Samenvatting personenbelasting
Inhoudsopgave
LESWEEK 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN.................................................................................................................... 2
1. BELASTINGPLICHTIGEN ONDERWORPEN A/D PERSONENBELASTING (ART 3, WIB92)..............................................................2
2. WERELDWIJD INKOMEN (ART 5, WIB 92).....................................................................................................................2
3. BELASTBAAR TIJDPERK EN AANSLAGJAAR........................................................................................................................3
4. INDIVIDUELE AANSLAG OF GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG................................................................................................3
5. VOLLEDIGE DECUMUL.................................................................................................................................................4
6. BEREKENING VD BELASTING (PER BELASTINGPLICHTIGE).....................................................................................................5
7. PROGRESSIEVE BELASTING...........................................................................................................................................6
8. BUITENLANDSE INKOMSTEN.........................................................................................................................................6
9. GEMIDDELDE AANSLAGVOET........................................................................................................................................7
10. AANGIFTETERMIJN...................................................................................................................................................7
11. KLADVERSIE VS. DEFINITIEVE AANGIFTE........................................................................................................................7
12. VOORSTEL VAN VEREENVOUDIGDE AANGIFTE................................................................................................................7
13. MOGELIJKE GEVOLGEN BIJ EEN LAATTIJDIG INGEDIENDE AANGIFTE OF BIJ NIET-AANGIFTE.......................................................8
LESWEEK 2: VAK II................................................................................................................................................ 8
1. BASISBEDRAG V.D. BVS.............................................................................................................................................8
2. VERHOGING VOOR ZWARE HANDICAP............................................................................................................................9
3. VERHOGING VOOR KINDEREN TEN LASTE........................................................................................................................9
4. VERHOGING VOOR KINDEREN < 3 JAAR VOOR WIE GEEN KINDEROPPASKOSTEN WORDEN INGEBRACHT.....................................12
5. VERHOGING VOOR TEN LASTE HEBBEN VAN ASCENDENT OF BROER/ZUS > 65......................................................................12
6. VERHOGING VOOR ANDERE PERSONEN TEN LAATSTE......................................................................................................14
7. VERHOGING VOOR DE ALLEENSTAANDE MET KINDERLAST................................................................................................15
8. VERHOGING BIJ HUWELIJK/WETTELIJKE SAMENWONING..................................................................................................15
9. AANREKENING VAN DE BVS......................................................................................................................................15
LESWEEK 3: VAK III............................................................................................................................................. 16
LESWEEK 4: OEFENINGEN VAK III: INKOMSTEN V ONROERENDE GOEDEREN.......................................................26
LESWEEK 5: VAK IX............................................................................................................................................. 26
LESWEEK 6: VAK IX – INTRESTEN EN KAPITAALAFLOSSINGEN VAN LENINGEN.....................................................31
LESWEEK 7: VAK IX – LENINGEN VANAF 2005 DIE GEEN BETREKKING HEBBEN OP DE EIGEN WONING.................39
LESWEEK 8: VAK IX DEEL 5 + VAK XI.................................................................................................................... 42
1. VAK IX DEEL 5........................................................................................................................................................42
2. VAK XI..................................................................................................................................................................42
LESWEEK 10: VAK IV – WEDDEN EN LONEN......................................................................................................... 46
10.1 VAK IV – DEEL 1.................................................................................................................................................46
10.2 VAK IV DEEL 2....................................................................................................................................................57
LESWEEK 12: ONDERHOUDSUITKERINGEN EN VAK X..........................................................................................60
12.1 BETAALDE ONDERHUIDSUITKERINGEN......................................................................................................................60
12.2 ONTVANGEN ONDERHOUDSUITKERINGEN................................................................................................................61
,LESWEEK 12: BELASTINGVERMINDERINGEN....................................................................................................... 61
LESWEEK 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN
Een hele karwei om je aangifte nog op papier in te dienen
Gemakkelijker => taxonweb via myminfin (maar altijd controleren!)
