Samenvatting video - 1ste jaar communicatiemanagement AP

1



VIDEO
INLEIDING

Video = zeer populair medium om een verhaal mee te vertellen
 Toegankelijkheid van filmapparatuur: betaalbaarder & gebruiksvriendelijker
 Delen van video’s ook makkelijker: sociale media & videoplatvormen

A.V PRODUCTIE

3 fases van een audiovisuele productie:
1) Preproductie
2) Productie
3) Post-productie

Gouden regel van filmproductie: “Focus on the big picture”.
 Hoe groter de filmproductie, hoe groter kans op fouten (kosten tijd & geld)
 Belangrijk om fouten op tijd op te merken

1) Preproductie

 Belangrijkste beslissingen worden genomen:
o Welk verhaal gaan we vertellen? Hoe gaan we het vertellen? Met wie?
o Hoe kunnen we het verhaal duidelijk & aantrekkelijk maken? Financiering?
o Planning van de opnames
o Evenwicht vinden tussen inhoud  vorm

Concept vinden = basisidee waarrond alles zal draaien, meestal o.b.v. een doel
 Doel bepaalt of verhaal fictief/non-fictief is, doelgroep, …
 Doel: entertainen/informeren/combinatie
 Genre wordt bepaald met bijpassende beeldstijl

Synopsis = korte samenvatting v uiteindelijke verhaal (essentiële zaken, geen details)
 Verhaallijn
o Plot (opeenvolging van verhaalbepalende gebeurtenissen)
o Hoofdrolspelers + hun verlangens + al dan niet vervulling verlangens
 Je krijgt een beeld vd complexiteit van het verhaal + nodige tijd & budget

Het treatment = synopsis wordt uitgediept met gedetailleerde omschrijvingen
 Omschrijvingen van omgevingen/situaties/personages/acties
 Verschil met scenario:
o Geen dialogen
o Geschreven als proza (schrijfvorm voor beschrijvingen van gevoelens/gedachten)
 Scenario: nadruk op het visueel waarneembare
 Gelijkenis met scenario:
o Allebei geschreven in de tegenwoordige tijd

, 2

Het scenario = het verhaal, uitgeschreven a.d.h.v. actie- en dialoogbeschrijvingen
 Geschreven door scenarioschrijver(s) (+ dialoogschrijver/regisseur)
o Alles wat je ziet/hoort in een film staat in het scenario
 Verloop van gebeurtenissen (chronologisch)
 Omschrijvingen vd omgeving, essentiële geluiden, sfeer
 Actie, karakters, tijdsbepalingen
 Gesproken woord (dialogen/monologen/commentaarstemmen)

 Je standpunt verandert in functie van je verhaal
o Camera staat ver als er overzicht nodig is
o Camera staat dichtbij als er een emotioneel moment is

 Camerastandpunten worden onderbroken door een cut
o Opeenvolging van shots: onafgebroken filmopnames
o Shot eindigt zodra er een tijdssprong/standpuntwissel is
 Scenario is opgebouwd uit scenes
o Opeenvolging van shots die tijd/plaats/handelingen gemeen hebben
o Scene eindigt wanneer één van deze elementen verandert

 Sequentieshot (uitzonderlijk) = scene die bestaat uit één shot (kan spanning verhogen)
 One-shot = volledige film die bestaat uit één shot

Setup & payoff: als je iets introduceert, moet je er later op verdergegaan
o Object wordt geïntroduceerd en later gebruikt
o Bepaalde ongewone eigenschappen/vaardigheden moeten w verklaard
o Omgevingseigenschappen: bv. Pratende dieren in sprookjesbos
 Setups ook bepalend voor genreconventies: typische elementen in een bepaald genre
 Belangrijk om to the point te blijven, geen overbodige dingen in je scene steken

Dialogen
 Altijd in een passende spreektaal schrijven (dialect/algemeen Nederlands?)
 Kritisch zijn: zou dit personage dit ooit zeggen? Is het geloofwaardig?

Structuur van een scenario
 Elk goed verhaal heeft een doordachte, dramatische structuur
 Emotie is de basis van elk goed verhaal, ongeacht het genre
 Drie-actstructuur:
o Act 1: opzet
 Karakters & verlangens/doelen en hoe ze die trachten te bereiken

o Act 2: ontwikkeling
 Obstakels om verlangens/doelen te bereiken

o Act 3: resolutie
 Naar einde toewerken, hebben karakters doelen behaald & hoe?
 Vaak met een twist: doel wordt behaald op onverwachte manier