mobiliteit van het schouderblad
activiteiten & participatie
1) ∆ of behoud lichaamshouding
2) lopen & bewegingen
3) dragen, verplaatsen & hanteren van voorwerpen
4) verplaatsen met vervoermiddelen
lopen valt onder noemer Lopen & bewegen = verder onderverdeeld in 4 groepen 2 ganganalyse
Nala Melis Pagina 1
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
- Lopen over ≠afstanden, op ≠ondergronden, rond obstakels:
gemakkelijk binnen ganglaboratorium worden gemeten.
- Beweging binnenshuis , in andere gebouwen ,voor korte afstanden buitenshuis:
moeilijker te meten binnen ganglaboratorium
voor onderzoek = ondersteuning nodig van vragenlijsten / draagbare systemen.
deelname aan maatschappij = beïnvloed door loopfunctie groot deel inneemt binnen ICF.
2. Herhaling ganganalyse
2.1. De ganganalyse
in vele contexten gebruikt voor klinische, commerciële sportspecifieke doeleinden
- hardlopers = video-opnames of voetdrukregistraties
info over afrolpatroon voet tijdens lopen
deskundig advies krijgen over meest geschikte type loopschoen
- andere (top)sporters = soms analyse loopstijl / bewegingspatronen
verbeteren + blessures voorkomen
- medische wereld = loopanalyses looppatroon te analyseren
door clinici om op individueel niveau behandeldoelen te stellen
onderzoekers meer info proberen achterhalen over ziektestatus /effectiviteit bepaalde interventie
op populatieniveau
- entertainmentindustrie tijdens filmopnames / voor avatarontwikkeling in games.
- ook bij dieren honden- of paardengang
Loopanalyse / klinische loopanalyse
- brede term
- vaak verwisseld met termen die specifieker beeld proberen schetsen van hoe we looppatroon
waarnemen & analyseren.
Verschillende manieren uitvoeren analyse
- camera's plaatst in sagittale & frontale vlak (2D)
- breed spectrum aan instrumenten gebruikt
- krachtplaat
algemeen onderscheid
- geïnstrumenteerde loopanalyse
analyses uitgevoerd mbv instrumentatie om lopen in kaart te brenge
Zoals camera's, krachtplaten, elektromyografie, enz.
- observationele loopanalyse.
zuivere observatie zonder gebruik van technologie & instrumentatie.
2.1.1. Klinisch gebruik van ganganalyse
gaan = meest cyclische proces van alle bewegingen + heel complex:
-
Smalle steunbasis
-
Hoog zwaartepunt lopen rechtop
geïnstrumenteerde ganganalyse
-
absoluut noodzakelijk
goed beeld P
P die mankt = met blote oog zien bepalen in welk been / gewricht probleem zit = ganganalyse
doel
-
na gaan welke stoornissen afwijkende gangpatroon P veroorzaken.
Waarom?
-
Monitoring loopprestaties & functioneel herstel
Nala Melis Pagina 2
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
-
Individuele behandeldoelen
-
Evaluatie orthesen, loophulpmiddelen, anti-spasticiteitsbehandeling (botox), chirurgie
(peesvervanging)
In beginjaren =om behandeling P met loopafwijkingen te verbeteren/optimaliseren
-
nadruk vaak op wetenschappelijke analyse toegepast op normale proefpersonen / groepsresultaten
gebruikt voor individuele P
niet beste resultaten voor behandeling P met specifieke loopproblemen
laatste jaren = ↑ gebruik loopanalyse in klinische context &voor individuele gepersonaliseerde doeleinden.
