De duurzame verpleegkundige
Infectiebeheersing
1. Inleiding
1.1. Infectiebeheersing
Alle handelingen in een zorginstelling die ervoor zorgen dat de opgenomen patiënten geen
(extra) infecties oplopen tijdens hun verblijf
- Als patiënten worden opgenomen met infectie inzetten om infectie te beheersen en
ervoor zorgen dat andere patiënten niet besmet worden met infectieuze kiemen
- Bij wet verplicht een dienst infectiebeheersing te hebben (ZH hygiënisten + infectioloog of
klinisch bioloog = arts)
- Niet in WZC=> kwaliteitscoördinator die ziekenhuisinfectie op zich neemt
- Naarmate infectie toeneemt, neemt team ook toe
- In elk ZH zijn er ten allen tijde uitbraken infectie => opgenomen betekent verhoogd risico
Belang?
- Patiënten en personeel bewegen zich door het ziekenhuis
- In gemeenschappelijke ruimtes ontmoeten ze elkaar
- Overal waar veel mensen samenkomen is er een kans dat er besmettingen gebeuren
- Zorginstelling = vele zieke mensen samen = risico op besmetting
- Geen (extra) infectie oplopen tijdens opname
Infectie?
- Uitbreiding voorkomen:
Bij de patiënt zelf
Ervoor zorgen dat andere patiënten niet besmet raken
Elke patiënt die een ZH infectie oploopt => kosten voor de maatschappij => + extra werklast op
afdeling (cohorte afdeling – omkleden; arbeidsintensief) => voor patiënt betekent ziekte ook zeer
veel (prothese: kiemen op prothese kun je nooit volledig wegkrijgen met antibiotica)
1
,De duurzame verpleegkundige
2. Zorginfecties
Als mens zijn wij drager van kiemen op onze huid (deze MO zijn nodig voor ons bestaan)
- Door je te veel te wassen kan je de microbiota van de huid belasten en huid beschadigen
- Vb.: stafylokokken, streptokokken
Micro-organismen (virussen, bacteriën en schimmels) en mijten
- Huidoppervlak (80 – 90%)
- Epidermis
- Haarfolikels (10 – 20%)
- Zweetklieren
2.1. Microbiota van de huid
De microbiota (flora) van de huid kan ingedeeld worden in 2 grote groepen
Op elke plaats in lichaam komen kiemen voor
2
,De duurzame verpleegkundige
Residente microbiota
Microbiologie
- Bacteriën
Voornamelijk GRAM+ (vb. Proteobacteria and Staphylococcus spp): op drogere
plaatsen
Ook GRAM- (vb. Acinetobacter spp): op vochtigere plaatsen (vb. oksel en liesplooi)
- Virussen
- Schimmels
- Resideren = wonen op onze huid => standaard op huid te vinden
- De flora verblijft normaal op de huid => leven in evenwicht
- In normale omstandigheden en bij gezonde mensen berokkenen deze MO geen schade
- = commensalen = beschermende flora => beschermende functie
Onderdrukken schadelijke MO
- MO overleven en vermenigvuldigen op onze huid => laag virulent karakter (behalve op steriel
weefsel)
- Persoonsafhankelijk (ras, geslacht, leeftijd spelen rol)
- Verblijfplaats: huidoppervlak, huidplooien, talgklieren en haarfollikels
- Blijvend karakter
- Ze kunnen conditioneel pathogeen zijn
Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze schade berokkenen
Verzwakte weerstand patiënten (ziekte/behandeling)
Huiddefect = beschadigde huid
Wanneer ze in lichaamsholte gebracht worden waar ze normaliter niet
voorkomen (na invasieve techniek) => steriele zone: urineblaas
=> infectie kan dan niet uitgesloten worden
- Gram+ kiemen komen veel voor op de huid
- Gram- kiemen komen in mindere mate voor
Warme, vochtige plaatsen: liesplooien en oksels
Plaatsen waar residente kiemen in grote aantallen voorkomen:
- Haren
- Oksels
- Liezen
- Perineum
- Onder vingernagels
