Geneesmiddel
Wat is geneesmiddel:
-stoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt of wordt aanbeloven als het
gaat om:
*Genezen: verminderen of voorkomen van enige aandoening, ziekte,
ziekteverschijnsel, pijn, verwonding of iets te kort bij een mens.
*Herstellen: verbeteren of veranderen van het werking van organen bij de
mens.
*Het stellen van een medische diagnose door toediening aan of aanwending bij
de mens.
Naamgeving van geneesmiddelen:
De chemische naam:
-Het stof die werkzaam is in het geneesmiddel (wordt nooit gebruikt)
De stofnaam-generieke naam:
-(De stofnaam wordt altijd met kleine letters geschreven) werkzame stof.
-Kopie van merkmedicijn
-Beschikbaar van meerdere fabrikanten
-Wordt (meestal) aangeduid met stofnaam
Merknaam(spécialité)
-Dit is de naam die de fabrikant wie de medicijn heeft uitgebracht heeft
gegeven, later kan iedereen de stofnaam uitbrengen, maar de merknaam
mag alleen de gene verkopen die dat heeft bedacht
-Is beschermd door de wet voor rechtsbescherming.
-De letter ® en ™ geven aan dat het om merknamen gaat.
,Stofnaam hoort meestal bij de groep … voorbeeld
– azepam benzodiazepinen oxazepam
middelen bij
– afil vardenafil
erectiestoornissen
– ason/–
fluticason/budesonide/
sonide/– corticosteroïden
prednisolon
olon
– astine antihistaminica mizolastine
– caïne lokale anesthetica lidocaïne
– conazol antimycotica miconazol
– coxib cox-2-remmers etoricoxib
– dipine calciumantagonisten amlodipine
– dronine bisfosfonaten alendronine
–
oestrogenen ethinylestradiol
estradiol
– gliptine DPP-4-remmers sitagliptine
trombocytenaggregatieremme
– grel clopidogrel
rs
– idine H2-receptorantagonisten ranitidine
monoklonale antistoffen
– mab adalimumab
(Monoclonal AntiBodies)
–
mycine/– antibiotica azitromycine/doxycycline
cycline
– ogestrel progestagenen levonorgestrel
– olimus immunosuppressiva tacrolimus
– olol sympaticolytica (bètablokkers) metoprolol
– oprost middelen bij glaucoom latanoprost
, Stofnaam hoort meestal bij de groep … voorbeeld
–
oxetine/– antidepressiva fluoxetine/citalopram
pram
direct werkende
– parine nadroparine
anticoagulantia
– prazol protonpompremmers omeprazol
– pril ACE-remmers lisinopril
– profen NSAID's ibuprofen
– sartan angiotensinereceptorblokkers losartan
– setron anti-emetica ondansetron
– statine cholesterolsyntheseremmers simvastatine
– amol/–
sympaticolmimetica salbutamol/formoterol
terol
– triptan anti-migrainemiddelen sumatriptan
– tropium parasympaticolytica ipratropium
– vir virustatica valaciclovir
Wat is geneesmiddel:
-stoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt of wordt aanbeloven als het
gaat om:
*Genezen: verminderen of voorkomen van enige aandoening, ziekte,
ziekteverschijnsel, pijn, verwonding of iets te kort bij een mens.
*Herstellen: verbeteren of veranderen van het werking van organen bij de
mens.
*Het stellen van een medische diagnose door toediening aan of aanwending bij
de mens.
Naamgeving van geneesmiddelen:
De chemische naam:
-Het stof die werkzaam is in het geneesmiddel (wordt nooit gebruikt)
De stofnaam-generieke naam:
-(De stofnaam wordt altijd met kleine letters geschreven) werkzame stof.
-Kopie van merkmedicijn
-Beschikbaar van meerdere fabrikanten
-Wordt (meestal) aangeduid met stofnaam
Merknaam(spécialité)
-Dit is de naam die de fabrikant wie de medicijn heeft uitgebracht heeft
gegeven, later kan iedereen de stofnaam uitbrengen, maar de merknaam
mag alleen de gene verkopen die dat heeft bedacht
-Is beschermd door de wet voor rechtsbescherming.
-De letter ® en ™ geven aan dat het om merknamen gaat.
,Stofnaam hoort meestal bij de groep … voorbeeld
– azepam benzodiazepinen oxazepam
middelen bij
– afil vardenafil
erectiestoornissen
– ason/–
fluticason/budesonide/
sonide/– corticosteroïden
prednisolon
olon
– astine antihistaminica mizolastine
– caïne lokale anesthetica lidocaïne
– conazol antimycotica miconazol
– coxib cox-2-remmers etoricoxib
– dipine calciumantagonisten amlodipine
– dronine bisfosfonaten alendronine
–
oestrogenen ethinylestradiol
estradiol
– gliptine DPP-4-remmers sitagliptine
trombocytenaggregatieremme
– grel clopidogrel
rs
– idine H2-receptorantagonisten ranitidine
monoklonale antistoffen
– mab adalimumab
(Monoclonal AntiBodies)
–
mycine/– antibiotica azitromycine/doxycycline
cycline
– ogestrel progestagenen levonorgestrel
– olimus immunosuppressiva tacrolimus
– olol sympaticolytica (bètablokkers) metoprolol
– oprost middelen bij glaucoom latanoprost
, Stofnaam hoort meestal bij de groep … voorbeeld
–
oxetine/– antidepressiva fluoxetine/citalopram
pram
direct werkende
– parine nadroparine
anticoagulantia
– prazol protonpompremmers omeprazol
– pril ACE-remmers lisinopril
– profen NSAID's ibuprofen
– sartan angiotensinereceptorblokkers losartan
– setron anti-emetica ondansetron
– statine cholesterolsyntheseremmers simvastatine
– amol/–
sympaticolmimetica salbutamol/formoterol
terol
– triptan anti-migrainemiddelen sumatriptan
– tropium parasympaticolytica ipratropium
– vir virustatica valaciclovir
