- 20 MC vragen met 4 antwoord mogelijkheden
- Antwoorden op laatste pagina
- Toelichting op antwoord van de vragen
Tentamenvragen
Vraag 1
1
, De vindplaatsen van het recht (de rechtsbronnen) zijn de volgende:
a. Wet- en regelgeving, jurisprudentie, gewoonte en verdragen
b. Wet- en regelgeving, jurisprudentie, gewoonte en grondrechten
c. Wetten, Koninklijke besluiten, algemene maatregelen van bestuur en
ministeriële regelingen
d. Wet- en regelgeving, provinciale verordeningen en gemeentelijke
verordeningen
Vraag 2
Welke van onderstaande uitspraken is juist?
a. De rechter moet het recht toepassen en mag niet zijn eigen interpretatie
hieraan geven
b. De rechter vult de normen die niet duidelijk genoeg in de wet staan, zelf in
c. Een uitspraak van de Hoge Raad wordt vonnis genoemd
d. Gewoonterecht gaat boven het recht dat in wetten is vastgelegd
Vraag 3
BW is de afkorting van:
a. Burgemeester en Wethouders
b. Bestuurswet
c. Bijstandswet
d. Burgerlijk Wetboek
Vraag 4
Peter heeft al snel na het behalen van zijn rijbewijs een auto gekocht. Natuurlijk is
hij erg trots en wil zijn nieuwe auto graag demonstreren aan zijn vriendin
Annelies. Ze maken op maandag avond een tochtje en op de snelweg trapt peter
eens flink op het gaspedaal. Hij rijdt veel te hard langs een nieuwe
snelheidsmeter die net de week daarvoor is geplaatst. Gelukkig voor peter is het
apparaat die maandag nog niet in werking. Een week later rijdt Annelies met haar
auto op dezelfde snelweg. Ook zij rijdt behoorlijk te hard, maar inmiddels is de
flitspaal wel in werking. Een week nadat Annelies is geflitst krijgt zij een flinke
bekeuring thuisgestuurd.
De bekeuring die Annelies krijgt toegestuurd, kan worden aangemerkt als:
a. Een objectieve verplichting
b. Een subjectieve verplichting
c. Een formele verplichting
d. Ongeldig, namelijk in strijd met het gelijkheidsbeginsel
Vraag 5
Welke rechtsbronnen behoren tot het ongeschreven recht?
a. Jurisprudentie en verdragen
b. Verdragen en Koninklijke besluiten
c. Alleen gewoonte
d. Jurisprudentie en gewoonte
2