Voorbeeld:
- Staphylococcus epidermidis
Transiënte microbiota
Zaken aanraken of spreken met iemand
Microbiologie
- Bacteriën: gram+ en gram-
- Virussen
- Schimmels
3
, De duurzame verpleegkundige
- Omvat enerzijds de residente microbiota die naar de oppervlakte van huid groeien en
anderzijds MO uit omgeving die worden opgenomen (kiemen die op huid komen door
contact met bv. Deurklink)
- Transiënte flora zit voornamelijk op oppervlakkige epitheellaag = huidoppervlak
Laag schilfert makkelijk en wordt in omgeving verspreid
Zieke personen scheiden meer schilfers af dan gezonde
- MO uit omgeving overleven eerder kortstondig
- Ze kunnen zich moeilijker gaan vermenigvuldigen in omgeving => tijdelijk karakter
Behalve als het ecologisch evenwicht van de huid verstoord is (beschadiging van de
huid of hoge vochtigheidsgraad)
- Conditioneel pathogeen => schade is mogelijk, maar hangt af van …
Virulentie van MO
Weerstand gastheer
Aantal kiemen dat aanwezig is
- Belangrijkste oorzaak van kruisinfecties
2.2. Begrippen
Besmetting = contaminatie
= Overgaan van een MO naar iets of iemand
= Overgang van een MO vanuit een bron via een weg naar iets of iemand
- Kiemen worden verspreid van een bron naar de omgeving (voorwerp/persoon)
- Kiemen komen dan terecht op andere persoon of omgevingsvoorwerp
- Persoon dat besmet is wordt niet noodzakelijk ziek
Kolonisatie (groeien)
- Kiemen werden overgedragen naar persoon, en gaan bij de nieuwe gastheer overleven
Vormen een deel van de huidmicrobiota (zonder nadelige gevolgen)
- Ze overleven op de huid en gaan zich vermenigvuldigen
- Klein aantal kiemen wordt al vlug een grotere hoeveelheid => grotere kolonie
- Het is niet omdat er MO aanwezig zijn, dat dit automatisch betekent dat je ziek wordt
- Bij kolonisatie zijn er nog geen nadelige gevolgen te ondervinden bij gastheer
Infectie
- Het proces start met een besmetting: MO worden van de ene naar de andere overgebracht
- De MO overleven gedurende langere tijd en koloniseren zich
- Als er op dit moment geen acties ondernomen worden om aantal kiemen in te beperken =>
ziekteverschijnselen kunnen ontstaan
- Ziekteverschijnselen = infectie => je bent ziek
Ziekteverschijnselen = symptomen: (examenvraag)
1. Roodheid = rubor
2. Warmte = calor
3. Pijn = dolor
4. Tumor = zwelling
5. ettervorming
Een infectie is altijd een besmetting, maar een besmetting is niet altijd een infectie
4
Infectiebeheersing
1. Inleiding
1.1. Infectiebeheersing
Alle handelingen in een zorginstelling die ervoor zorgen dat de opgenomen patiënten geen
(extra) infecties oplopen tijdens hun verblijf
- Als patiënten worden opgenomen met infectie inzetten om infectie te beheersen en
ervoor zorgen dat andere patiënten niet besmet worden met infectieuze kiemen
- Bij wet verplicht een dienst infectiebeheersing te hebben (ZH hygiënisten + infectioloog of
klinisch bioloog = arts)
- Niet in WZC=> kwaliteitscoördinator die ziekenhuisinfectie op zich neemt
- Naarmate infectie toeneemt, neemt team ook toe
- In elk ZH zijn er ten allen tijde uitbraken infectie => opgenomen betekent verhoogd risico
Belang?
- Patiënten en personeel bewegen zich door het ziekenhuis
- In gemeenschappelijke ruimtes ontmoeten ze elkaar
- Overal waar veel mensen samenkomen is er een kans dat er besmettingen gebeuren
- Zorginstelling = vele zieke mensen samen = risico op besmetting
- Geen (extra) infectie oplopen tijdens opname
Infectie?
