100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Regulatie en integratie

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
90
Subido en
05-04-2016
Escrito en
2013/2014

Dit is een samenvatting van het gehele blok Regulatie en integratie. Alle hoorcolleges, werkgroepen, MTE's, practica etc. zijn uitgewerkt en samengebundeld tot een mooi geheel met duidelijke uitleg en plaatjes. Wanneer dit goed geleerd wordt is de kans op het halen van de toets groot! Ik heb al mijn toetsen in 1x gehaald met deze samenvattingen. Ik heb van elk blok een samenvatting dus upload meer van mijn samenvattingen wanneer je ze handig vindt te gebruiken!

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
5 de abril de 2016
Número de páginas
90
Escrito en
2013/2014
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Samenvatting regulatie en integratie:
Samenvatting Week 1:
Thema 1:
Hoorcollege 1: Inleiding regulatie en integratie
Regulatie en integratie:
• Reageren op de verstoringen en zo de functies van individuele organen op elkaar
afstemmen
• Informatie overdracht via: signalen door zenuwstelsel en hormonen

Principe regelsystemen:
• Verband ingangssignaal en uitgangssignaal
• Open regelsysteem: lineair, proportioneel verband tussen input en output (Y=AX)
• Als input en output varieert à feedback nodig

Meten, wegen en regelen:
• Meten: sensor= S
• In te stellen waarde= referentie =R
• Vergelijken= Comparator = C
• Versterken= Effector= E

Feedback:
• Input à sensor geeft signaal door aan comparator à comparator vergelijkt met
referentiesignaal à signaal naar regelsysteem en vervolgens naar effector (cellen/
organen) à output
• Positieve feedback:
- Exponentiële toename vb. Bloedstolling, actiepotentiaal
- Versterking signaal
• Negatieve feedback:
- Constant bijsturing à schommelt rond een punt
- Remming signaal

Verstoring:
• Een verstoring Z of fout in E heeft beetje invloed
• Fout is S of R is fataal
• R en S nooit gelijk

Voorbeelden dysregulatie:
• Herseninfarct= moment van (ont)koppeling van autonome zenuwstelsel en regeling van
bloeddruk via baroreceptor systeem
• Cheyne- Stokes ademhaling: vertraging over zenuwen resulteert in fase- verscuiving
tussen sensor en effector

Informatiekanalen:
• Autonoom:
- neurale prikkeloverdracht
- Parasympatisch en (ortho) sympathisch
• Hormonaal:
- signaalstof via bloed naar orgaan

Informatiekanalen werkwijze:
Autonoom zenuwstelsel (AZS): Hormonaal systeem:
Snel effect Trager (min/ dagen)

,Relatief weinig verschillende transmitters Veel verschillende hormonen
Signaaltransport vooral ‘elektrisch’ Signaaltransport via bloed
Overeenkomst:
• Ze werken met receptor à lokaal als wijd
• Neuronen en endocriene cellen:
- Geven beide producten af aan het bloed
- Kunnen elektrische potentiaal maken
- Kunnen gedepolariseerd worden
- Neurotransmitters en hormonen maken

Autonome zenuwstelsel=
• Bestaan allebei uit: preganglionaire neuronen (=in CZS) en postganglionaire neuronen (=
in perifere ganglion)
• Beide actief maar niet in zelfde mate (tonus)
• Doordat beide actief à snel reageren op verandering
• Afferente vezels à geven feedback

(Ortho)sympathische zenuwstelsel:
• Kernen liggen in hypothalamus à 3e ventrikel
• Neuronen treden uit ruggenmerg en lopen in gebied C3/C4 – L3 met ruggenmerg
zenuwen mee
• Perifere ganglion (=tertiaire ganglia) ligt in grensstreng naast wervelkolom
• Ganglia= overschakeling van secundaire neuron naar postganglionaire (tertiaire) neuron
• Via paravertebrale streng gaan postganglionaire neuronen naar doelwitorgaan
• Bijniermerg:
- neurale oorsprong = gelijk aan tertiaire ganglion
- maakt adrenaline
• Gericht op energie vrijmaken: stimuleert katabolisme en remt anabolisme
• Pijn loopt mee

Parasympathische zenuwstelsel:
• Kernen liggen in de pons en verlengde merg
• Neuronen treden uit hersenzenuwen (3,7,9,10) en sacrale deel van wervelkolom
• Perifere ganglia (=tertiaire kernen) liggen vlakbij doelwitorgaan
• Postganglionaire vezels zijn kort
• Gericht op opslaan energie en herstel
• Stimulatie anabolisme en remming katabolisme
à JOHO OVERDREVEN VEEL??

