3
College 6-04 en probleem 5
A&V — H2: 1 - 6.3 / H3: 4.1-4.4
ABC — p. 47-78
De EU heeft 28 lidstaten. Sommige staten zijn kandidaat-lidstaten en onderhandelen
met de EU: zij kunnen evt. nog toetreden tot de EU. Potentiële en aspirant
kandidaatlidstaten zijn ook geen leden, maar hun kandidaat-lidstaat is ook nog niet
erkend: ze zijn nog geen onderhandelingen begonnen. De toetreding staat beschreven in
art. 49 VEU. Het gaat om Europese staten die eerbiediging van de waarden van de EU
hebben en alle lidstaten dienen in te stemmen: zij gaan samen aan tafel om overeen te
stemmen (intergouvernementaliteit). De waarden van de EU staan is art. 2 VEU. Als een
lidstaat deze niet in acht neemt, kan hij uit de EU worden gezet. De doelstellingen staan in
art. 3 VEU. Art. 4 VEU gaat over de lidstaten.
Intergouvernementeel Supranationaal (EU, m.u.v.
(Raad van EU) gemeensch. Buitenlands &
Veiligheidsbeleid)
Tussen staten komen regels tot stand Boven staten komen regels tot stand
Beperkte rol voor instellingen van de Eigen rechtsorde
internationale organisatie
Veelal consensus Veelal meerderheidsbesluitvorm
Lidstaten willen niet dat de nationale veiligheid onder het internationale recht valt,
vandaar dat gemeensch. Buitenlands & Veiligheidsbeleid er niet bijhoort.
Europese Unie
Een internationale organisatie voor samenwerking tussen staten. De EU heeft
internationale rechtspersoonlijkheid art. 47 VEU. Staten bepalen de bevoegdheden,
omdat zij deze aan de IO geven.
Raad van Europa = een andere internationale organisatie! Hoort niet bij EU.
Er zijn 7 officiële EU-instellingen en 2 adviserende organen art. 13 VEU. Zij moeten
de doelstellingen in art. 3 VEU proberen te bereiken.
ECB
- Zetel in Frankfurt
, - Prijsstabiliteit
- Uniform monetair beleid
Rekenkamer
- Zetel in Luxemburg
- Rechtmatige besteding van publieke gelden EU
De controle binnen de EU t.a.v. verschillende instellingen bestaat uit controle door
het Eur. Parlement, die door de burger wordt gecontroleerd: echter is de opkomst bij Eur.
verkiezingen laag. De Commissie controleert de lidstaten en de nationale parlementen
controleren (art. 12 VEU) de Raad en de Eur. Raad. HvJ controleert de lidstaten en EU-
instellingen.
Primair Unierecht bestaat uit de verdragen; secundair recht is het recht dat
voortvloeit uit de verdragen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten. Het verbod van
discriminatie naar nationaliteit, art. 18 VWEU, geldt ook voor integratie, vrij verkeer en
Europees burgerschap.
Europees Parlement (EP)
- Zetel in Straatsburg
- Samengesteld uit 750 leden + voorzitter, min. 6 & max. 96 leden per lidstaat art. 14
lid 2 VEU. Lidstaten met minder inwoners zullen nooit meer zetels beschikken dan een
lidstaat met veel inwoners
Leden worden rechtstreeks gekozen door Unieburgers voor 5 jaar lid 3. Er is geen
uniform verkiezingssysteem, dus nationale verkiezingswetten en –procedures zijn van
toepassing. Verkiezingen zijn rechtstreeks, algemeen, vrij en geheim. Staten mogen een
kiesdrempel hanteren. Unieburgers mogen stemmen en gekozen worden: nationale
minimumleeftijd geldt. Een lid van een nationaal parlement mag geen lid zijn van het EP.
- Vertegenwoordigt de volkeren van de in de EU verenigde staten
Art. 223 en 234 VWEU beschrijven de taken – 3 basisfuncties, nl:
1. Quasiwetgevingsorgaan: EP brengt niet zelf wetsvoorstellen in. Het EP verzoekt
de Eur. Commissie een voorstel in te dienen wat betreft nieuwe/wijziging van
Uniewetgeving art. 225 VWEU. Dit vereist de meerderheid van stemmen van de
leden van het EP. Het EP adviseert dus. De omvang van de invloed van het EP hangt af
van de toegepaste wetgevingsprocedure. EP heeft ook instemmingsrecht t.a.v.
belangrijke internationale verdragen en toetredingsverdragen met nieuwe lidstaten.