Enkeldistorsio = enkel verzwikking
Inleiding
Een van de meest voorkomende letsels
Oorzaken
Het mechanisme is eigenlijk altijd een inversietrauma
Inversie = voet naar binnen Laterale structuren komen op rek
Lateraal bandapparaat
Het laterale bandapparaat bestaat uit het talofibulaire ligament. We splitsen deze
nogmaals op in 3 afzonderlijke banden:
Anterieur Tibiofibulair Ligament (ATFL)
Calcaneofibulair ligament (CFL)
Posterieur Tibiofibulair Ligament (PTFL)
Dit is de belangrijkste stabilisator van het bovenste spronggewricht
Classificatie
Graad 1 = oprekking laterale bandapparaat
Graad 2 = partiële ruptuur van bandapparaat
Graad 3 = volledige ruptuur van bandapparaat
In realiteit heeft graad 2 niet veel nut, een partiële ruptuur komt zelden voor
Geen verschil in behandeling tussen graad 2 en 3
,Praktische onderverdeling:
Eerst altijd enkelfractuur uitsluiten!
Dan kijken voor eenvoudige sprain of enkelbandruptuur
Eenvoudige sprain (verrekking) Meestal is steunname wel mogelijk
Pijn is wisselend, beperkte zwelling
Geen laksiteit
Enkelbandruptuur
Belangrijke zwelling, ecchymose en pijn
Verhoogde laksiteit (want de banden zijn door)
Steunname is pijnlijk of onmogelijk
Klinisch onderzoek
In de eerste 48u weinig betrouwbaar voor onderscheid elongatie – ruptuur
Ook zeer pijnlijk om onmiddellijk klinisch onderzoek te doen (na 4-5dagen wel)
Pijn diffuus: vaak is de ergste pijn pas meerdere uren na het trauma wanneer de
zwelling toeneemt
Pijn is meestal vlak voor de malleolus lateralis
Ligamenten nog niet te testen onmiddellijk na het oplopen van het letsel: ook hier
kunnen we een voorste schuiflade test doen. Voet en onderbeen vastnemen en
voet naar voren duwen. Of tibia naar achter duwen.
CAVE: “hoge” sprain: tibiofibulair syndesmoseletsel (=enkelbandruptuur waarbij de
syndesmose ook geraakt is: tibia en fibula komen los)
Er is drukpijn tibiofibulair Zeker bij ernstige distorsio’s dient de fibula over zijn
gehele lengte gepalpeerd te worden
,Mechanisme van syndesmoseletsel
Wanneer de tibia en fibula loskomen en er nog een fibulakopfractuur is spreken we van een
maissoneuvefractuur.
Je moet dit altijd bekijken indien er sprake is van een enkelbandruptuur
Het wordt vaak/altijd veroorzaakt door externe rotatiekracht en/of hyperdorsiflexie
Herhaald klinisch onderzoek:
Na minstens 4-5 dagen!
Palpatiepijn is meer gelokaliseerd over ATFL
Eventueel hematose – ecchymose
Voorste schuifladetest uitvoeren!
Deze heeft voor ruptuur een zeer goede specificiteit en sensitiviteit
De squeeze test: Tibia en fibula tegen elkaar knijpen, als je dit doet heeft P. pijn in de
enkel
De Cotton test = dwarse schuifladetest Medio-laterale verhoogde translatie van
de voet
Röntgenonderzoek
Fractuur uitsluiten, zeker bij:
Belasting = pijnlijk of onmogelijk
Pijn bij palpatie op dorsale zijde van 1 of beide malleoli
OTTAWA ANKLE RULES
, Acute aanpak
Eenvoudige sprain – verrekking:
Steunname is mogelijk, op geleide van de pijn
RICE gedurende 1-3 dagen
Enkelbandruptuur:
Steunname is pijnlijk of moeilijk
Korte periode van immobilisatie
(onderbeengips of aircaist Soort brace die inversie en eversie tegenhouden)
Vroegtijdig functioneel (kinesitherapie)
Tapebandage of enkelbrace gedurende 6 weken
Praktisch: enkeldistorsie
Steunname ok:
Steunverband, RICE
Steunname moeilijk, belangrijke functio laesa:
Fractuur uitsluiten (=foto nemen)
Onderbeengipsspalk: verbetert comfort
Na enkele dagen opnieuw onderzoeken:
Steunname ok, weinig of geen zwelling, geen ecchymose : functioneel
Steunname pijnlijk, ecchymose, zwelling
Loopgips max 2 weken of onmiddellijk brace 6 weken
Inleiding
Een van de meest voorkomende letsels
Oorzaken
Het mechanisme is eigenlijk altijd een inversietrauma
Inversie = voet naar binnen Laterale structuren komen op rek
Lateraal bandapparaat
Het laterale bandapparaat bestaat uit het talofibulaire ligament. We splitsen deze
nogmaals op in 3 afzonderlijke banden:
Anterieur Tibiofibulair Ligament (ATFL)
Calcaneofibulair ligament (CFL)
Posterieur Tibiofibulair Ligament (PTFL)
Dit is de belangrijkste stabilisator van het bovenste spronggewricht
Classificatie
Graad 1 = oprekking laterale bandapparaat
Graad 2 = partiële ruptuur van bandapparaat
Graad 3 = volledige ruptuur van bandapparaat
In realiteit heeft graad 2 niet veel nut, een partiële ruptuur komt zelden voor
Geen verschil in behandeling tussen graad 2 en 3
,Praktische onderverdeling:
Eerst altijd enkelfractuur uitsluiten!
Dan kijken voor eenvoudige sprain of enkelbandruptuur
Eenvoudige sprain (verrekking) Meestal is steunname wel mogelijk
Pijn is wisselend, beperkte zwelling
Geen laksiteit
Enkelbandruptuur
Belangrijke zwelling, ecchymose en pijn
Verhoogde laksiteit (want de banden zijn door)
Steunname is pijnlijk of onmogelijk
Klinisch onderzoek
In de eerste 48u weinig betrouwbaar voor onderscheid elongatie – ruptuur
Ook zeer pijnlijk om onmiddellijk klinisch onderzoek te doen (na 4-5dagen wel)
Pijn diffuus: vaak is de ergste pijn pas meerdere uren na het trauma wanneer de
zwelling toeneemt
Pijn is meestal vlak voor de malleolus lateralis
Ligamenten nog niet te testen onmiddellijk na het oplopen van het letsel: ook hier
kunnen we een voorste schuiflade test doen. Voet en onderbeen vastnemen en
voet naar voren duwen. Of tibia naar achter duwen.
CAVE: “hoge” sprain: tibiofibulair syndesmoseletsel (=enkelbandruptuur waarbij de
syndesmose ook geraakt is: tibia en fibula komen los)
Er is drukpijn tibiofibulair Zeker bij ernstige distorsio’s dient de fibula over zijn
gehele lengte gepalpeerd te worden
,Mechanisme van syndesmoseletsel
Wanneer de tibia en fibula loskomen en er nog een fibulakopfractuur is spreken we van een
maissoneuvefractuur.
Je moet dit altijd bekijken indien er sprake is van een enkelbandruptuur
Het wordt vaak/altijd veroorzaakt door externe rotatiekracht en/of hyperdorsiflexie
Herhaald klinisch onderzoek:
Na minstens 4-5 dagen!
Palpatiepijn is meer gelokaliseerd over ATFL
Eventueel hematose – ecchymose
Voorste schuifladetest uitvoeren!
Deze heeft voor ruptuur een zeer goede specificiteit en sensitiviteit
De squeeze test: Tibia en fibula tegen elkaar knijpen, als je dit doet heeft P. pijn in de
enkel
De Cotton test = dwarse schuifladetest Medio-laterale verhoogde translatie van
de voet
Röntgenonderzoek
Fractuur uitsluiten, zeker bij:
Belasting = pijnlijk of onmogelijk
Pijn bij palpatie op dorsale zijde van 1 of beide malleoli
OTTAWA ANKLE RULES
, Acute aanpak
Eenvoudige sprain – verrekking:
Steunname is mogelijk, op geleide van de pijn
RICE gedurende 1-3 dagen
Enkelbandruptuur:
Steunname is pijnlijk of moeilijk
Korte periode van immobilisatie
(onderbeengips of aircaist Soort brace die inversie en eversie tegenhouden)
Vroegtijdig functioneel (kinesitherapie)
Tapebandage of enkelbrace gedurende 6 weken
Praktisch: enkeldistorsie
Steunname ok:
Steunverband, RICE
Steunname moeilijk, belangrijke functio laesa:
Fractuur uitsluiten (=foto nemen)
Onderbeengipsspalk: verbetert comfort
Na enkele dagen opnieuw onderzoeken:
Steunname ok, weinig of geen zwelling, geen ecchymose : functioneel
Steunname pijnlijk, ecchymose, zwelling
Loopgips max 2 weken of onmiddellijk brace 6 weken