(Ortho)sympathisch Parasympatisch
• Ruggenmergzenuwen; incl. • Hersenzenuwen (3,7,9,10); sacraal
Bijniermerg ruggenmerg
• Exciterend effect= katabool • Inhiberend effect= anabool

Receptoren:
• Pre- ganglionair:
- Ionkanaal= N- receptor
- Via acetylcholine
• Post ganglionair: G- eiwitgebonden
- Orthosympatisch: Adrenerge receptor: alfa1 en 2, beta 1, 2 en 3
- Parasympatisch: Muscarinerge- receptor: M- 1, 2, 3, 4, 5,
- Via noradrenaline

,Effecten:
• Er zijn relatief weinig verschillende neurotransmitters en second messengers à toch veel
verschillende effecten door:
• Verschillende combinaties tussen neurotransmitters en second messengers
• Een stofje uit autonome zenuwstelsel werkt op vele plekken

DUS:
• Beide tonus: mogelijkheid tot activeren en de- activeren
• OS: energie vrijmaken: stimulatie katabolisme, rem anabolisme
• PS: energie opslaan, herstel: stimulatie anabolisme, rem katabolisme

Autonome dysreflexie:
• Dwarlaesie hoger dan Th4-6
• Gevolgen: blaas- en darmfunctie, bloeddruk regulatie
• Symptomen: snel opkomende hoofdpijn, vlekken voor ogen, rood hoofd, beklemd gevoel
op de borst, heftig zweten, onder laesie: koude extremiteiten, kippenvel ,bleek
• Mechanisme:
- ‘pijn’ prikkels uit blaas of darm: sympaticus respons (reflex vanuit rm?)
vasoconstrictie in gebied onder laesie
- Dwarslaesie: contact met vasomotorisch centrum medulla is verbroken, dus geen
controle/ modulatie mogelijk
- Afhankelijk van hoogte laesie: snel oplopende bloeddruk= risico CVA en MI
- Boven de laesie: compensatoire PS- stimulatie (baroreceptro) rood gezicht
(vasodilatatie: OS geremd), hoofdpijn, zweten

Hormonen:
• Amines:
- bron= tyrosine, tryptofaan
- vb. Catecholaminen, schildklierhormoon
• Peptiden en proteïnen:
- vb. Insuline, LH, FSH
• Steroïd hormonen:
- bron= cholesterol
- vb. Testosteron, oestrogeen, cortisol

Transport in bloed:
• Ongebonden:
- Hydrofiele hormonen (behalve TSH)
- (N)A of peptide hormonen
• Gebonden:
- Hydrofoob
- Binding meestal aan albumine
- Binding proteïns: steroïden, IGF-I, T3/ T4
- Vrije fractie is actief

Koppeling aan receptor:
• Membraan:
- Snel effect via ionkanaal, second messengers of autofosforylering
- Catecholaminen, peptide hormonen
• Intracellulair:
- Trager
- Testosteron, oestrogenen, cortisol

, • Nucleair:
- Interactie met DNA: traag
- T3/T4= Schildklierhormoon

Hormonen:
• Secretie: adrenerg, cholinerg, dopaminer, serotinerg
• Chonotroop: pulsatiel, dag/ nachtritme, seizoen
• Feedback:
- Hormoon- hormoon, substraat – hormoon, mineraal – hormoon
- Niveau van: hypofyse, hypothalamus, neurogeen (cortex)

Hypothalamus- Hypofyse:
• Adenohypofyse= voorkant hypofyse
• Neurohypofyse= achterkant hypofyse
• Bloed komt binnen vanuit hypothalamus
• Voortgeleiding naar hypofyse vindt plaats via capillairen en venen
• Bodem van hypothalamus geven neuronen stoffen af aan het bloed à via portale
systeem komen ze bij adenohypofyse à haalt de stoffen eruit en maakt er wat anders
van à deze stoffen gaan naar doelorganen= regulatie op orgaanniveau = hypothalamus-
hypofyse as (HH-as)
• Neurohypofyse maakt zelf geen hormonen, maar geeft alleen hormonen af die al
gemaakt zijn in hypothalamus
Hypothalamus: Hypofyse:
Neurohypofyse:
ADH ADH (=anti- diuretisch hormoon)
OT OT (oxytocine)
Adenohypofyse:
TRH TSH
CRH ACTH
LH-RH LH en FSH
GH-RH en GH-IH Groeihormoon
PRL-RH en PRL-IH Prolactine

H-H-bijnieras:
• Hypothalamus maakt hormoon CRH
• Komt via capillairen in voorkab (=adenohypofyse) à maken ACTH
• ACTH stimuleert bijnierschors tot afgifte cortisol, adrenogenen en aldosteron
• Ook feedbackloop: corisol remt CRH op hypofyse en hypothalaam niveau

Bijnier:
• Bestaat uit merg en cortex
• Merg= zenuwweefsel à hoort bij sympathische zenuwstelsel en produceert adrenaline
• Bijnierschors bestaat uit 3 lagen:
- zona glomerulosa= binnenkant à produceert mineraalcorticoïden= aldosteron
- zona fasciculata= middenin à produceert glucocorticoïden= cortisol
- zona reticularis= binnenin à maakt mannelijke en vrouwelijk gesachtshormonen

Cortisol:
• stofwisseling: sparen van glucose ten behoeve van centrale zenuwstelsel
• gluconeogenese uit aminozuren in lever en spieren
• afbraak spiereiwitten: mobilisatie aminozuren
• rem aminozuur opname spieren, maar NIET lever (ivm gluconeogenese)
• rem glucoseopname weefsels
$5.43
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
mettesandmann Universiteit Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
104
Miembro desde
9 año
Número de seguidores
85
Documentos
36
Última venta
1 año hace

3.5

22 reseñas

5
4
4
8
3
7
2
2
1
1

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes