Breed evalueren
= informatie verzamelen, ondersteunen en beslissen. HGW-principe: transparant werken
zodat ouders en leerlingen betrokken worden.
Evalueren om het leerproces te stimuleren
Leerwinst meten op 2 manieren:
- Vergelijken van hoe het kind scoorde voor een traject en na een traject
- Vergelijken met anderen vanuit dezelfde context (bv. SES-profiel) MAAR: we verwachten
van leerlingen met een andere thuistaal niet hetzelfde als anderen.
Gevalideerd: een toets wordt valide genoemd als ze inderdaad meet wat ze zegt te meten.
Een standaardtoets is een toets die hetzelfde is voor alle leerlingen, over klassen en scholen
heen.
Genormeerd: men vergelijkt de resultaten met een standaard (bijvoorbeeld de eindtermen).
Principes van breed evalueren
- Persoon in zijn geheel: creatief denkvermogen, beeldend talent, gevoelens, zelfbeeld...
(niet enkel kennis) hollistisch kijken (= kijken wat onder de ijsberg zit, niet meetbare)
- Vanuit verschillende invalshoeken: overleg tussen verschillende evaluatoren (leerling,
ouders, klasgenoten...)
- Op verschillende manieren: taken, presentaties, gesprekken, peerevaluaties + observeren!
- In verschillende contexten: op stage, uitstap, in een groepsopdracht...
- Aangepast aan de heterogeniteit van de groep: leerlinggericht. Kijken welke factoren
meespelen (timide, faalangst, zwaarlijvig...), leerlingen kiezen de vorm, kiezen de
moeilijkheidsgraad, zeggen wanneer zij er klaar voor zijn...
- Leerlingen actief betrekken: bij ontwerp of bij uitvoering van evaluatie
Cruciale vragen bij evalueren
Waarom evalueer ik?
Wat evalueer ik?
Hoe evalueer ik?
Wanneer evalueer ik?
Wie is betrokken bij de evaluatie?
Wat zijn mijn evaluatiecriteria?
Hoe ga ik aan de slag met de resultaten?
Summatief = evalueren van het leren
Formatief = evalueren om te leren
= informatie verzamelen, ondersteunen en beslissen. HGW-principe: transparant werken
zodat ouders en leerlingen betrokken worden.
Evalueren om het leerproces te stimuleren
Leerwinst meten op 2 manieren:
- Vergelijken van hoe het kind scoorde voor een traject en na een traject
- Vergelijken met anderen vanuit dezelfde context (bv. SES-profiel) MAAR: we verwachten
van leerlingen met een andere thuistaal niet hetzelfde als anderen.
Gevalideerd: een toets wordt valide genoemd als ze inderdaad meet wat ze zegt te meten.
Een standaardtoets is een toets die hetzelfde is voor alle leerlingen, over klassen en scholen
heen.
Genormeerd: men vergelijkt de resultaten met een standaard (bijvoorbeeld de eindtermen).
Principes van breed evalueren
- Persoon in zijn geheel: creatief denkvermogen, beeldend talent, gevoelens, zelfbeeld...
(niet enkel kennis) hollistisch kijken (= kijken wat onder de ijsberg zit, niet meetbare)
- Vanuit verschillende invalshoeken: overleg tussen verschillende evaluatoren (leerling,
ouders, klasgenoten...)
- Op verschillende manieren: taken, presentaties, gesprekken, peerevaluaties + observeren!
- In verschillende contexten: op stage, uitstap, in een groepsopdracht...
- Aangepast aan de heterogeniteit van de groep: leerlinggericht. Kijken welke factoren
meespelen (timide, faalangst, zwaarlijvig...), leerlingen kiezen de vorm, kiezen de
moeilijkheidsgraad, zeggen wanneer zij er klaar voor zijn...
- Leerlingen actief betrekken: bij ontwerp of bij uitvoering van evaluatie
Cruciale vragen bij evalueren
Waarom evalueer ik?
Wat evalueer ik?
Hoe evalueer ik?
Wanneer evalueer ik?
Wie is betrokken bij de evaluatie?
Wat zijn mijn evaluatiecriteria?
Hoe ga ik aan de slag met de resultaten?
Summatief = evalueren van het leren
Formatief = evalueren om te leren