100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Motorische ontwikkeling en motorisch leren - Bewegingswetenschappen

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
36
Subido en
10-01-2023
Escrito en
2022/2023

Samenvatting Motorische ontwikkeling en motorisch leren Samenvatting van colleges

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
10 de enero de 2023
Número de páginas
36
Escrito en
2022/2023
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Motorische ontwikkeling en motorisch leren
Bewegingswetenschappen 2021/2022 - College aantekeningen

,Introductiecollege + theorieën over motorische ontwikkeling

Motorische ontwikkeling houdt in: alle veranderingen in motorisch gedrag die gedurende de
kindertijd (0-20 jaar) zichtbaar zijn. Daarnaast zijn de factoren die veranderingen in gedrag
beïnvloeden belangrijk. Waarom vertoont een kind een bepaalde vorm van nieuw gedrag op
een bepaald moment in de tijd? Wat veroorzaakt dit nieuwe gedrag?

Begrippen:
- Genese = wording, het ontstaan van iets nieuws
- Ontogenese = de ontwikkeling van een individu
- Fylogenese = de ontwikkeling van de soort

Ontwikkeling is de kwalitatieve veranderingen in gedrag die tijdens de kindertijd zichtbaar
worden → kwalitatieve veranderingen (veranderingen die zichtbaar zijn in het gedrag; lopen,
kruipen, staan). Leren is de individuele veranderingen in het gedrag die het gevolg zijn van
exogene factoren (omgevingsfactoren; fietsen). Groei is de kwantitatieve biologische
veranderingen (groei van lengte, zenuwstelsel, spieren). Groei is te meten.

Nature nurture debat gaat over het ontstaan van nieuw gedrag. Onder nature wordt
verstaan dat alle eigenschappen al besloten liggen in de genen, de ontwikkeling is vooraf
bepaald. Nurture houdt in dat je blanco wordt geboren en dat je wordt gevormd door
opvoeding en onderwijs.

Interactie theorie → Kennis uit genen en uit omgeving zorgen voor interactie, deze
interactie zorgt voor de ontwikkeling.

Er zijn twee soorten veranderingen; discontinue & continue. Discontinue zijn kwalitatieve
veranderingen, fase gerichte ontwikkeling: elke fase zorgt voor nieuwe gedragspatronen.
Neem bijvoorbeeld zitten en staan, is beide wat anders: discontinue. Continue zijn
kwantitatieve veranderingen, dit is geleidelijke ontwikkeling; groei.
Wat bepaald of de ontwikkeling continue is of discontinue is? Dit kan liggen aan over welk
tijdsframe je meet, maar ook aan het gedrag wat je bestudeert (bv. lengtegroei vs.
functioneel gedrag).

Historisch overzicht van theorieën motorische ontwikkeling:
1900 – WO2 : Maturatie theorie/nativisme, theorie komt voort uit
ontwikkelingspsychologie (Gesell, Shirley, McGraw)
Na WO2 – 1970: Descriptief/maturatie interactionisme, theorie komt voort uit physical
education (Rarick, Piaget)
1970 – 1990: Informatieverwerkings-theorie (slaan we meestal over)
1990 – heden: Dynamische systeemtheorie/perception-action benadering, komt
voort uit BW/kinesiologie/psychologie (Thelen, Adolph, Gibson)

Nativisme → Ontwikkeling wordt bepaald door endogene factoren (persoonsgebonden
kenmerken, geslacht, leeftijd), ontwikkeling = rijping CZS
Empirisme → Ontwikkeling wordt bepaald door exogene factoren (omgeving), ontwikkeling
= leren

,Interactionisme → ontwikkeling wordt bepaald door de wederkerige interactie tussen het
individu en de omgeving, ontwikkeling = interactie van rijping + leren




Motorische ontwikkelingstheorieën




College 1 – Rijpingstheorie/Maturation theory
Arnold Gesell en mary Shirly ontdekten regelmaat in de ontwikkeling van kinderen. Ze
gingen allemaal op ongeveer hetzelfde moment kruipen, lopen en staan. Conclusie van
Gesell & Shirly: de regelmaat is oorzaak van biologische rijping.
Rijpingstheorie gaat over nature, waarbij de genen de rol spelen bij ontwikkeling:
genetische invloeden → verandering in het CZS → gedragsontwikkeling. Dit is dus
nativisme = ontwikkeling bepaald door endogene factoren.
Ze vonden verschillende bewijzen voor de rijpingstheorie:
- Ontwikkelingsrichting: kinderen/baby’s ontwikkelden altijd in dezelfde richting, denk
aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de spieren:
o Cephalo-caudaal (hoofd → voet)
o Proximo-distaal (romp → ledematen)
- Universele invariante ontwikkeling: de ontwikkeling van alle kinderen gaat in
opeenvolging van ‘stages’ (zitten, kruipen, staan en lopen). Dit is volgens hen bewijs
dat het biologisch bepaald is, en niet wordt beïnvloed door de omgeving.
- Tweelingen onderzoek: zelden verschillen bij tweelingen, mijlpalen in de
ontwikkeling vielen bijna gelijk.
- Beperkte invloed van oefening/trainen
- Beperkte invloed lichamelijke stoornis (blinden hadden dezelfde volgorde van
ontwikkeling)
Voor Gesell en Shirly waren dit bewijzen dat de ontwikkeling biologisch/vanuit de genen
bepaald is (nature).