Nog veel eenvoudiger => voorstel van vereenvoudigde aangifte
1. BELASTINGPLICHTIGEN ONDERWORPEN A/D PERSONENBELASTING (ART
3, WIB92)
Rijksinwoners (art 2, WIB 92)
a) De natuurlijke personen die:
- Woonplaats hebben in BE
- Indien geen woonplaats hebben in BE => zetel van fortuin in BE
b) De BE dipl. Ambetaren en cons. Beroepsambten in het buitenland geaccrediteerd en hun
inwonende gezinsleden
c) De andere leden van BE dipl. Zendingen en consulaire posten
d) De andere ambetaneren, vertegenwoordigers van de BE staat, van de gewesten…
voorwaarden:
- De BE nationaliteit bezitten
- Geen duurzaam verblijf in de verblijfstaat
Naar de omstandigheden moet worden beoordeeld of iemand in BE zijn woonplaats of zetel van
fortuin heeft gevestigd => obv 2 wettelijke vermoedens
1) Inschrijving in het RR behoudens tegenwijs (weerlegbaar vermoeden)
2) Woonplaats voor gehuwden/wet. S. = plaats waar het gezin is gevestigd (onweerlegbaar
vermoeden)
2. WERELDWIJD INKOMEN (ART 5, WIB 92)
De personenbelasting die een rijksinwoner verschuldigd is, wordt berekend op zijn wereldwijd
inkomen
Het belastbare inkomen van een rijksinwoner:
1) Onroerende inkomsten
2) Roerende inkomsten
3) Beroepsinkomsten
, 4) Diverse inkomsten
3. BELASTBAAR TIJDPERK EN AANSLAGJAAR
ALGEMENE REGEL
Art. 359 en 360 WIB 92 + Art 200 KB/WIB 92
Belastbaar tijdperk = jaar waarin de belastingplichtige belastbare inkomsten heeft
verkregen of behaald = een kalenderjaar
Aanslagjaar = jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden = jaar dat volgt
op het belastbaar tijdperk
UITZONDERING
Art 203 KB/WIB 92
Het belastbare tijdperk = gedeelte vh kalenderjaar
Bv bij geboorte of immigratie / bij emigratie of overlijden én nooit beroepsinkomsten
gehad hebben => AJ = BT
Beperking vd federale voordelen
Federale voordelen slecht “prorata temporis” indien BT volledig kalenderjaar
(immigratie + emigratie)
Art 129/1 + 174/1, WIB 92
=> code 1199 in vak II
Vb op BT en AJ:
Alex vestigt zich op 01/10/2022 definitief in BE
Belastbaar tijdperk? Aanslagjaar?
01/10/2022 -> 31/12/2022 2023
2023 2024
… …
4. INDIVIDUELE AANSLAG OF GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG
Gemeenschappelijke aanslag
1 gezamenlijke aangifte (Art 126, WIB 92)
Linker- EN rechterkolom invullen
Voor wie?
- Gehuwden
- Wettelijk samenwonenden (fiscaal gelijkgesteld aan gehuwden)
, Individuele aanslag
Alleenstaanden
Afzonderlijke aangifte – enkel linker kolom invullen
Fiscaal gezien worden volgende personen als ‘alleenstaanden’ beschouwd (Art 126 pgf 2
+ 3, WIB 92)
- Jaar van huwelijk/w.s.
- Jaar van echtscheiding/beëindiging w.s.
- Jaar na het jaar van feitelijke scheiding
- Jaar van scheiding van tafel en bed
- 1 van de echtgenoten is een internationaal ambtenaar (beroepsinkomen > 6.700,00
(basisbedrag))
- Jaar van ontbinding van het huwelijk/w.s. Door overlijden (keuze!)
