P-lijn: Klinisch Redeneren
P-lijn: klinisch redeneren III
1. KLINISCH REDENEREN: ZIJN PLAATS IN HET GROTE PLAATJE
Patiëntenverhaal/aanmeldingsklacht è diagnostisch landschap à diagnose à beslissing
CASUS: patiënt telefoneert naar de huisarts om 7 uur ‘s ochtends
o Patiënt heeft maagpijn en heeft hele nacht niet geslapen
o Patiënt is ongerust en wil vroeger komen
o Tijdens consult blijkt dat de patiënt veel werkt (druk), nerveus is, een vriend heeft
met hartoperatie en broer bezocht heeft die een hersentumor heeft
o Maagpijn: brandend gevoel vanaf hij naar huis vertrok t.h.v. maag middenrif, trekt
naar rug, pijn op en af, periodes met pijn steeds korter op elkaar, gevoel dat pijn naar
linkerarm trok à voelt zich nu beter bij dokter maar wilt toch een grondig onderzoek
Anamnese:
o Komt de pijn voor tijdens inspanningen? JA à moeilijk om trap op te lopen
o (Medische) voorgeschiedenis à hart?
Mogelijke diagnoses:
o Acuut myocardinfarct
o Aneurysma dissecans (aorta heeft zwakke plek en kan scheuren è operatie)
o Pneumothorax (klaplong)
o Voedselvergiftiging (GI-intoxicatie)
o Maag- of duodenumulcus
o Gallijden: cholecystitis (GEEN galstenen)
o Hypochondria: denken dat je een medische aandoening hebt
o Hyperventilatie-syndroom
1
, P-lijn: Klinisch Redeneren
2. VAN AANMELDINGSKLACHT TOT DIAGNOSTISCH LANDSCHAP
2.1. INDELING IN DIAGNOSTISCHE STRATEGIEËN
1. Pattern-recognition approach (Down-syndroom, windpokken, griep…)
o Herkennen in 1 oogopslag
2. Multiple branching method (schema met ja- of nee-vragen afgaan)
3. Exhaustion method (alles onderzoeken tot het uiterste om de diagnose te vinden)
o Bv. bij medische genetica
4. Hypothetico-deductive strategy
o Binnen een aantal seconden eerste diagnose en in totaal een 5-tal diagnoses (de
belangrijkste)
o Wordt zeer vaak gebruikt
5. Gut feeling (plots opkomend alarmerend gevoel van alertheid à niet-atalytisch denken:
intuïtie!)
Het genereren van hypothesen
o Na 28 seconden eerste hypothese
o Gemiddeld 5.5 hypothesen per probleem
o Correcte hypothese na gemiddeld 6 minuten
o Denk- en leerproces ervaren arts
2
P-lijn: klinisch redeneren III
1. KLINISCH REDENEREN: ZIJN PLAATS IN HET GROTE PLAATJE
Patiëntenverhaal/aanmeldingsklacht è diagnostisch landschap à diagnose à beslissing
CASUS: patiënt telefoneert naar de huisarts om 7 uur ‘s ochtends
o Patiënt heeft maagpijn en heeft hele nacht niet geslapen
o Patiënt is ongerust en wil vroeger komen
o Tijdens consult blijkt dat de patiënt veel werkt (druk), nerveus is, een vriend heeft
met hartoperatie en broer bezocht heeft die een hersentumor heeft
o Maagpijn: brandend gevoel vanaf hij naar huis vertrok t.h.v. maag middenrif, trekt
naar rug, pijn op en af, periodes met pijn steeds korter op elkaar, gevoel dat pijn naar
linkerarm trok à voelt zich nu beter bij dokter maar wilt toch een grondig onderzoek
Anamnese:
o Komt de pijn voor tijdens inspanningen? JA à moeilijk om trap op te lopen
o (Medische) voorgeschiedenis à hart?
Mogelijke diagnoses:
o Acuut myocardinfarct
o Aneurysma dissecans (aorta heeft zwakke plek en kan scheuren è operatie)
o Pneumothorax (klaplong)
o Voedselvergiftiging (GI-intoxicatie)
o Maag- of duodenumulcus
o Gallijden: cholecystitis (GEEN galstenen)
o Hypochondria: denken dat je een medische aandoening hebt
o Hyperventilatie-syndroom
1
, P-lijn: Klinisch Redeneren
2. VAN AANMELDINGSKLACHT TOT DIAGNOSTISCH LANDSCHAP
2.1. INDELING IN DIAGNOSTISCHE STRATEGIEËN
1. Pattern-recognition approach (Down-syndroom, windpokken, griep…)
o Herkennen in 1 oogopslag
2. Multiple branching method (schema met ja- of nee-vragen afgaan)
3. Exhaustion method (alles onderzoeken tot het uiterste om de diagnose te vinden)
o Bv. bij medische genetica
4. Hypothetico-deductive strategy
o Binnen een aantal seconden eerste diagnose en in totaal een 5-tal diagnoses (de
belangrijkste)
o Wordt zeer vaak gebruikt
5. Gut feeling (plots opkomend alarmerend gevoel van alertheid à niet-atalytisch denken:
intuïtie!)
Het genereren van hypothesen
o Na 28 seconden eerste hypothese
o Gemiddeld 5.5 hypothesen per probleem
o Correcte hypothese na gemiddeld 6 minuten
o Denk- en leerproces ervaren arts
2