-
digitale videocamera's = makkelijk verkrijgbaar + goedkoop zijn
-
grootste probleem weten hoe gegevens best kunnen worden gebruikt ten behoeve van P
evolutie P systematisch in kaart brengen + juiste behandeldoelen stellen om kwaliteit looppatroon
verbeteren
systematische methode om gegevens looppatroon te analyseren & interpreteren.
correct systeem voor observationele ganganalyse begint met juiste plaatsing camera's en/of
observatieveld
-
camera altijd loodrecht op bewegingsvlak plaatsen
te schuine positie = gezichtsveld bedriegen
bewegingen beschrijven in correct gerelateerde anatomische vlak
2.1.1.1. Rechtop lopen
bipodale gang vereist 2 zaken van onze beenmusculatuur:
-
Kracht leveren die voor propulsie zorgt (vooral bovenbeenspieren)
-
Kracht leveren zodat lichaam in evenwicht blijft.
Tweevoeters hebben dan ook meer neurale controle nodig om stabiel te blijven.
≠ aangeboren reflex, maar aangeleerde activiteit.
-
Sommige dieren als giraffen of paarden kunnen dat wel.
Deze staan vaak direct na de geboorte al recht.
2.1.1.2. Fases van de gangcylcus
2 loopfasen
7 loopperioden
8 loopmomenten
loopcyclus te verdelen
-
standfase
voet in contact is met de grond
60%
-
Zwaaifase
voet niet in contact is met grond
40%
IC (voetcontact)
-
begin loopcyclus
-
vaak omschreven als hielcontact
bij veel pathologische looppatronen ontbreekt correct hielcontact
-
plaatsvinden met hiel, voorvoet, platte voet
belastingsreactie=1e dubbele standfase = 0-10%
-
beide voeten contact maken met grond goed IC nodig
-
gewichtsacceptatie plaats schokabsorptie
contralaterale tenen los= begin single standsfase = 40%
-
normaal = moment ipsilaterale voet plat op grond komt, samen met moment contralaterale tenen van
grond komen
Nala Melis Pagina 3
, Neuro3:ganganalyse bij beroerte P
-
contralaterale zwaaifase valt volledig samen met single standfase ipsilaterale voet
eindfase
-
voldoende gewicht naar voren gebracht= hiel ipsilaterale voet los = begin
2e dubbele standfase=pre-swing =10%
-
Begin= contralaterale voet weer contact maakt met grond
-
voorbereiden op zwaaifase
Alle fasen, maar specifiek timing fase = sterk afhankelijk van loopsnelheid
Einde loopcyclus = zwaaifase
-
voet geen contact meer maakt met grond
-
onderverdeeld in 3 perioden
initiëlezwaai= voeten naast elkaar staan
middenzwaai= tibia verticaal
late zwaai= volgende voetcontact gemaakt
2.1.1.3. Gangcyclus
geeft weer hoe een persoon stapt
Vergelijking meerdere gangcycli 1 persoon = hoe variabel / consistent gangpatroon is
2.1.1.4. Instrumented GA
cruciaal bij:
-
Neuromusculaire aandoeningen
-
Orthopedische aandoeningen
objectieve info:
-
Vergelijking met normaal
-
Vergelijking pre-postoperatief
-
Opvolgen evolutie
2.1.1.5. Ganganalyse en kinesitherapie
spieren trainen hoe ze ook effectief functioneel gebruikt worden tijdens gang:
-
Open-gesloten keten
-
Concentrisch/ excentrisch
-
Snelheid van uitvoering
-
Bi-articulair
-
Actieve ROM tijdens gang
objectieve analyse gangpatroon = grote bijdrage
-
inzicht in welke musculaire structuren verzwakt zijn / training nodig hebben
2.1.2. Maturatie van het gangpatroon
gangpatroon = leerproces:
-
Baby’s = +/- 12-18 maanden stappen
-
snelle ontwikkelingsfase = 6 maanden
∆ spatiotemporele parameters drastisch
-
trage maturatiefase:
∆ minder drastisch
gangpatroon evolueert geleidelijk tot volwassen patroon
-
Volwassen gangpatroon (kinematisch 4-6jaar).
2.1.2.1. Evolutie bij kinderen
normale ontwikkeling = beïnvloed door
-
groei
-
maturatie
Nala Melis Pagina 4