Inkomsten van minderjarige kinderen
Wettelijk genot van bepaalde inkomsten is voor de OUDERS (Art 126, pgf 4, WIB 92)
- Roerende inkomsten
- Onroerende inkomsten
- Diverse inkomsten met uitz vd ontvangen onderhoudsgelden
Wettelijk genot van bepaalde inkomsten is voor de KINDEREN
- Beroepsinkomsten
- Onderhoudsgelden
5. VOLLEDIGE DECUMUL
Art 127, WIB 92
Inhoudsopgave
LESWEEK 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN.................................................................................................................... 2
1. BELASTINGPLICHTIGEN ONDERWORPEN A/D PERSONENBELASTING (ART 3, WIB92)..............................................................2
2. WERELDWIJD INKOMEN (ART 5, WIB 92).....................................................................................................................2
3. BELASTBAAR TIJDPERK EN AANSLAGJAAR........................................................................................................................3
4. INDIVIDUELE AANSLAG OF GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG................................................................................................3
5. VOLLEDIGE DECUMUL.................................................................................................................................................4
6. BEREKENING VD BELASTING (PER BELASTINGPLICHTIGE).....................................................................................................5
7. PROGRESSIEVE BELASTING...........................................................................................................................................6
8. BUITENLANDSE INKOMSTEN.........................................................................................................................................6
9. GEMIDDELDE AANSLAGVOET........................................................................................................................................7
10. AANGIFTETERMIJN...................................................................................................................................................7
11. KLADVERSIE VS. DEFINITIEVE AANGIFTE........................................................................................................................7
12. VOORSTEL VAN VEREENVOUDIGDE AANGIFTE................................................................................................................7
13. MOGELIJKE GEVOLGEN BIJ EEN LAATTIJDIG INGEDIENDE AANGIFTE OF BIJ NIET-AANGIFTE.......................................................8
LESWEEK 2: VAK II................................................................................................................................................ 8
1. BASISBEDRAG V.D. BVS.............................................................................................................................................8
2. VERHOGING VOOR ZWARE HANDICAP............................................................................................................................9
3. VERHOGING VOOR KINDEREN TEN LASTE........................................................................................................................9
4. VERHOGING VOOR KINDEREN < 3 JAAR VOOR WIE GEEN KINDEROPPASKOSTEN WORDEN INGEBRACHT.....................................12
5. VERHOGING VOOR TEN LASTE HEBBEN VAN ASCENDENT OF BROER/ZUS > 65......................................................................12
6. VERHOGING VOOR ANDERE PERSONEN TEN LAATSTE......................................................................................................14
7. VERHOGING VOOR DE ALLEENSTAANDE MET KINDERLAST................................................................................................15
8. VERHOGING BIJ HUWELIJK/WETTELIJKE SAMENWONING..................................................................................................15
9. AANREKENING VAN DE BVS......................................................................................................................................15
LESWEEK 3: VAK III............................................................................................................................................. 16
LESWEEK 4: OEFENINGEN VAK III: INKOMSTEN V ONROERENDE GOEDEREN.......................................................26
LESWEEK 5: VAK IX............................................................................................................................................. 26
LESWEEK 6: VAK IX – INTRESTEN EN KAPITAALAFLOSSINGEN VAN LENINGEN.....................................................31
LESWEEK 7: VAK IX – LENINGEN VANAF 2005 DIE GEEN BETREKKING HEBBEN OP DE EIGEN WONING.................39
LESWEEK 8: VAK IX DEEL 5 + VAK XI.................................................................................................................... 42
1. VAK IX DEEL 5........................................................................................................................................................42
2. VAK XI..................................................................................................................................................................42
LESWEEK 10: VAK IV – WEDDEN EN LONEN......................................................................................................... 46
10.1 VAK IV – DEEL 1.................................................................................................................................................46
10.2 VAK IV DEEL 2....................................................................................................................................................57
LESWEEK 12: ONDERHOUDSUITKERINGEN EN VAK X..........................................................................................60
12.1 BETAALDE ONDERHUIDSUITKERINGEN......................................................................................................................60
12.2 ONTVANGEN ONDERHOUDSUITKERINGEN................................................................................................................61
,LESWEEK 12: BELASTINGVERMINDERINGEN....................................................................................................... 61
LESWEEK 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN
Een hele karwei om je aangifte nog op papier in te dienen
Gemakkelijker => taxonweb via myminfin (maar altijd controleren!)
Nog veel eenvoudiger => voorstel van vereenvoudigde aangifte
1. BELASTINGPLICHTIGEN ONDERWORPEN A/D PERSONENBELASTING (ART
3, WIB92)
Rijksinwoners (art 2, WIB 92)
a) De natuurlijke personen die:
- Woonplaats hebben in BE
- Indien geen woonplaats hebben in BE => zetel van fortuin in BE
b) De BE dipl. Ambetaren en cons. Beroepsambten in het buitenland geaccrediteerd en hun
inwonende gezinsleden
c) De andere leden van BE dipl. Zendingen en consulaire posten
d) De andere ambetaneren, vertegenwoordigers van de BE staat, van de gewesten…
voorwaarden:
- De BE nationaliteit bezitten
- Geen duurzaam verblijf in de verblijfstaat
Naar de omstandigheden moet worden beoordeeld of iemand in BE zijn woonplaats of zetel van
fortuin heeft gevestigd => obv 2 wettelijke vermoedens
1) Inschrijving in het RR behoudens tegenwijs (weerlegbaar vermoeden)
2) Woonplaats voor gehuwden/wet. S. = plaats waar het gezin is gevestigd (onweerlegbaar
vermoeden)
2. WERELDWIJD INKOMEN (ART 5, WIB 92)
De personenbelasting die een rijksinwoner verschuldigd is, wordt berekend op zijn wereldwijd
inkomen
Het belastbare inkomen van een rijksinwoner:
1) Onroerende inkomsten
2) Roerende inkomsten
3) Beroepsinkomsten
, 4) Diverse inkomsten
3. BELASTBAAR TIJDPERK EN AANSLAGJAAR
ALGEMENE REGEL
Art. 359 en 360 WIB 92 + Art 200 KB/WIB 92
Belastbaar tijdperk = jaar waarin de belastingplichtige belastbare inkomsten heeft
verkregen of behaald = een kalenderjaar
Aanslagjaar = jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden = jaar dat volgt
op het belastbaar tijdperk
UITZONDERING
Art 203 KB/WIB 92
Het belastbare tijdperk = gedeelte vh kalenderjaar
Bv bij geboorte of immigratie / bij emigratie of overlijden én nooit beroepsinkomsten
gehad hebben => AJ = BT
Beperking vd federale voordelen
Federale voordelen slecht “prorata temporis” indien BT volledig kalenderjaar
(immigratie + emigratie)
Art 129/1 + 174/1, WIB 92
=> code 1199 in vak II
Vb op BT en AJ:
Alex vestigt zich op 01/10/2022 definitief in BE
Belastbaar tijdperk? Aanslagjaar?
01/10/2022 -> 31/12/2022 2023
2023 2024
… …
4. INDIVIDUELE AANSLAG OF GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG
Gemeenschappelijke aanslag
1 gezamenlijke aangifte (Art 126, WIB 92)
Linker- EN rechterkolom invullen
Voor wie?
- Gehuwden
- Wettelijk samenwonenden (fiscaal gelijkgesteld aan gehuwden)
, Individuele aanslag
Alleenstaanden
Afzonderlijke aangifte – enkel linker kolom invullen
Fiscaal gezien worden volgende personen als ‘alleenstaanden’ beschouwd (Art 126 pgf 2
+ 3, WIB 92)
- Jaar van huwelijk/w.s.
- Jaar van echtscheiding/beëindiging w.s.
- Jaar na het jaar van feitelijke scheiding
- Jaar van scheiding van tafel en bed
- 1 van de echtgenoten is een internationaal ambtenaar (beroepsinkomen > 6.700,00
(basisbedrag))
- Jaar van ontbinding van het huwelijk/w.s. Door overlijden (keuze!)
Inkomsten van minderjarige kinderen
Wettelijk genot van bepaalde inkomsten is voor de OUDERS (Art 126, pgf 4, WIB 92)
- Roerende inkomsten
- Onroerende inkomsten
- Diverse inkomsten met uitz vd ontvangen onderhoudsgelden
Wettelijk genot van bepaalde inkomsten is voor de KINDEREN
- Beroepsinkomsten
- Onderhoudsgelden
5. VOLLEDIGE DECUMUL
Art 127, WIB 92
