H8- DE P VAN PRODUCT EN PRODUCTMANAGEMENT
1. P VAN PRODUCT
Þ Product -> fysieke termen: auto, stoel, boek.
Þ Product = ook diensten: bank, reis organiseren en concerten.
Þ Product = organisaties: Greenpeace, Rode Kruis en 11.11.11.
Þ Product = ideeën: autogordel dragen, milieuzorg (beïnvloeding gedrag).
PRODUCT = KERN VAN ONDERNEMEN
=> een verband tussen de behoefte van de consument en de bestaansreden van de
onderneming.
PRODUCTBELEID = invullen van wensen en behoeften + beslist over:
• Producteigenschappen en –kenmerken
• Merkkeuze
• Productdesign
• Ondersteunende dienstverlening
• Opbouw assortiment
1.1 HET PRODUCTCONCEPT
INSTRUMENTELE FUNCTIE:
BV: een pijn schrijdt, een auto rijdt en zeep maakt schoon.
EXPRESSIEVE FUNCTIE:
BV: een Mont Blanc-pen en een Bic-pen hebben dezelfde
instrumentele functie maar niet dezelfde betekenis voor de
bezitter => design, stijl en gevoerd reclame.
BEIDEN:
Fysieke producten en diensten worden gemengd => KIA: auto
(instrumentele functie) + 7 jaar garantie (expressieve functie).
, HET PRODUCTCONCEPT- TOTAALPRODUCT (3 NIVEAUS)
KERN: KALE • Wat koopt de consument?
PRODUCT • Een behoefte, verlaging of wens van de koper.
BV: Iemand wil gaatjes om een schilderij op te hangen => het
interieur word mooier.
TASTBARE BV:
PRODUCT Þ Verpakking, kwaliteit, merknaam.
Þ Producteigenschappen, stijlkenmerken
Þ Herkenbaarheid, zichtbaar en voelbaar.
TOTAALPRODUCT • Alle niet-tastbare elementen
• Service-na-verkoop, garanties, kredietverlening...
TOTAALPRODUCT en TOTAALCONCEPT => opportuniteiten voor waard verhoging.
“Concurrentie is niet tussen producten die men in een fabriek maakt, maar concurrentie
speelt op het vlak van alles wat er daarna wordt aan toegevoegd.”
AUGMENTED PRODUCTCONCEPT:
BRAND EQUITY = verwijst naar de totaalervaring en wat het merk betekent in de perceptie
van de koper.
PERCEIVED QUALITY = dienstverlening of service. Regelmatig na gaan of de onderneming op
vlak van service, klantenopvang, klantenbehandeling, offtenaanvragen en
contractmogelijkheden goed gaat.
1. P VAN PRODUCT
Þ Product -> fysieke termen: auto, stoel, boek.
Þ Product = ook diensten: bank, reis organiseren en concerten.
Þ Product = organisaties: Greenpeace, Rode Kruis en 11.11.11.
Þ Product = ideeën: autogordel dragen, milieuzorg (beïnvloeding gedrag).
PRODUCT = KERN VAN ONDERNEMEN
=> een verband tussen de behoefte van de consument en de bestaansreden van de
onderneming.
PRODUCTBELEID = invullen van wensen en behoeften + beslist over:
• Producteigenschappen en –kenmerken
• Merkkeuze
• Productdesign
• Ondersteunende dienstverlening
• Opbouw assortiment
1.1 HET PRODUCTCONCEPT
INSTRUMENTELE FUNCTIE:
BV: een pijn schrijdt, een auto rijdt en zeep maakt schoon.
EXPRESSIEVE FUNCTIE:
BV: een Mont Blanc-pen en een Bic-pen hebben dezelfde
instrumentele functie maar niet dezelfde betekenis voor de
bezitter => design, stijl en gevoerd reclame.
BEIDEN:
Fysieke producten en diensten worden gemengd => KIA: auto
(instrumentele functie) + 7 jaar garantie (expressieve functie).
, HET PRODUCTCONCEPT- TOTAALPRODUCT (3 NIVEAUS)
KERN: KALE • Wat koopt de consument?
PRODUCT • Een behoefte, verlaging of wens van de koper.
BV: Iemand wil gaatjes om een schilderij op te hangen => het
interieur word mooier.
TASTBARE BV:
PRODUCT Þ Verpakking, kwaliteit, merknaam.
Þ Producteigenschappen, stijlkenmerken
Þ Herkenbaarheid, zichtbaar en voelbaar.
TOTAALPRODUCT • Alle niet-tastbare elementen
• Service-na-verkoop, garanties, kredietverlening...
TOTAALPRODUCT en TOTAALCONCEPT => opportuniteiten voor waard verhoging.
“Concurrentie is niet tussen producten die men in een fabriek maakt, maar concurrentie
speelt op het vlak van alles wat er daarna wordt aan toegevoegd.”
AUGMENTED PRODUCTCONCEPT:
BRAND EQUITY = verwijst naar de totaalervaring en wat het merk betekent in de perceptie
van de koper.
PERCEIVED QUALITY = dienstverlening of service. Regelmatig na gaan of de onderneming op
vlak van service, klantenopvang, klantenbehandeling, offtenaanvragen en
contractmogelijkheden goed gaat.