Wat pleit er tegen de rijpingstheorie:
- Opkomst echografie: al bij 14 weken maakten embryo’s al bewegingen met armen
naar hoofd. Volgens de cephalo-caudale theorie kan dit pas ver na de geboorte.
Waarschijnlijk is dit voor de geboorte mogelijk door minder zwaartekracht in
vruchtwater. Ook na de geboorte kunnen baby’s rijk/grijp bewegingen maken als hun
romp wordt ondersteund.

, - Regressie: Over de tijd is er soms een terugval in de ontwikkeling van
kinderen. In de beginperiode van staan kan een kind het soms de ene
dag wel, en de andere dag niet. Regressie treedt op bij: tijdens leren
nieuwe vaardigheid neemt de prestatie in andere vaardigheid af, als
lichaamsdelen snel groeien, gebrek aan motivatie, na falen, tijdens
ziekte.
- Corticale inhibtie hypothese (McGraw): Bepaalde reflexen van baby’s
Taak: >3s. los staan
verdwijnen in de loop van de tijd. Dit gebeurt volgens McGraw door rijping
van de cortex, die de reflexen inhibeert. Onderzoek met tweeling (Jimmy & Johnny):
1 werd intensief getraind en de ander mocht zelf zijn gang gaan. Beide baby’s lieten
dezelfde resultaten zien in hun ontwikkeling van fylogenetische activiteiten (lopen,
zitten), wel was Johnny beter in ontogenetische activiteiten (oefenbare dingen:
fietsen, zwemmen). Dit pleit tegen het tweelingen onderzoek.
- In afrika doen mensen oefenen met baby’s om te voorkomen dat ze gaan kruipen
(gevaarlijk), deze kinderen gaan veel eerder zitten en lopen. Oefenen heeft dus wel
zin.
- Blinde kinderen bepalen motorische mijlpalen wel in dezelfe volgorde, maar wel een
stuk later, omgeving heeft dus wel invloed. Ook zorgt weinig stimulatie voor
deprivatie → minder goed ontwikkeld brein.

De rijpingstheorie is geen goede verklaring in de ontwikkeling, omgeving heeft wel degelijk
invloed op de ontwikkeling. Wel heeft het onderzoek tijdens de rijpingstheorie veel bijdrage
geleverd, hier wordt nog steeds gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld van uitgebreide
tekeningen en beschrijvingen van stadia in motorische ontwikkeling van kinderen.


College 2

Kennisclip: Piaget
Piaget was een bioloog en psycholoog, hij is geïnspireerd door Darwin. Hij observeerde het
gedrag en de ontwikkeling van kinderen. Hij keek vooral naar de cognitie. Cognitie = functies
die te maken hebben met het verwerken van informatie: waarneming, concentratie,
verwerking, geheugen, etc.

4 stadia van cognitieve ontwikkeling
Stadia 1: Sensomotorische stadium (0-2 jaar)
Het verkennen van de wereld m.b.v. zintuigen. Kinderen vertonen reflexen, later leren ze
hun lichaam kennen en daarna leren ze voorwerpen te gebruiken. Bewegingen zorgen voor
exploratie (hierdoor wereld verkennen). Volgens Piaget slaan kinderen hun kennis op in
schema’s: cognitieve structuur in het geheugen, alles wordt opgeslagen in categorieën. Het
ontstaan van nieuwe schema’s ontstaat door:
- Assimilatie: nieuwe elementen integreren in bestaande structuren
- Accommodatie: aanpassen van bestaande structuren.
Het geheugen van baby’s is nog zo onderontwikkeld (volgens Piaget) dat wanneer ze een
voorwerp niet meer zien, dat het ook niet bestaat. Renee Baillargeon stelde de conclusie van
Piaget ter discussie. Resultaten van haar onderzoek geven aan dat kinderen veel langer naar
onmogelijke situaties kijken (langere kijktijd) alsof ze weten dat er niets niet klopt. De baby’s
$5.45
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
lisannemeijerink Rijksuniversiteit Groningen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
126
Miembro desde
7 año
Número de seguidores
100
Documentos
28
Última venta
1 mes hace
Student Bewegingswetenschappen (RUG)

4.0

23 reseñas

5
7
4
12
3
3
2
0
1
1

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes