2.1 Normen
Norm: Een argument in de vorm van een regel waar je je aan moet houden. Kern van het mens-zijn. Impliciet in
het gedrag, concrete regels die als praktische richtlijn voor het handelen functioneren.
Morele norm/gedragsregels: Een regel over hoe mensen met elkaar moeten omgaan. Doelen om op een
redelijke manier te kunnen samenleven en dat er aan de kwaliteit van het leven een ondergrens wordt gesteld.
Expliciet in het gedrag.
Zijn vastgelegd in wetten:
1. Grondwet: Fundamentele morele regels.
2. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Morele regels als rechten geformuleerd, om te
benadrukken dat ieder mens er aanspraak op kan maken. Staan geen sancties op in Nederland bij het niet-
naleven.
2.2 Waarden
Waarden: Het vergelijken van de gevolgen van het gedrag met het doel dat we willen realiseren. Abstracte
idealen of doelen die men door middel van bepaald gedrag nastreeft.
Morele waarde: Het realiseren van goed samenleven door middel van gedrag.
2.3 Deugden
Deugd: Goede karaktereigenschap betreffende goed samenleven.
Houding: Het beoordelen van goed samenleven van een persoon door naar een reeks handelingen te kijken die
verwijzen naar een bepaalde kwaliteit van die persoon. Expliciet aan te leren/te ontwikkelen
karaktereigenschappen. Mensen die belangrijk voor ons zijn.
Normen Waarden Deugden
Betrekking op… Regels Gevolgen Karaktereigenschappen
Hoe vormgegeven Abstracte idealen/doelen Concrete regels Ontwikkeling en aanleren
2.4 Ethische theorieën & 2.5 Drie ethische theorieën vergeleken
Interne theorie: Systeem van het benaderen van de werkelijkheid.
Ethische theorie: Interne theorie in de ethiek.
Intentie: De wil om moreel verantwoord gedrag te vertonen.
Gevoelig denken: Inspannen om de precieze betekenis te achterhalen.
- Taal schiet soms tekort in het verwoorden van de verschillen tussen normen, waarden en deugden,
omdat hetzelfde woord verschillende dingen kunnen betekenen.
Soort ethische Uitgangspunt Werkwijze Zwakke kant Sterke kant
theorie
Plichtethiek Mensen moeten Het bepalen van Regel is regel; De kern van het
zich aan de regels de belangrijkste moeilijker moraal raken
houden norm anderen
overtuigen
Gevolgenethiek Het gedrag moet Het bepalen van Alle middelen zijn De ander
goede gevolgen gedrag dat het toegestaan overtuigen;
hebben meest bijdraagt algemener van aard
aan het realiseren (waar iedereen wel
van het ideaal voor is); doel-
middelargumentatie
Deugdethiek Het is een kwestie In de spiegel “Ik bedoelde het Personen
van een goed mens kijken en goed”; geen waarderen
willen zijn bedenken wie je concrete
wilt zijn aanwijzingen voor
gedrag