- Uitbreiding voorkomen:
Bij de patiënt zelf
Ervoor zorgen dat andere patiënten niet besmet raken
Elke patiënt die een ZH infectie oploopt => kosten voor de maatschappij => + extra werklast op
afdeling (cohorte afdeling – omkleden; arbeidsintensief) => voor patiënt betekent ziekte ook zeer
veel (prothese: kiemen op prothese kun je nooit volledig wegkrijgen met antibiotica)
1
,De duurzame verpleegkundige
2. Zorginfecties
Als mens zijn wij drager van kiemen op onze huid (deze MO zijn nodig voor ons bestaan)
- Door je te veel te wassen kan je de microbiota van de huid belasten en huid beschadigen
- Vb.: stafylokokken, streptokokken
Micro-organismen (virussen, bacteriën en schimmels) en mijten
- Huidoppervlak (80 – 90%)
- Epidermis
- Haarfolikels (10 – 20%)
- Zweetklieren
2.1. Microbiota van de huid
De microbiota (flora) van de huid kan ingedeeld worden in 2 grote groepen
Op elke plaats in lichaam komen kiemen voor
2
,De duurzame verpleegkundige
Residente microbiota
Microbiologie
- Bacteriën
Voornamelijk GRAM+ (vb. Proteobacteria and Staphylococcus spp): op drogere
plaatsen
Ook GRAM- (vb. Acinetobacter spp): op vochtigere plaatsen (vb. oksel en liesplooi)
- Virussen
- Schimmels
- Resideren = wonen op onze huid => standaard op huid te vinden
- De flora verblijft normaal op de huid => leven in evenwicht
- In normale omstandigheden en bij gezonde mensen berokkenen deze MO geen schade
- = commensalen = beschermende flora => beschermende functie
Onderdrukken schadelijke MO
- MO overleven en vermenigvuldigen op onze huid => laag virulent karakter (behalve op steriel
weefsel)
- Persoonsafhankelijk (ras, geslacht, leeftijd spelen rol)
- Verblijfplaats: huidoppervlak, huidplooien, talgklieren en haarfollikels
- Blijvend karakter
- Ze kunnen conditioneel pathogeen zijn
Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze schade berokkenen
Verzwakte weerstand patiënten (ziekte/behandeling)
Huiddefect = beschadigde huid
Wanneer ze in lichaamsholte gebracht worden waar ze normaliter niet
voorkomen (na invasieve techniek) => steriele zone: urineblaas
=> infectie kan dan niet uitgesloten worden
- Gram+ kiemen komen veel voor op de huid
- Gram- kiemen komen in mindere mate voor
Warme, vochtige plaatsen: liesplooien en oksels
Plaatsen waar residente kiemen in grote aantallen voorkomen:
- Haren
- Oksels
- Liezen
- Perineum
- Onder vingernagels
Voorbeeld:
- Staphylococcus epidermidis
Transiënte microbiota
Zaken aanraken of spreken met iemand
Microbiologie
- Bacteriën: gram+ en gram-
- Virussen
- Schimmels
3
, De duurzame verpleegkundige
- Omvat enerzijds de residente microbiota die naar de oppervlakte van huid groeien en
anderzijds MO uit omgeving die worden opgenomen (kiemen die op huid komen door
contact met bv. Deurklink)
- Transiënte flora zit voornamelijk op oppervlakkige epitheellaag = huidoppervlak
Laag schilfert makkelijk en wordt in omgeving verspreid
Zieke personen scheiden meer schilfers af dan gezonde
- MO uit omgeving overleven eerder kortstondig
- Ze kunnen zich moeilijker gaan vermenigvuldigen in omgeving => tijdelijk karakter
Behalve als het ecologisch evenwicht van de huid verstoord is (beschadiging van de
huid of hoge vochtigheidsgraad)
- Conditioneel pathogeen => schade is mogelijk, maar hangt af van …
Virulentie van MO
Weerstand gastheer
Aantal kiemen dat aanwezig is
- Belangrijkste oorzaak van kruisinfecties
2.2. Begrippen
Besmetting = contaminatie
= Overgaan van een MO naar iets of iemand
= Overgang van een MO vanuit een bron via een weg naar iets of iemand
- Kiemen worden verspreid van een bron naar de omgeving (voorwerp/persoon)
- Kiemen komen dan terecht op andere persoon of omgevingsvoorwerp
- Persoon dat besmet is wordt niet noodzakelijk ziek
Kolonisatie (groeien)
- Kiemen werden overgedragen naar persoon, en gaan bij de nieuwe gastheer overleven
Vormen een deel van de huidmicrobiota (zonder nadelige gevolgen)
- Ze overleven op de huid en gaan zich vermenigvuldigen
- Klein aantal kiemen wordt al vlug een grotere hoeveelheid => grotere kolonie
- Het is niet omdat er MO aanwezig zijn, dat dit automatisch betekent dat je ziek wordt
- Bij kolonisatie zijn er nog geen nadelige gevolgen te ondervinden bij gastheer
Infectie
- Het proces start met een besmetting: MO worden van de ene naar de andere overgebracht
- De MO overleven gedurende langere tijd en koloniseren zich
- Als er op dit moment geen acties ondernomen worden om aantal kiemen in te beperken =>
ziekteverschijnselen kunnen ontstaan
- Ziekteverschijnselen = infectie => je bent ziek
Ziekteverschijnselen = symptomen: (examenvraag)
1. Roodheid = rubor
2. Warmte = calor
3. Pijn = dolor
4. Tumor = zwelling
5. ettervorming
Een infectie is altijd een besmetting, maar een besmetting is niet altijd een infectie
4